Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 1

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Brainport 2020 Gamaakt door: Quincy wezenberg Danique sabel Joris koolen.
Advertisements

Thema verkeer.
Impressionisme 2 De negentiende eeuw.
ROME transport personen, goederen,voedsel en water van
Openbaar vervoer Te kennen voor de toets.
Wegen in Europa De onderwerpen: Wegennet E-wegen Tolwegen
Toets vervoer Oefenen!!.
H8 B140, B141 H9 B142 Senna en Sharon. H8 B140 VERVOERMIDDELEN Mobiliteiten: verplaatsing van mensen en goederen met behulp van een vervoermiddel. Mogelijk.
De akker oprapen besturen de landbouw plukken de vrachtwagen graven het werktuig zagen de machine.
HEEL VEEL SUCCES! HOI! LEUK DAT JE EEN SPREEKBEURT OVER
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 4
Woordenschat groep 5 Thema 2 Les 2
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 3
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 2
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 2
Woordenschat groep 5, thema 7, les 4
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 3
Woordenschat groep 5, thema 7, les 1
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 6
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 6
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 6
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 6
Woordenschat groep 5, thema 7, les 3
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 5
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 2
Woordenschat groep 5, thema 6, les 4
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 3
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 4
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 5
Woordenschat groep 5, thema 8, les 5
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 2
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 5
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 5
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 4
Geschiedenis en toekomst
Orderpicken H1 Orderpicken Logistiek teamleider.
Woordenschat groep 5 Thema 9 Les 3
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 3
Woordenschat groep 5 Thema 9 Les 2
Woordenschat groep 5, thema 6, les 5
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 1
De persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Gemaakt door: kaj en rens
Energie en energieomzettingen
Samenvatting.
EEN KIJKJE BIJ DE KLEUTERS! Een dagje in onze klas!
AARDRIJKSKUNDE Hoofdstuk 2 – les 2. DOELEN HOOFDSTUK 2 - Je leert wat het centrum van Europa is; - Je leert dat je in Europa verschillende centra hebt.
AARDRIJKSKUNDE Hoofdstuk 2 – les 1. DOELEN HOOFDSTUK 2 - Je leert wat het centrum van Europa is; - Je leert dat je in Europa verschillende centra hebt.
Kan een werelddeel krimpen?
Virus onderscheppen. Inhoudsopgave Formule en grafiek Missiekaart –opdracht –voorwaarden –route bepalen Hints.
Wijs me de weg ! Luchtfoto, schaal en kaart. Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie.
Parijs Hallo,klasgenoten en meester. Mijn spreekbeurt gaat over Parijs. Ik heb dat gekozen omdat ik fan ben van de Eiffeltoren en dan dacht ik waarom doe.
Marnix Niessen, Matthijs Weltens en John Tran. De aanleg van nieuwe wegen gaat soms ten koste van de natuur. Om dit te voorkomen worden er lange tunnels.
Inleiding De voordelen De mechaniek Het design Vormgeving juiste keus!
SPELLING Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Wat een persoonsvorm t.t. (pv t.t.)is en hoe je deze uit een zin haalt. Welke spellingsregels er zijn.
Woordenschat groep 5 Thema 9 Les 3
Wat is je doel voor deze les?
Woordenschat groep 5 Thema 9 Les 4
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 6
Cursus 1.1 Werken met Kaarten Klas 1 BK Lesweek 2
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 3
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 1
Natuurkunde overal H2 Licht
THEMA 2 Nederland is overal Les 1 – De wereld in een straat
Alle buschauffeurs worden elk jaar getest op hun kennis en inzicht.
THEMA 2 Nederland is overal Les 2 – Nederland in Europa
Hoofdstuk 1 Krachten Wat gaan we doen vandaag? Terugblik
eerste/middelste/laatste
blok 1 les 4: samen praten samen leren
Semantisatieverhaal: Weet je wat ik heel graag zou willen
Transcript van de presentatie:

Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 1 De woorden die je vandaag leert: de laadbak de autoweg de loods de spoorlijn het vliegveld de spoorweg de vracht de goederentrein Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 1

Deze les gaat over het goederentransport.

Het goederentransport Je kunt spullen verplaatsen, dat heet transport. Een ander woord voor ‘spullen’ is ‘goederen’. De goederen worden van de ene plaats naar de andere verplaatst : het goederentransport

het vliegveld Een groot terrein waar vliegtuigen landen en opstijgen.

de autoweg Is de weg waarop auto’s rijden; gewone auto’s en vrachtauto’s

De spoorweg De trein rijdt over een spoorlijn. Een ander woord voor spoorlijn is ……..

de laadbak Is de bak in de auto waar de vracht kan worden geladen. Het woord bestaat uit twee woorddelen: laad - bak

De loods Een soort grote schuur. Ze worden vaak gebruikt als opslagruimte voor bedrijven.

De goederentrein Een trein die goederen transporteert.

De spoorlijn De trein rijdt over een spoorweg. Een ander woord voor spoorweg is ………

De vracht Een ander woord voor goederen of spullen.