De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

PATHOLOGIE 4.4DP.

Verwante presentaties


Presentatie over: "PATHOLOGIE 4.4DP."— Transcript van de presentatie:

1 PATHOLOGIE 4.4DP

2 Introductie ANATOMIE PATHOLOGIE FYSIOLOGIE

3 Boek 1: Huid in beweging Boek 2: Reageren op veranderingen Boek 3: Het bloed stroomt Boek 4: Liefde gaat door de maag

4 Beoordeling Ter afsluiting van elk hoofdstuk/boek
Opdrachten en/of toets Wat is belangrijk? Alle onderwerpen die in de les besproken worden incl de info die hierover in het boek staat Niet-behandelde onderwerpen uit het boek zijn alleen belangrijk als dit in de les gezegd wordt

5 Huiswerk Boek lezen tot waar we die les gekomen zijn
Oefenvragen einde hoofdstuk

6 HUID IN BEWEGING Hoofdstuk 1: Algemene ziekteverschijnselen en basisbegrippen Hoofdstuk 2: Aandoeningen van het bewegingsapparaat Hoofdstuk 3: Aandoeningen van de huid(klieren)

7 HUID IN BEWEGING Hoofdstuk 1: Algemene ziekteverschijnselen en basisbegrippen Hfdstk 1 gaat erg diep in op de stof, veel zullen we niet bespreken en hoeven jullie daarom ook niet te kennen.

8 Etiologie = de leer van de oorzaken

9 Tumor= nieuwgroei van cellen met de volgende eigenschappen:
Woekerende en ongecontroleerde groei Afwijkend van de gezonde cellen Geen structurele rangschiking Geen nuttige functie Maligne (kwaadaardig) = kanker (groeit snel, infiltreert, lig niet los van omliggend normaal weefsel, zaait snel uit) Benigne (goedaardig) (groeit langzaam, infiltreert niet, ligt los van omliggend weefsel, zaait niet uit of pas heel laat in zijn bestaan) colonpoliep

10 Metastasering Hematogeen  longen, lever, nieren
Lymfogeen  lokale lymfeknoop  bloedbaan Via direct contact (per continuitatem)

11 Naamgeving tumoren Adenoom (goedaardige tumor uitgaande van klierweefsel) Adenosarcoom (kwaadaardige variant) Carcinoom (kwaadaardige tumor uitgaande van epitheel) Sarcoom (kwaadaardige tumor uitgaande van bindweefsel)

12 Infectie door micro-organismen
Virus, bacterie, parasiet, schimmel…. Met het blote oog niet of moeilijk te zien Pathogeen: parasitisch samenleven bv spoelworm in darm kat Apathogeen = symbiose: nuttige micro-organismen in het lichaam bv bacteriën vd darmflora Voorwaardelijk pathogeen bv micro-organismen op slijmvliezen vh Ahstelsel bij secundaire infectie

13 Infectie door micro-organismen
Porte d’entrée = plaats waar ze het lichaam binnendringen bv Clostridium tetani Virulentie = aanvalkracht Dragers Incubatietijd bv 3 dagen voor Parvovirus Zoönosen bv schimmel, giardia

14 Afwijkingen afweersysteem
Allergie = te heftige reactie vh afweersysteem bv vlooienallergie Auto-immuunziekte: antistoffen tegen eigen weefsels bv pemfigus vulgaris

15 = tekort aan bepaalde voedingsstoffen
Vergiftigingen Teveel van bepaalde stof/combinatie van stoffen met ± zelfde werking Soms typische sympt bv strychine in rattengif Soms teratogeen Soms carcinogeen Deficiëntieziekten = tekort aan bepaalde voedingsstoffen Bv Rachitis (kromme beenderen) door vit D tekort als kind Strychnine ruggemerg rat  ademhaling stopt. Zeer typische symptomen bij khd: heftige krampen als dier plotseling hard geluid hoort

