Cv = F u  F = Cvu  F = Cv(el - bl) u = (el - bl)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De gemiddelde leerling
Advertisements

Snelheid op een bepaald tijdstip
WELKOM BIJ DIT SPEL VOOR HET EERSTE!!! DIT GAAT OVER: + en – tot 20 KLIK OP DE MUIS OM DE SPELREGELS TE LEZEN!!!
Toepassingen op de stelling van Pythagoras
Samenstellen van twee krachten
Rekenen Cito M6 oefenen.
Dynamische tijdbalk Een dynamische tijdbalk geeft een uitvergroot deel van de algemene tijdbalk weer. Hij heet dynamisch omdat hij er voor elke periode.
Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging
Hoofdstuk 8 Regels Ontdekken Sebnem YAPAR.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
UITWERKINGEN TOEPASSINGEN
Vergroting.
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 1
Start.
Elektriciteit 1 Les 12 Capaciteit.
Samengestelde drukwet
Als de som en het verschil gegeven zijn.
Extra vragen voor Havo 3 WB
Regels voor het vermenigvuldigen
Regelmaat in getallen … … …
Aan welke 4 zaken herken je dat een kracht werkt?
H 7 Krachten Deel 3 krachten meten.
Hoe je krachten meet Het begrip veerconstante
5.1 Definitie van vermogen
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
Presentatie over tijgers
Les 2 Elektrische velden
Inkomen les 14 Begrippen & 65 t/m Begrippen Primaire sector Bedrijven die zaken aan de natuur onttrekken (landbouw, jacht, bosbouw, visserij)
Arbeid en kinetische energie
Als je een veer wilt uitrekken dan zul je daar een kracht op
Antwoorden oefenstof Opgave 1 a] 12 N/cm2 = N/dm2 b] 0,8 N/mm2 = N/m2
Antwoorden oefening krachten A1
Meestal werken er op een hefboom meerdere krachten V.B.
Belastingen op daken Herman Ootes.
Construeren van een Tennishal Vergeet-mij-nietjes. Week 13
Opdracht 1 De lengte van Fres is 5,00 cm ^ 4,00 cm = 80 N ^
Plaats en tijd opgave 1 25 s 26 s 27 s a) Baan 4. b) (De zwemmer is weer bij het Startpunt) c) Na 76 s is afgelegd:
44 Doosjes (1) Lengte, breedte, hoogte meten Inhoud berekenen
Uitwerking opgave 1.2 1f uit: Wiskunde in beweging – Theo de Haan.
Krachten optellen en ontbinden
Mechanische druk  .
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Opdracht: Ontbind de kracht F in twee krachten F 1 en F 2. Krachtenschaal: In de tekening stelt 1 cm steeds 15 N voor.
ZijActief Koningslust 10 jaar Truusje Trap
Wrijvingskrachten Wim Cuppens. Vraagstuk 17 (II) p. 148 Twee kratten 1 en 2 met respectievelijke massa’s m 1 = 80 kg en m 2 = 110 kg staan op een horizontaal.
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
Berekening middel en water
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
Aan welke 4 zaken herken je dat een kracht werkt?
tafel van 1 tafel van 1 x 1 = 1 x 1 = 1 2 x 1 = 2 3 x 1 = 3 4 x 1 = 4
Ongelijke verdeling 2 Als de som en de verhouding gegeven zijn.
Gelijkwaardige formules
Worteltrekken (1) F.J. Schuurman De Meibrink 30 Dinxperlo.
Schaalberekeningen Hoofdstuk 1 Australië.
Toets 1 Examen Reinder Reen.
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
Regels voor het vermenigvuldigen
welke hoef je niet te leren?
ZijActief Koningslust
Uitwerkingen 9.F.7 Geg :V = 2,5 cmB = 350 cmS = 20 dpt Gevr:v (waar de dia komt) b (waar het scherm komt) Oplossing: N = b v = B V b v = 350 2,5 N = 140.
4 Sport en verkeer Eigenschappen van een kracht Een kracht heeft:
Techniek en handvaardigheid op de Viaan
Door Bas v.d. Noord & Ton Broekhuizen
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
Als je een veer wilt uitrekken dan zul je daar een kracht op
Transcript van de presentatie:

Cv = F u  F = Cvu  F = Cv(el - bl) u = (el - bl) Voorbeeld 4 VWO Een veer met een beginlengte van 8cm krijgt een lengte van 12cm als je er een kracht van 5N op uitoefent. a] Bereken de veerconstante b] Bereken de lengte van de veer als je er een kracht van 17N op uitoefent. c] Welke kracht moet je erop uitoefenen, wil je een lengte van 20cm wilt bereiken? Cv = F u  F = Cvu  F = Cv(el - bl) u = (el - bl) eindlengte beginlengte a] F = Cv(el - bl) b] F = Cv(el - bl) c] F = Cv(el - bl) 5 = Cv(12 - 8) 17 = 1,25(el - 8) F = 1,25(20 - 8) Cv= (12 - 8) 5 17 = 1,25el - 10 F = 15N 1,25el = 27 Cv= 5 4 = 1,25 N/cm el = 21,6cm

Je beschikt over de twee onderstaande Voorbeeld 5 VWO F F eindlengte Je beschikt over de twee onderstaande veren waarvan je de beginlengte en veerconstante weet. (zie tekening) 20cm Cv = 9N/cm 16cm Cv = 5N/cm F = Cv(el - bl) F = Cv(el - bl) Bij een bepaalde kracht worden beide veren even lang. Bereken deze kracht, en de bijbehorende lengte van de veren. F = 9(el - 20) F = 5(el - 16) F = 9el - 180 F = 5el - 80 De kracht is voor beide veren gelijk invullen F = 5(25 - 16) 9el - 180 = 5el - 80 F = 59 4el = 100 el = 25cm F = 45N

Bij een belasting van 30 N krijgen onderstaande veren dezelfde lengte. Voorbeeld 6 VWO Bij een belasting van 30 N krijgen onderstaande veren dezelfde lengte. 10cm Cv = 8N/cm 4cm Cv = ? N/cm Bereken de veerconstante van de oranje veer