Syntaxis
afbakening morfologie / syntaxis ? ◦ dier / dieren ◦ spreekt / spreken ◦ een dier spreekt niet / dieren spreken niet hoe analytischer een taal, hoe ‘syntactischer’ de grammatica: ◦ Lat. aramus / Ndl. wij ploegen
woordschikking: woordorde wordt strenger naarmate het vormensysteem verarmt → Engels strengste, Duits vrijste woordvolgorde ? De man eet een appel Ik kom morgen / morgen kom ik Deinem Vater, nicht deinem Bruder hat der Diener das Buch überreicht / Den ermüdeten Krieger eine junge Frau umarmet
Ich vermute, dass den Ausschlag dabei die Erfahrung gab, dass Menschen, die gegenseitig ihre Sprachen nicht verstehen, instinktiv sich mit Gebärden verständigen und dass diese natürliche Gebärden, ohne vorherige Kenntniss und Übereinkunft, überall zum Ziele führen (uit: Révész, Ursprung und Vorgeschichte der Sprache)
Frits gaf het meisje de sleutel / Frits gaf de sleutel aan het meisje ---- Fritz gab die Schlüssel dem Mädchen Ik las gisteren om elf uur na mijn thuiskomst de krant / Ik heb gisteren om elf uur na mijn thuiskomst de krant gelezen / De regering zal in het begin van de volgende maand beslissen Ik heb de hele wereld doorgereisd / I have travelled all over the world
Men beweert dat de minister het veelbesproken wetsontwerp zal intrekken De kranten berichten dat de minister in de tweede helft van de maand terugkomt van zijn vakantie / De kranten berichten dat de minister in de tweede helft van de maand van zijn vakantie terugkomt / De kranten berichten dat de minister terugkomt van zijn vakantie in de tweede helft van de maand.
Het horloge dat ik verleden zomer op mijn reis naar Zwitserland kocht / Das Buch das Sie mir gestern durch die Post sandten / The watch I bought... The book you sent me... de angsten die ik uitgestaan heb / de angsten die ik uitgestaan heb de boeken die ik heb laten inbinden / die Bücher die ich habe einbinden lassen
De angsten die ik tussen het eerste en het tweede deel van mijn doctoraal uitgestaan heb / De angsten die ik heb uitgestaan tussen het eerste en het tweede deel van mijn doctoraal Ik heb hem horen spelen, zien spelen, laten spelen... Ik ben gaan wandelen, hij is komen fietsen Ik heb het niet kunnen horen / Ich habe es nicht hören können
Ik lag te slapen / Hij zat te roken / We liepen te praten // 17de-eeuws Ndl.: Ik lag en sliep Engels: transitief-intransitieve werkwoorden: ◦ to grow, to gain, to labour, to sink, to stand Duits/Ndl: simplex: intransitief / afleiding: transitief ◦ werken / bewerken, afwerken, uitwerken, verwerken ◦ kijken / bekijken, afkijken
Ik word opengedaan ? De reizigers wordt verzocht / De reizigers worden verzocht I was told to go up I was given the book / the book was given to me I like, I lack, I want / het spijt mij, het ontbreekt mij, es fehlt mir / mij mankeert niets > ik mankeer niets
I do not say / Do you mean that ? You saw him ? John is coming ? do not > don’t (cfr. amare habeo > j’aimerai) I am writing / We are always saying that boys and girls must think for themselves / He seems to be singing all the time
A scheme of his partner’s devising = een plan dat zijn compagnon bedacht had John’s coming home tomorrow will make all the difference / ?Jan z’n thuiskomst morgen... I can’t excuse Betty’s being rude to students
Morfologie: Nederlands tussen Engels en Duits, helt op sommige punten over naar het Engels Lexicon: Nederlands + Duits ↔ Engels Woordvorming: Nederlands + Duits ↔ Engels Syntaxis: Nederlands + Duits ↔ Engels