16 Stofwisselingsziekten
= deel vd stofwisseling verloopt niet (correct) Bv bepaald hormoon of enzym w niet aangemaakt Bv schildklierproblemen (hond vs kat)

17 Doorbloedingsstoornissen
Als een weefsel niet voldoende bloed krijgt  sterft af Bv herseninfarct, doorligplekken Iatrogeen/ verkeerd medicijngebruik Bv na langdurig toedienen van corticosteroiden (bijnierschorshormoon tegen jeuk)  ziekte van Addison als je plots stopt

18 Etiologie = de leer van de oorzaken
VRAGEN???

19 1.2 Symptomen Een dier is ziek als het niet gezond is.
Symptomen = de uiting in ziekteverschijnselen Gehele dier Bepaald orgaan(stelsel)

20 Wat zijn symptomen van het gehele dier?
Zich algemeen niet lekker voelen Verminderde eetlust/drinken ↓ Alertheid ↓ Activiteit Vermageren, Slechte vacht Afw AH, pols, T Zichtbaaar zijn van het derde ooglid  Het dier is algemeen ziek maar er is nog geen diagnose gesteld

21 Wat zijn de symptomen van een orgaan(systeem)?
Orgaaanspecifiek bv: Hoestende kat Vaak kleine beetjes plassende teef Kan samengaan met algemeen ziek zijn bv longontseking/parvo Hart of ademhalingsstelsel Geslachtsstels/urinewegen

22 Degeneratie= het achteruitgaan in kwaliteit
Syndroom = groep v symptomen die vaak samen gezien worden bv dysautonomie Subklinische ziekte: dier maakt een ziekte door zonder dat het symptomen heeft bv toxoplasmose mens Pathognomonisch symptoom= een sympt zeer specifiek voor een bepaalde ziektes bv hoog glucose gehalte bij nuchtere hond Degeneratie= het achteruitgaan in kwaliteit Kan door ziekte (bv chocolade vergiftiging hond nierschade) Kan zelfstandig proces zijn (bv hernia tussenwervelschijf)

23 Oedeem = vochtophoping tussen de cellen  zwelling
Warm oedeem: tgv ontsteking Koud oedeem: tgv hoge bloeddruk  heet dan transsudaat Deukje in de huid duwen Zwaartekracht Hydrops ascites = oedeem hoopt zich op in de buikholte Hydrotorax = oedeem in de borstholte

24 Reactie vh lichaam op ontsteking = afh vd oorzaak
Peracuut: ziekte treed binnen # uren op bv parvo kat Acuut: ziekte duurt # dagen Chronisch: ziekte duurt weken – maanden - ….. Atrofie = iets wordt kleiner/neemt in omvang af bv parvovirus  villusatrofie Hypertrofie/hyperplasie = iets wordt groter/dikker

25 1.3 Ontstekingen Door indringen van micro-organisme
Door trauma = aseptische ontsteking  …….itis Nieren Lever Hersenvlies Blaas Nefritis Hepatitis Meningitis Cystitis

26 Een aantal termen…. Exsudaat = een verhoogde afscheding tgv een ontstekingsreactie bv neusuitvloei Sereus = helder en vloeibaar Muceus = dikkere consistentie Purulent = pus (Flegmoon = acute purulente ontsteking zonder bindweefselkapsel, dus ≠abces) = catarrale ontsteking

27 Pus = ophoping van dode cellen en dode bacteriën
Wit/geel/groen van kleur Vieze geur Soms hemopurulente ontsteking (roodachtig  bruin) Soms necrotiserende ontsteking (ontsteking + trauma/zuurstofgebrek)  dode cellen Soms pseudomembraneuze ontsteking (= deel van het slijmvlies necrotiseert en ligt los bv in de darm) Tuberkel = abces met tuberculosebacteriën

