HOOFDSTUK 8: ALGEMEEN ONDERZOEK 1. ADEMHALING 2. POLS 3. LICHAAMSTEMPERATUUR - TEMPERATUUR = HYPERTHERMIE - TEMPERATUUR BIJ ONTSTEKINGS- PROCESSEN = KOORTS - TEMPERATUUR = HYPOTHERMIE - UITVOERING

4. VACHT EN HUID - HAARLOZE PLEKKEN: ALOPECIA - BLEKE HUID : BIJ ANEMIE EN VASOCONSTRICTIE - GELE HUID : BIJ ICTERUS - BLOEDINGEN : ECCHYMOSEN = blauwe plekken PETECHIEN = puntbloedingen - ROODHEID = ERYTHEEM - HUIDTURGOR = GRAAD VAN SOEPELHEID EN SPANNING VAN DE HUID MAAT VOOR DE GRAAD VAN ALGEMENE HYDRATATIE- TOESTAND

4. VACHT EN HUID - BEOORDELING HUIDTURGOR: - OEDEMEN: VOORAL TER HOOGTE VAN - VENTRALE ZIJDE VAN DE ROMP, - PREPUTIUM - TUSSEN ACHILLESPEES EN TIBIA

HOOFDSTUK 8: ALGEMEEN ONDERZOEK 1. ADEMHALING 2. POLS 3. LICHAAMSTEMPERATUUR 4. VACHT EN HUID 5. SLIJMVLIEZEN (MUCOSAE) - KLEUR: ROSE BIJ NORMALE DIEREN BLAUW BIJ CYANOSE GEEL BIJ ICTERUS BLEEK BIJ ANEMIE OF VASOCONST.

5. SLIJMVLIEZEN - CAPILLAIRE VULLINGSTIJD: NORMAAL : < 1 seconde DIKWIJLS VERLENGD BIJ: . HARTPATIENTEN . SHOCK . ANAESTHESIE - VOCHTIGHEID: VOCHTIG BIJ NORMALE DIEREN DROOG EN PLAKKERIG BIJ DESHYDRATATIE

5. SLIJMVLIEZEN - BLOEDINGEN: CFR HUID . ECCHYMOSEN . PETECHIEN - LAESIES . ALGEMENE ZIEKTEN . LOKALE ZIEKTEN

HOOFDSTUK 8: ALGEMEEN ONDERZOEK 1. ADEMHALING 2. POLS 3. LICHAAMSTEMPERATUUR 4. VACHT EN HUID 5. SLIJMVLIEZEN (MUCOSAE) 6. LYMFEKNOPEN

BEOORDELING VAN DE LYMFEKNOPEN A. DE GROOTTE: VOORAL LINKS EN RECHTS VGL B. DE VORM: NORMAAL: ELLIPSOÏD PATHOLOGISCH: ROND WORDEN (ACUTE ONTSTEKING) ONTSTAAN VAN ZIJLOBBEN (LYMFOSARCOOM)

BEOORDELING VAN DE LYMFEKNOPEN C. CONSISTENTIE NORMAAL: ZACHT RUBBER PATHOLOGISCH: ZACHTER OF HARDER D. PIJNLIJKHEID NORMAAL: NIET PIJNLIJK PIJNLIJK BIJ ACUTE ONTSTEKING

BEOORDELING VAN DE LYMFEKNOPEN E. VERGROEIING: NORMAAL: LOSLIGGEND PATHOLOGISCH: ONDERLING VERGROEID EN/OF MET OMLIGGEND WEEFSEL, VNL BIJ ONTSTEKING

HOOFDSTUK 9: RESPIRATIE-APPARAAT ALGEMENE ANAMNESE + INDRUK+ONDERZOEK RESPIRATIEPROBLEEM TOESPITSEN ANAMNESE AH-BEWEGINGEN EN GELUIDEN NEUS EN SINUS LARYNX EN TRACHEA THORAX

HOOFDSTUK 9: RESPIRATIE-APPARAAT 1. ANAMNESE: GEDETAILLEERDE VRAGEN NAAR: 1.1 VERSCHIJNSELEN VAN HET RESPIRATIE- APPARAAT 1.2 LEEFOMSTANDIGHEDEN 1.3 VOORGESCHIEDENIS

1.1 VERSCHIJNSELEN VAN HET RESPIRATIE- APPARAAT NEUSUITVLOEIING: UNI- OF BILATERAAL TIJDSTIP AARD: SEREUS = WATERIG MUCEUS = SLIJMERIG PURULENT = ETTERIG HEMORRAGISCH = BLOEDERIG

1.1 VERSCHIJNSELEN VAN HET RESPIRATIE- APPARAAT NIEZEN BESCHERMENDE REFLEX PRIKKELS TGV : INFECTIE, CORPUS ALIENUM, TUMOR EIGENAAR WEET NIET ALTIJD WAT NIEZEN IS EVENTUEEL VOORDOEN