de tijd van burgers en stoommachines

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
de tijd van burgers en stoommachines
Advertisements

Wereldoorlogen Kenmerk 38b Totalitaire ideologieën in de praktijk: fascisme/nationaal-socialisme Les 3 – Nazificatie van de samenleving.
4.3 Politieke stromingen.
de tijd van burgers en stoommachines
Wereldoorlogen Twee wereldoorlogen en het ontstaan van de totalitaire regimes Les 38 – Het Interbellum.
Politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa.
Liberalen, socialisten confessionelen
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
Kenmerk 23 Streven naar Absolutisme Les 1: Centralisering van de macht
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
Wereldoorlogen Kenmerk 38b & 41 38b Totalitaire ideologieën in de praktijk: fascisme/nationaal-socialisme 41 Racisme, discriminatie, genocide.
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
Ontstaan en ontwikkeling van een politieke stroming
19de eeuw (5.1) Vanaf 1870 beheersen 3 kwesties de Nederlandse politiek -kiesrechtstrijd -sociale kwestie -schoolstrijd Rond die 3 kwesties vindt in Nederland.
18de eeuw Halverwege de 18de eeuw kwam de Verlichting (zie aantekeningen bij hoofdstuk 7 ) Vrijheidsrechten Verlichtingsfilosofen gingen uit van het idee.
Paragraaf 2: Socialistische ideeën
Historisch overzicht Nederland
Opdracht 12 (H1) Liberaal VOOR censuskiesrecht
De tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900 Eeuw van de
De staatsinrichting van Nederland.
de tijd van burgers en stoommachines
Kenmerk 40 Twee Wereldoorlogen Les 1 – Oorzaken WO I
Wat moet je weten aan het eind van de les?
3 Industrialisatie en Ismen
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Inleiding politieke stromingen
Les 4 Politiek H3 en H4.
Hoofdstuk 3: De Tweede Wereldoorlog
Politieke partijen en stromingen tot 1940
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Par 8 Opkomst van politieke partijen in de 19e eeuw
Op weg naar een eerlijker bestuur
 Industriële revolutie Uitleg  Periode waarin de landbouw voor de meeste mensen in Europa als belangrijkste middel van bestaan verdrongen werd door.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
§2: politieke stromingen en partijen:
Politiek – maatschappelijke stromingen:
Politieke situatie Europa rond 1800
De sociale kwestie = het sociale probleem (dat ontstaat door de IR)
H10.2 Feminisme en socialisme
Rechtsstaat en democratie: lesplan. Tot 1848:  Republiek (hoofdlijnen): KA Opstand in de Nederlanden KA De bijzondere plaats in staatkundig opzicht van.
Hoofdstuk 5: Wacht op onze daden! Wat hebben de Katholieken, Protestanten, Socialisten en vrouwen bereikt?
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
de tijd van burgers en stoommachines
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
de tijd van burgers en stoommachines
Paragraaf 10.3 ‘Naar de verzuilde samenleving’
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
1.4 SOCIALISTEN EN FEMINISTEN
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
§3.4 Politieke stromingen
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Transcript van de presentatie:

de tijd van burgers en stoommachines 1800-1900 Kenmerk 31 De opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme Les 1 – Conservatisme & Radicalisme

Ontstaan conservatisme H6:§ 2: p107-9 1800 1810 1820 1840 1850 1860 1870 1880 1890 1910 Ontstaan conservatisme Reactie op de Franse Revolutie Enerzijds vanwege de harde breuk met het verleden Anderzijds door de wijze waarop deze breuk tot stand kwam Veel geweld, onteigeningen, vervolgingen, onzekerheid, chaos Bij een restauratie zou De rust weer versteld worden Snelle veranderingen onmogelijk worden Alles van waarde behouden zou blijven

Conservatisme in de 19e eeuw - Visie 1800 1810 1820 1840 1850 1860 1870 1880 1890 1910 Conservatisme in de 19e eeuw - Visie Je moet wel bedenken – zoals bij elke stroming – dat de ene conservatief de andere niet is: van heel gematigd tot ultraconservatief. Wat drijft de conservatief? Denkwijze: De mens is geneigd tot het kwade Eigenbelang boven dat van anderen Het is belangrijk met het verleden rekening te houden Tradities zijn van grote waarde; zij binden het volk Verandering moet heel geleidelijk gaan Grote en snelle veranderingen mislukken en brengen ellende Gezag komt in eerste instantie van God

Conservatisme in de 19e eeuw 1800 1810 1820 1840 1850 1860 1870 1880 1890 1910 Conservatisme in de 19e eeuw Eerste helft van de 19e eeuw wordt er politiek gestreden tussen liberalen en conservatieven De liberalen willen alle macht bij het parlement Macht komt van het volk De conservatieven in mindere of meerdere mate bij de vorst Macht komt van God Tweede helft van de 19e eeuw wordt er politiek gestreden tussen socialisten en conservatieven Met name rond de sociale kwestie; hoe deze op te lossen? Socialisten door wetgeving en verruiming van de volksvertegenwoordiging Conservatieven door goed vaderschap (lees: paternalisme) Dit kan door liefdadigheid en/of bescherming vanuit de overheid zonder verruiming van het kiesrecht

Conservatisme in de 20e eeuw 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 Conservatisme in de 20e eeuw Eerste helft van de 20e eeuw ontstaat er geen conservatieve partij, maar conservatieven vinden vaak hun onderdak bij andere partijen. Bij liberalen en confessionelen; ter rechterzijde Conservatisme in de 20e eeuw is niet meer zo scherp, fundamenteel als in de 19e eeuw

Conservatisme in de 20e eeuw - Visie 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 Conservatisme in de 20e eeuw - Visie Conservatisme in de 20e eeuw is anders dan in de 19e eeuw, hetgeen ook blijkt uit hun visie op de maatschappij Zijn voor volkssoevereiniteit Voor parlementaire vertegenwoordiging Erkennen de rechten van het volk/arbeiders Maar benadrukken nog altijd Dat de mens geneigd is tot het kwade Belang van het verleden Dat verandering niet te snel moet gaan

Radicalisme in de 20e eeuw 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 Radicalisme in de 20e eeuw Staat haaks op het conservatisme Het radicalisme staat voor Snelle en grondige verandering Door de samenleving of ten koste van de bestaande samenleving. Door de samenleving: deze radicalen opereren binnen de grenzen van de wet en binnen de parlementaire democratie Ten koste van de samenleving: deze radicalen – zogenaamde ultraradicalen – geloven niet in de democratie en de daarbij behorende rechtstaat en willen deze omverwerpen Niet bereid zijn tot compromissen