§2.1 Hoe betaal je? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Ruilen en de functies van geld Vormen van geld Rekeningoverzicht © Noordhoff Uitgevers 2011
Ruilen Directe ruil: het ene goed ruilen tegen het andere goed Indirecte ruil: geld ruilen voor bepaalde goederen Vroeger was er veel directe ruil. Tegenwoordig vindt er vooral indirecte ruil plaats. © Noordhoff Uitgevers 2011
Functies van geld Geld heeft drie functies: Ruilmiddel: met geld kun je iets kopen. Rekenmiddel: met geld stel je vast hoeveel iets waard is. Spaarmiddel: met geld kun je sparen voor iets wat je later wilt kopen. © Noordhoff Uitgevers 2011
Vormen van geld Geld is er in drie vormen: Chartaal geld: munten en bankbiljetten Giraal geld: staat op een betaalrekening Elektronisch geld: staat op de chipknip © Noordhoff Uitgevers 2011
Chartaal geld Chartaal geld bestaat uit bankbiljetten en munten: € 500 € 200 € 100 € 50 € 20 € 10 € 5 € 2 € 1 € 0,50 € 0,20 € 0,10 € 0,05 € 0,02 € 0,01 © Noordhoff Uitgevers 2011
Giraal geld Giraal geld staat op de betaalrekening. Je betaalt ermee door geld over te maken of te pinnen. Als je geld opneemt bij het geldautomaat, neemt de hoeveelheid giraal geld af en de hoeveelheid chartaal geld toe. © Noordhoff Uitgevers 2011
Elektronisch geld Elektronisch geld staat op de chipknip. In bijvoorbeeld de bus en bij de parkeermeter kun je vaak met de chipknip betalen. Als je met de chipknip betaalt, hoef je niet je pincode in te toetsen. Het is daarom verstandig niet te veel geld op de chipknip te zetten. © Noordhoff Uitgevers 2011
Creditcard Betalen met de creditcard is een vorm van giraal betalen. Soms moet je een handtekening zetten en soms moet je de pincode intoetsen als je met de creditcard betaalt. De creditcardmaatschappij schiet het geld voor. Pas aan het eind van de maand worden de betalingen van je rekening afgeschreven. © Noordhoff Uitgevers 2011
Rekeningafschrift Op je rekeningafschrift staan: Je vorige saldo Je girale ontvangsten Je girale uitgaven Je nieuwe saldo © Noordhoff Uitgevers 2011
Rekeningafschrift Creditsaldo Debetsaldo 'In de plus' Positief saldo 'In de min' Negatief saldo Rood staan © Noordhoff Uitgevers 2011
Rekeningafschrift Je saldo bereken je als volgt: Vorige saldo Ontvangen + Betaald - _________________________________ Nieuw saldo © Noordhoff Uitgevers 2011
Rekeningafschrift Je saldo bereken je als volgt: Vorige saldo € 58 Ontvangen € 45 + Betaald € 60 - _________________________________ Nieuw saldo © Noordhoff Uitgevers 2011
Rekeningafschrift Je saldo bereken je als volgt: Vorige saldo € 58 Ontvangen € 45 + Betaald € 60 - _________________________________ Nieuw saldo € 43 © Noordhoff Uitgevers 2011