Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 6

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Over Taal Blok 2.
Advertisements

"Het is beter op iemand te moeten wachten - hoe lang ook –
Krachten.
Door Stijn Kustermans en Robbe Van Doren
Kinderen zijn geen dingen
Waarom heb ik hiervoor gekozen? Ik heb op de Rotterdamse haven gevaren en ik wou er zelf ook meer over weten.
Onder, boven, voor en achter
Weglopen Johanna Kruit.
Jezus vertelt zijn discipelen over het koninkrijk der hemelen …
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 4
De woorden die je vandaag leert: namaken de melodie het vervolg tenslotte allerlaatst de seconde allereerst kopiëren duren.
Woordenschat groep 5 Thema 2 Les 2
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 3
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 2
Woordenschat groep 5, thema 7, les 4
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 3
Woordenschat groep 5, thema 7, les 1
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 6
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 6
Woordenschat groep 5, thema 7, les 3
De woorden die je vandaag leert: de duintop het zeewater de recreatie wentelen het kabaal spiegelen de blaar het luchtbed ondiep.
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 5
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 1
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 2
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 3
Woordenschat groep 5, thema 8, les 2
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 4
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 5
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 5
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 5
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 4
De grote zeequiz van het 4e leerjaar
Woordenschat groep 5 Thema 9 Les 2
Piratenquiz… Schip ahoy!.
Algemene vragen. Algemene vragen Hoe heet de zee die aan België grenst?
Dictee 5.13 Succes.
Een tikkeltje f i l o s o f i e (niet klikken).
God maakte in het begin alles.
Aardrijkskunde Aardrijkskunde powerpoint van Tess en Ashley Thema 1.
Trillingen Klik op de pijltjes van je toetsenbord om naar de volgende of vorige dia te gaan. Hallo allemaal, we gaan het hebben over: dubbelklik.
Raadsels oplopend in moeilijkheidsgraad

Sluizen. Hoe werkt een sluis  se_simulation.html se_simulation.html.
Sluizen Inhoud: Sluizen in Wildervank Bovenste middelste benedenste verlaat.
Thema 3 mijn school Week 1.
Cursus 1.1 Wat zie je in een landschap Klas 2 KGT Lesweek 1
Cursus 1.2 Landschappen in Nederland Klas 2 KGT Lesweek 2
Woordenschat groep 5 Thema 9 Les 3
Hoe en waarom zeilt een zeilboot
Bouwen Matteüs 7: Jezus zei: “Luister naar mijn woorden en doe wat ik vraag. Dan lijk je op een verstandige man, die zijn huis bouwt op stevige.
De wind in de zeilen Handelingen 2:1-2
BPR-Binnenvaart Politie Regelement voorrangsregels
Woordenschat groep 5 Thema 9 Les 4
Krachten op de surfplank en hun gevolgen
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 6
Marcus 4: Op een avond zei Jezus tegen zijn leerlingen:
Vlieger in de wind Marcus 4:37
BRO 2017 Anja Habets Ernst Jacobi
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 3
Krachten KB-2 (+ 3).
Reddingsboeien Opdracht: Speel drie op een rij, op de grond!
Boot bouwen Marcus 4:35-41 “’s Avonds zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Kom, we varen naar de overkant van het meer’. Jezus zat al in de boot. Ze gingen.
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 1
De reis van Druppeltje Drop
De werking van een sluis
Semantisatieverhaal:
In het landschap bij ons in de buurt zit een geheim wapen verborgen…
Hoofdstuk 3.4 Een reisje langs de Rijn
Marcus 4: Het was avond. Jezus zei tegen zijn leerlingen:
Transcript van de presentatie:

Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 6 De woorden die je vandaag leert: de duif de dam schateren de steiger de sluiswachter trekken het binnenvaartschip de vracht de lijnbus het zeilboot de stoomtrein de loopplank Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 6

Varen voor je plezier.

de dam Een soort dijk in het midden van het water. Het water aan de ene kant is hoger dan aan de andere kant. Het is bedoeld om water tegen te houden.

de duif Deze vogels zijn meestal grijs. Ze zijn niet bang voor mensen. Ze maken een geluid dat klinkt als: “roekoe”.

schateren Een ander woord voor hard lachen.

de sluiswachter Iemand die bij de sluis werkt. Hij doet de deuren van de sluis open en dicht en laat het water in en uit de sluis lopen.

de steiger Een soort van houten vloer boven het water waar boten tegenaan liggen.

trekken Deze mannen ……. de boot aan de kant met een touw.

De loopplank Een plank waarop je kunt lopen.

de zeilboot Een boot waarmee je kunt varen. Als de wind in de zeilen blaast, gaat de boot vooruit.

De vracht Een ander woord voor goederen of spullen.

De lijnbus Een bus met een nummer. Deze bus rijdt altijd hetzelfde rondje.

Het binnenvaartschip Een schip dat op rivieren en kanalen vaart. Ze varen niet op zee. Er worden goederen mee vervoerd van de ene naar de andere plaats

De goederentrein Een trein die goederen transporteert.

De stoomtrein Trein die rijdt op stoom.