Het einde van de grote verhalen… Postmodernisme Het einde van de grote verhalen…
Bekijk het volgende fragment
Gustavus en de vervreemding Hoe voelt Gustavus zich volgens jou? (beschrijf in drie woorden) Geef twee oorzaken, volgens jou, van Gustavus zijn gemoedstoestand. Welk wereldbeeld spreekt uit dit filmpje? Leg je antwoord uit Leg de link met mogelijke mensbeelden Is dit ook jouw wereldbeeld? Leg uit waarin het beeld dat jij van de wereld hebt gelijk is of verschilt met het beeld in dit filmpje
Bekijk ook dit fragment
Family Guy: Democracy kicks in… Zijn Stewie en Brian vrijwillig in het leger? Waaraan merk je dit? Met welke aspecten van het Amerikaanse leger wordt hier gelachen? In welk land speelt dit fragment zich volgens jou af? Welke aspecten van de democratie worden hier getoond? Is democratie hier iets absoluut en honderd procent goeds?
Van God los
Postmodernisme: de kenmerken De postmoderne mens is onzeker en verward De postmoderne mens zoekt (soms) antwoorden in religie Alles is relatief Radicale twijfel Diep wantrouwen ten opzichte van gevestigde waarden en instituten De centrale plaats van de (westerse) mens wordt in vraag gesteld Iedereen kan van iedereen leren
1. Alles is relatief Er zijn geen absolute waarheden: iedereen kan gelijk hebben Zowel wetenschap als godsdienst bieden niet noodzakelijk honderd procent sluitende antwoorden Er wordt aan alles getwijfeld (zie ook radicale twijfel)
2. Radicale twijfel Hangt samen met de relativiteit van alles Er wordt betwijfeld of we wel ooit alles kunnen/zullen weten. Zijn er wel antwoorden op onze grote levensvragen? De grote godsdiensten en de wetenschap vallen tegelijk van hun voetstuk. Niets kan nog sluitende antwoorden bieden.
3. Diep wantrouwen ten opzichte van gevestigde waarden en instituten Er heerst een algemeen wantrouwen ten opzichte van politiek. Grote ideologieën zoals communisme hebben afgedaan. Wantrouwen t.o.v. grote godsdiensten en zeker de instituten. Het wantrouwen tegenover de katholieke kerk is groter dan dat tegenover het christendom. Wantrouwen tegenover wetenschap, want heel dikwijls worden als vaststaand beschouwde feiten achteraf betwist. Het westen wordt niet meer als superieur beschouwd
4. Iedereen kan van iedereen leren Iedereen kan in deze maatschappij toegang hebben tot informatie Het ‘weten’ is niet langer een privilege van de happy few. Dankzij de massamedia is er kennis voor iedereen Doordat iedereen nu naast elkaar kennis kan vergaren, heeft ook iedereen zijn mening, interpretatie… De vroegere filters (leraar- professor-politicus-wetenschapper- journalist…) zijn niet langer noodzakelijk en vallen dikwijls weg.
5. Onzeker en verward Door de overvloed aan kennis en meningen, maar ook door hedendaagse problemen als het milieu en onrechtvaardige Noord/Zuid- verhoudingen is de postmoderne mens onzeker en verward De postmoderne mens heeft weinig vertrouwen in de toekomst
6. De postmoderne mens zoekt (soms) antwoorden in religie Geen grote godsdiensten (kerken geraken leeg), maar een individuele visie op religie Mensen zoeken antwoorden in verschillende religies, maar kennen dikwijls de kern van hun eigen godsdienst niet meer Opmars van kleine geloofsgroepen (gevaar voor sektes?)
7. De centrale plaats van de mens wordt in vraag gesteld Het belang van natuur en milieu, het omgaan met de aarde, groeit De mens stelt zijn rol in de achteruitgang van milieu en klimaat in vraag De mens stelt zichzelf niet noodzakelijk boven dieren/natuur
Gevolgen voor moraal?
Lees de tekst van Dick Houtman Retorische vraag: ‘betekent het feit dat wij van de beesten afkomstig zijn ook dat wij ons als beesten moeten gedragen?’ Met andere woorden: betekent dit dat wij geen ethiek kennen, geen geweten hebben? Antwoord van Dick Houtman: nee. De belangrijke zaken, de kern van de dingen blijft gelijk. Ook nu kunnen wij ons daarmee bezighouden
Tieners en God in een postmoderne samenleving…
Tekst van A.M.J. Jansen ‘Jongeren zijn nihilisten’? Mening Jansen? Mening klas?
Kardinaal Danneels in gesprek met jongeren Overkoepelende boodschap? Klopt dit?
5 zinnen: jongeren en geloof Nog flarden christendom Een onvermogen tot geloven. Ze weten niet wie God is Geen geloofscultuur Wel religieuze openheid Wel gelovig, geen duidelijk ‘geloof’ Wel nog gegrepen door de grote mysteries
Religie in Jongerencultuur Jongerencultuur met expliciete religieuze inslag blijft populair. Religieuze leiders reageren vanuit angst voor dwepen en verlies van ‘echt geloof’. Voorbeeld
Vaktaal Atheïsme: ‘niet geloven’. Een atheïst is ervan overtuigd dat God (of transcendente verschijnselen) niet bestaat. Creationisme: De populaire versie van intelligent design, de leer die zegt dat het heelal en het leven geschapen zijn door een 'intelligente ontwerper' - tegen de wetenschappelijke evolutieleer van Darwin in. Creationisme biedt hier pseudo- wetenschappelijke argumenten voor. Evolutietheorie: Darwin ontwikkelde in zijn ‘On the origin of Species’ de theorie dat alle leven op aarde, inclusief mensen, geëvolueerd zijn uit een gemeenschappelijke afstamming. Hierbij voortgestuwd door ‘natuurlijke selectie’ (‘Survival of the fittest’). Intelligent design: De theorie dat de wereld ontworpen is door een ‘intelligente ontwerper’. (al dan niet God). Modernisme: Overkoepelend wereldbeeld, ontstaan na de verlichting (18de eeuw) en doorgebroken in de 19de eeuw. Meer kenmerken: zie cursus. Nihilisme: is binnen de filosofie een begrip dat wordt gebruikt om de ontkenning van het bestaan van betekenis of waarde in de wereld aan te duiden. Het woord komt van het Latijnse "nihil" dat letterlijk "niets" betekent. De term is sterk verbonden met de filosoof Friedrich Nietzsche, die veel met nihilisme bezig is geweest. Postmodernisme: Overkoepelend wereldbeeld, ontstaan na de 2de wereldoorlog. (Meer kenmerken: zie cursus)