28 Bijzondere ontstekingsvormen
Abces = ophoping van pus met levende bacteriën omhuld door een bindweefselkapsel Evenwicht (tussen immuniteit en de virulentie vd bacteriën) ≠ stabiel proces bv abces in subcutis Bv onder de huid, in prostaat hond, lever koe, lymfeknopen paard (=droes) Droes = ontsteking van de bovenste luchtwegen (Streptococcus equi equi) die zeer besmettelijk is Septicemie = bloedvergiftiging

29 Emfyseem Ulcus = Opstapeling vna kleine gasbeletjes in het weefsel
Geprodueerd door sommige bacteriën  knisteren Ulcus = Het lokaal afsterven van weefsel = zweer

30 Eosinofiel granuloma complex
= ontstekingsreactie vd huid, lippen, mondholte en slijmvliezen bij de kat Waarschijnlijk veroorzaakt dr onderliggende allergie Oa ulcers op de lippen/in de bek

31 Ulcer onderlip

32 Ulcer zachte gehemelte + bovenlip

33 Nog meer bijzondere ontstekingsvormen
Ruptuur = een scheur Bv in de maagwand tgv een maagzweer/bij de geboorte van een veulen Fistel = een niet natuurlijk kanaal tussen 2 lichaamsholten of tussen een lichaamsholte en de huid Bv rectovaginaal fistel na geboorte veulen Bv tgv ontsteking Bv dr CA

34 Cyste Hernia = zakje gevuld met min of meer vloeibare substantie
Bv talgcyste, speekselcyste of na verwijderen tumor Hernia = de vorming van een niet-natuurlijke ligging = breuk = een deel vd structuur w verplaatst naar waar ze niet thuishoort Uitwendige hernia (van buitenaf te zien bv navelbreuk) Inwendige hernia (van buitenaf niet te zien bv hernia diafragmatica)

35 Navelbreuk Breukpoort, breukinhoud, breukzak, beklemde breuk

36 Hernia diafragmatica Aangeboren Trauma Zeer benauwd RX
Volledige maag in de thorax

37 Hernia inguinalis

38 Hernia scrotalis

39 Nog meer bijzondere ontstekingsvormen
Hematoom = bloeduitstorting Dr trauma (gaatje in bloedvat) Dr toxines van micro-organismen Vergiften Puntbloedingen = petechiën

40 Wondgenezing Fibroangioblasten weefsel=reparatieweefsel: opvullende rol overal waar weefsels verloren zijn gegaan Heet granulatieweefsel als het oppervlakkig gelegen is (vochtig, roze, korrelig) Wordt niet omgevormd tot oorspronkelijk weefsel maar is littekenweefsel Na wkn-mndn: retractie vh littekenweefsel Weefsel dat WEL nieuw gevormd kan worden: bot, zenuwen en opperhuid

41 Wondgenezing Per primam: wonden w gehecht  weefsels komen weer precies tegen elkaar aan te liggen  geen granulatieweefsel (duurt ± 8 dagen, wondranden moeten wel nog leven!, moet <8u na ontstaan wond) Per secundam: granulatieweefsel vult het gat vd wond op en huid groeit hieroverheen (wkn) Soms hypergranulatieweefsel = wild vlees! Als wond >8u oud en je wilt toch hechten: eerst wond opfrissen = wond toilet

42 hypergranulatieweefsel

43 1.4 Ziektepreventie = Het voorkomen dat een dier ziek wordt
Belangrijke taak van PV Vaccinaties Ontwormen Ontvlooien Begint al bij de aanschaf van een dier

44 Hoe controleer je dit? Wanneer is een dier dood? Als geen: Ademhaling
Hartslag Hersenactiviteit Hoe controleer je dit? Lijkstijfheid = rigor mortis Buik zwelt op Ontbinding  skeletspieren verslappen, rigor mortis verdwijnt tijd

45 Aanschaf van een dier Lees pagina


Download ppt "PATHOLOGIE 4.4DP."

Verwante presentaties


Ads door Google