Nederland Les 6: De Gouden Eeuw; Sociale aspecten Van Hunebed tot heden Nederland Les 6: De Gouden Eeuw; Sociale aspecten
Standensamenleving? Of klassensamenleving? Wel enige sociale mobiliteit, maar vooral in economisch (Economie) opzicht. De politiek macht (Bestuur) wordt door een elite bestuurt: de Regenten.
Verschillende sociale groepen Regenten Bestuurders (op platteland en stad) Nagenoeg allen Calvinist waren ook Patriciërs Patriciërs/Gegoede Burgerij Rijk, handelaren, grote boeren Kleine burgerij zij die bezit hebben Ambachtslieden; kleine handelaren, winkeliers, enz “Arbeiders”/werklieden mensen die werken in de nijverheid; visserij; als landarbeider
Regenten annex Patriciërs/Gegoede Burgerij
Verschillende sociale groepen De Onderkant v/d samenleving Armen tot de bedelstaf vervallenen van de stad konden beroep doen op armenzorg kerk en/of stadsbestuur Zwervers en bedelaars Hoorden nergens bij Stad in, stad uit, over het land bedelpenning
Verschillende sociale groepen Platteland Grote boeren Kleine boeren Hier en daar wat adel Veel landarbeiders
De 17e eeuwse samenleving
Bevolkingstoename Door toename van de welvaart groeide de bevolking A) door daling van het sterftecijfer B) immigratie
Immigratie Immigratie Immigratie kon om verschillende redenen Politieke vlucht Vanwege vervolging om geloof en/of afwijkende denkbeelden Vb de Hugenoten, Protestanten uit de Zuidelijke Gewesten of de Sefardiem én Asjkenaziem (Joden uit Zuid- én Oost-Europa) Economische vlucht en/of gelukzoekers Economisch pull vanuit de Republiek Duitse (trek-)arbeiders
Immigratie in cijfers Circa 1650 had de Republiek ongeveer 2 miljoen inwoners Migranten Zuidelijke Nederland 1570-1640 150.000 Hugenoten In een eeuw (17e eeuw) 60.000 Duitsers Trekarbeiders 17e eeuw 30.000 Joden 1600-1750 Enkele tienduizenden,
Het weg vlugten der Gereformeerde uyt Vrankrijk, gravure van Jan Luyken, uit "Geschiedenis van het Edict van Nantes" van Elie Benoist, Delft 1695.
Joodse Amsterdammers