Uitwerkingen 9.F.7 Geg :V = 2,5 cmB = 350 cmS = 20 dpt Gevr:v (waar de dia komt) b (waar het scherm komt) Oplossing: N = b v = B V b v = 350 2,5 N = 140 b v = 140 S = 1 f f = 1 20 f = 0,05 m = 5 cm = 1 b + 1 v 1 f = 1 b + 1 v 1 5 Voorwaarde 1 Voorwaarde 2 uit 1 volgt: b = 140v = 1 140v + 1 v 1 5 Substitueren in voorwaarde 2 = 1 140v v 1 5 = v 1 5 = 5 x v v = 5,04 cm b = 140v b = 140 x 5,04 b = 705 cm Opgave 1 Je wilt een 2,5 cm hoge dia volledig op een 3,5 m groot scherm, scherp projecteren. Hiervoor gebruik een projector die een lens heeft met een sterkte van 20 dpt. Bereken waar de dia en het scherm moet komen te staan ten opzichte van de lens.
Uitwerkingen 9.F.7 Geg :N = 3,5S = 25 dpt Gevr:v (waar de lens t.o.v. het voorwerp komt) Oplossing: N = b v = B V 3,5 = b v S = 1 f f = 1 25 f = 0,04 m = 4 cm = 1 b + 1 v 1 f = 1 b + 1 v 1 4 Voorwaarde 1 Voorwaarde 2 b = 3,5v = 1 -3,5v + 1 v 1 4 Substitueren in voorwaarde 2 = 1 -3,5v + -3,5 -3,5v 1 4 = -2,5 -3,5v 1 4 = 4x -2,5 -3,5 v v = 2,86 cm Opgave 2 Je wilt een postzegel 3,5 x vergroot zien door een vergrootglas met een sterkte van 25 dpt. Op welke afstand moet je de lens houden? Maar er is bij een vergrootglas sprake van een virtueel beeld, dus komt het beeld aan dezelfde kant als het voorwerp en dus zal b = - 3,5 v moeten zijn b = - 3,5v uit 1 volgt:
Uitwerkingen 9.F.7 Geg :b = 9 x vS = 10 dpt Gevr:b + v (waar het scherm t.o.v. Het voorwerp komt) Oplossing: b = 9v S = 1 f f = 1 10 f = 0,10 m = 10 cm = 1 b + 1 v 1 10 = 1 b + 1 v 1 Voorwaarde 1 Voorwaarde 2 = 1 9v + 1 v 1 10 Substitueren in van voorwaarde 1 in 2 = 1 9v = 9v 1 10 = 10 x 10 9 v v = 11,11 cm Opgave 3 Een lichtgevende pijl staat voor een lens, deze pijl gaan we 10x zo ver op een scherm scherp afbeelden. De sterkte van deze lens is 10 dpt. Bereken waar het beeld, t.o.v. van de pijl, scherp afgebeeld wordt. v 10v 9v b = 9 x v b = 9 x 11,11 b = 100 cm b + v = 111,11 cm
Uitwerkingen 9.F.7 Geg :b + v = 1200 cm Een verkleining van 25 x betekent 1/25 x zo groot Gevr:S (Sterkte lens) Oplossing: Voorwaarde 2 Substitueren in voorwaarde 2 b + 25b = 1200 cm Opgave 4 Een boom staat op 12 m afstand van een lichtgevoelige chip. We willen een 25x zo kleine scherpe afbeelding op deze chip krijgen. Bereken de sterkte van de lens die je hiervoor nodig hebt. Verkleining 25 x N = b v = B V Voorwaarde 1 Dus N = 1/25 b + v = 1200 cm uit 1 volgt: v = 25b 1 25 = b v 26b = 1200 cm b = 46,15 cm v = 1153,75 cm v = 25b v = 25 x 46,15 = 1 b + 1 v 1 f = 1 46, ,75 1 f f = 44,38 cm S = 1 0,4438 S = 2,25 dpt