p. 65 a strand van Vai (Oost-Kreta)
Theorie: leer kader p. 66 lidwoord + participium = naamwoordelijk part. (naamwoord = subst. of adjectief) 3 mogelijkheden om te vertalen: 1) deelwoord 2) substantief 3) betrekkelijke zin
1) deelwoord vb. th/: ejpiouvsh/ hJmevra/ de volgende dag (ejpievnai) 2) substantief vb. oiJ nikhvsanteV de overwinnaars 3) betrekkelijke zin vb. oJ tau:ta pravxaV wie dat gedaan heeft / (degene) die dat gedaan heeft
Oef. a p jEk tou: plhvqouV tw:n JEllhnikw:n oJplivtwn neanivskon tina; kalei: Uit de menigte van de Griekse hoplieten roept hij een jongeman. naamval: gen.: bijgesteld adj. bij oJplivtwn
2. jEk tou: plhvqouV tw:n macomevnwn oJplivtwn neanivskon tina; kalei:...vechtende hoplieten... naamval: gen.: part. als bijg. adj. bij oJplivtwn
3. Th:/ ejpiouvsh/ hJmevra/ ajpevpleusan. De volgende dag voeren ze weg a) ejpievnai b) dat.: part. als bijg. adj. bij hJmevra/
4. JO strathgo;V uJpo; tw:n politw:n kaqivstato. De aanvoerder werd door de burgers aangesteld. nom.: ond. van kaqivstato
5. OiJ ajrcovnteV uJpo; tw:n polivtwn kaqivstanto. De leiders werden door de burgers aangesteld. a) nom.: ond. van kaqivstato b) een substantief g) ajrcein d) zij die heersen
6. OiJ ejn th:/ mavch/ ajpoqavnonteV uJpo; tw:n Spartiavtwn ejqaumavzonto. Zij die in de strijd gesneuveld waren, werden door de Spartanen bewonderd. a) nom.: ond. van ejqaumavzonto b) betrekkelijke zin
7. jvEti kai; nu:n oiJ ejn th/: mavch/ ajpoqavnonteV qaumavzontai. Ook nu nog worden degenen die in de strijd gesneuveld zijn, bewonderd. hoofdwwd = heden, terwijl het in zin 6 verl. was.
Oef. b participia splitsen, lidwoord erbij, vertalen. 1. aujto;n ejpainou:nteV. ejpi-aine-o-nt-eV oiJ zij die hem prijzen
2. hJmi:n bohqhvsaV. bohqh-vs-a-nt-V oJ hij die ons geholpen heeft
3. tou:to poiouvsaV. poie-o-nt-s-aV taV hen die dat maken/doen LV
4. hJma:V diwvxousi. diwk-s-o-nt-si toiV aan/voor hen die ons zullen achtervolgen
5. aujto;n ajfiveiV. ajf-ie-nt-V oJ hij die hem wegzendt
6. tou:to deiknuvV. deiknu-nt-V oJ hij die dat aantoont
7. mevga bowvshV. boa-o-nt-s-hV thV van haar die luid roept
8. mevga bohvsaV. boh-s-a-nt-V oJ hij die luid geroepen heeft