2.5 Kosmische straling en organismen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Van cel tot DNA Interactieve quiz.
Advertisements

Een Gen voor Homoseksualiteit?
2.3 Kaart van het heelal, of waar komt de kosmische straling vandaan?
Globale planning Les 1: namen en eigenschappen van de planeten (1 t/m 6) Les 2: eigenschappen van de planeten (7 t/m 10) Les 3: maten in ons zonnestelsel.
… Ioniserende straling !!
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
Thema 3 Genetica Paragraaf 1
DNA bouw en replicatie.
Large-scale structure
Genetisch materiaal onder de loep
Erfelijkheid Genotype / fenotype.
Erfelijkheid Genotype / fenotype.
Deeltjes en straling uit de ruimte
Genetisch materiaal onder de loep
Newton - VWO Ioniserende straling Samenvatting.
In deze presentatie ga je kijken hoe het DNA wordt
Van genotype tot fenotype
DNA Erfelijke materiaal Twee nucleotiden ketens
Samenvatting H 8 Materie
Newton - HAVO Ioniserende straling Samenvatting.
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Wat doet de dampkring met binnenkomende straling?
Wat doet de dampkring met binnenkomende straling?
Wat doet de dampkring met binnenkomende straling?
2.5 Kosmische straling en organismen Roel Ties Ymanuel.
Kosmische straling.
(Kosmische) straling en organismen door Sofie, Pau Li en Kim v2a
Werkverslag. Inhoudsopgave Pag.1 wat hebben we gedaan in deze lessen?
Ontstaan van het heelal en de aarde
De ontwikkeling van leven
Uitleg over het project ‘foutje in het DNA’
DNA.
Waar haal je de energie vandaan?
Licht Hoofdstuk 5 paragraaf 5.1 en 5.2
(Kosmische) straling en organismen
Samenvatting Conceptversie.
Het Scholierenproject “Kosmische Straling”: Een speurtocht naar bijzondere signalen uit het heelal Johan Messchendorp, KVI 2003.
Paragraaf 3.4 Stabiliteit van DNA.
Vorige keer…. Genotype/Fenotype
In deze presentatie ga je wederom kijken hoe het DNA wordt
Basisstof 6 & 7: Chromosomen en Celdeling
B. Stof 3 Hoofdthema’s in de Biologie
HAVO 4 Boek: biologie voor jou HAVO A
Hoofdstuk 7: Erfelijkheid
BIO 42 Het centrale dogma.
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
DNA, RNA en Eiwitsynthese
Thema cellen Processen
DNA-technologie 1 Virus plaatst zijn eigen DNA (of RNA) in het DNA van de gastheercel, waardoor deze de bouwstenen van het virus kan maken.DNAbouwstenen.
ERFELIJKHEID.
13.3 Soorten veranderen Evolutie.
Thema 4 DNA. Genotype - Fenotype genotype: de erfelijke eigenschappen die vastliggen in het DNA (in de genen). fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken.
ERFELIJKHEID.
Biolgie voor Jou. VMBO-BK.
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
Genetisch materiaal onder de loep
Hoofdthema’s in de biologie
Organen en cellen Thema 1.
Thema 1 Cellen en Organen
Fokkerij 1.1 Wat is genetica?.
DNA.
Transcript van de presentatie:

2.5 Kosmische straling en organismen Door: Joey Leenen, Jarno Janssen en Jim Bouw

Inhoudsopgave: Chromosomen en DNA Mutaties Kosmische straling Bescherming tegen straling Experiment Vragen

Chromosomen en DNA Een mens heeft 23 chromosomen paren in elke celkern, maar bij de meeste organismen is dat anders. Een zo’n chromosoompaar bij een man bestaat uit een x-chromosoom en een y-chromosoon en bij een vrouw bestaat het uit twee x-chromosomen. Een chromosoom bestaat uit lange DNA-strengen (dat zijn alle kleine stukjes op de animatie), waaraan veel eiwitten vastzitten. Ze zijn opgebouwd uit DNA-stengen. De DNA-strengen bestaan uit nucleotide, nucleotide bestaat uit drie delen: 1. Purine 2. Suiker met vijf koolstofatomen 3. Eén tot drie fosfaatgroepen Filmpje: http://schooltv.nl/video/chromosomen-wat-is-een-karyogram/

Mutaties Bij een mutatie zijn er veranderingen in het erfelijke materiaal van een organisme. Er komt een mutagene straling vrij die het DNA in celkernen verandert, waardoor ze ook kankerverwekkend zijn of een miskraam kunnen veroorzaken. Op een lange termijn zijn mutaties juist gewenst vanwege het in stand houden van de genetische variatie binnen een soort. Veranderingen in genen zorgen ervoor dat nieuwe eigenschappen ontstaan in de nakomelingen van een organisme, de beste organismen worden geselecteerd , dit noem je de evolutie. Mutatie die optreedt in een DNA 

Kosmische straling Ontstaan: De oorsprong van de kosmische straling is slechts voor een deel bekend. Laag-energetische deeltjes komen van de zon en van sterren uit ons melkwegstelsel. Deeltjes met nog meer energie kunnen aan galactische magneetvelden ontsnappen en hebben waarschijnlijk een extragalactische oorsprong. Hierbij wordt gedacht aan Gamma-Ray Bursts (GRB), aan actieve kernen van ver weg gelegen sterrenstelsels, en aan andere verschijnselen die met zeer energetische plasmajets gepaard gaan. Kosmische straling kan ook afkomstig zijn van zwarte gaten. Per jaar wordt een mens gemiddeld aan 3.6 mSv blootgesteld, dit is niet schadelijk pas bij 4.5 Sv is de kans heel groot dat je het niet overleeft. De eenheid van straling is becquerel (Bq), het beschrijft het aantal atoomkernen dat per seconde wordt uitgezonden. Becquerel is vernoemd naar Antoine Henri Becquerel. Het is veiliger om over de evenaar te vliegen dan over de polen want daar gaat al de straling heen dus sta je meer blootgesteld aan kosmische straling! De hoeveelheid straling waaraan je wordt blootgesteld is afhankelijk van: Plaats, op de polen is meer straling dan op de evenaar. Achtergrond straling, op sommige plekken is de achtergrond straling veel groter Producten, materialen die straling uitzenden

Bescherming tegen straling Er zijn verschillende soorten manier om jezelf te beschermen tegen kosmische straling en materialen die kosmische straling opnemen/tegenhouden: Bij de mens: Zonnebrand Zonnebril Parasol Materialen: Lood Aluminium Gewapend beton Plastic Een ruimtepak moet ook beschermd zijn tegen straling maar er zijn meerdere onderdelen; Isolatie en kogelwering Ontlasting opvangen Genoeg zuurstof Spullen om je vast te koppelen aan bijvoorbeeld een ruimteschip Ademen Buizen om de lichaamswarmte aftevoeren naar de rug.

Experiment Wij hebben een experiment gedaan met zonnebrandcrème, de bedoeling was om een aantal evenwijdige lijnen te tekenen en daar zonnebrandcrème op te smeren in een oplopende factor. Daarna moest je boven het papier een UV-lamp houden en opschrijven wat er gebeurt. Je ziet dat de bovenste lijn (met de hoogste factor) het minste Uv-licht doorlaat dus de markeerstiftlijn het minste oplicht. Bij factor 30 is dit meer en bij factor 15 is dit weer meer als bij factor 30. Conclusie: Een hogere factor zonnebrandcrème houdt wel degelijk meer UV-straling tegen.

Vragen?