Scheikunde Chemie overal

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Bouw van zuivere stoffen
Advertisements

Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
VWO Hoofdstuk 16 Stereochemie
Materie, energie en leven
Atomen , moleculen en reactieschema
KOOLSTOFCHEMIE organische chemie
Carbonzuren Copyright © 2007 by Pearson Education, Inc.
OH – groep = hydroxylgroep
Herkennen van verbindingsklasse 5de jaar Natuurwetenschappen
Herkennen van verbindingsklasse 5de jaar Natuurwetenschappen
Voortgezette assimilatie
Bouwstenen van atomen massa (u) lading plaats Aantal is gelijk aan:
Voeding koolstof chemie
Hoofdstuk 4 Zouten.
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
Alkanen en alkenen Koolstofchemie Klas 4.
Karakteristieke groepen
Examentraining Havo 5.
De algemene molecuulformule van een alkaan is:
Naamgeving van koolstofverbindingen
De algemene molecuulformule van een alkaan is:
Atomen , moleculen en reactieschema
koolhydraten: voorbeelden van koolhydraten
vetten: vet algemeen Vetten
9.2 Alkanen en alkenen 4T Nask2 9 Koolstofchemie.
De chemie met moleculen opgebouwd rond een koolstof ‘skelet’
Auteur: Hans Op het Roodt – naSK2 - docent
Organische chemie: namen aldehyden
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Voortgezette assimilatie =
Molecuulbouw en stofeigenschappen
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
KOOLSTOFCHEMIE organische chemie
Voortgezette assimilatie =
Atoombindingen Covalent: sterk, elektronenpaar gedeeld
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
Alkaanzuren Copyright © 2007 by Pearson Education, Inc.
Scheikunde 4 W&L.
KOOLSTOFCHEMIE organische chemie
Naamgeving koolwaterstoffen
Naamgeving koolwaterstoffen
Hoofdstuk 3 Kelly van Helden.
Naamgeving koolwaterstoffen
Fysica, biologie en chemie “Wetenschappen voor de burger van morgen”
Koolwaterstoffen Alkanen Algemene formule CnH2n+2 Methaan CH4
Koolwaterstoffen Alkenen Algemene formule CnH2n
Scheikunde Chemie overal
HOOFDSTUK 1 STOFFEN.
Voortgezette assimilatie 1
INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE.
Naamgeving koolwaterstoffen
Koolstofchemie Alkanen en Alkenen Zijgroepen Naamgeving ©Maarten.
Voortgezette assimilatie 1
Koolhydraten, Eiwitten, Vetten
Voedingsstoffen.
Biomoculen, Spijsvertering en Moleculaire genetica.
Week 1 Hoofdstuk 7.2.
Hoofdstuk 10 Polymeren.
Scheikunde Chemie overal
Week 2 Hoofdstuk 7.2.
Naamgeving koolwaterstoffen
Week 5 Hoofdstuk 7.3.
Week 4 Hoofdstuk 7.3.
Week 3 Hoofdstuk 7.3.
Naamgeving koolwaterstoffen
Naamgeving koolwaterstoffen
Naamgeving koolwaterstoffen
Naamgeving koolwaterstoffen
Voortgezette assimilatie 1
Transcript van de presentatie:

Scheikunde Chemie overal Kelly van Helden

Planning Week 1 Vandaag: paragraaf 7.2 Huiswerk maken

7.2 Organische chemie Is de chemie van de koolstofverbindingen Alle organische stoffen zijn opgebouwd uit koolstofatomen Voorbeelden van koolstofverbindingen: vetten, eiwitten en koolhydraten Vetzuur

Het koolstofatoom Staat centraal in de koolstofverbinding Deze koolstofatomen kunnen zich binden aan niet-metalen dit is een ……………… Waar in deze figuur zien we dit? atoombinding

Het koolstofatoom Een koolstofatoom heeft covalentie 4 Covalentie van alle niet-metalen Atoom Covalentie C 4 H 1 F, Cl, Br, I O en S 2 N 3 Uit je hoofd kennen!!!

De belangrijkste organische groepen

Structuurformule en molecuulformule Wat was het ook alweer?

Vertakt of onvertakt

Verzadigd of onverzadigd Etheen

Alkanen Koolstofverbindingen: stoffen waarin een C (koolstof) voorkomt Koolwaterstoffen: verbindingen die uitsluitend bestaan uit koolstofatomen en waterstofatomen Homologe reeksen: stoffen die op elkaar lijken. (verhoudingen zijn gelijk)

Alkanen Vertakte of onvertakte Alleen enkelvoudige bindingen dus altijd verzadigd Algemene formule: CnH2n+2 Brandbaar Lossen niet op in water C1 t/m C4 Gasvorming C5 t/m C16 Vloeibaar C17 enz Vast

Alkanen (CnH2n+2) Eerste 10 alkanen zijn:

Naamgeving alkanen 1. Wat is je hoofdketen? Grootste aaneengesloten reeks van C. 2. Vanaf welke kant moet je nummeren Begin met nummeren het dichts bij de vertakking. 3. Benoem de zijgroepen op alfabetische volgorde Komt deze zijgroep vaker voor dan geef je dat aan met het griekse telwoord. (di, tri, tetra, penta, hexa) 4. Geef de naam van de hoofdketen.

Naamgeving alkanen Zijgroepen:

Opdracht Geef de naam aan:

Huiswerk Maak opdracht 2 t/m 6 en 10 Niet maken 4c,

Week 2 Scheikunde Kelly van Helden

Planning Huiswerk nakijken Paragraaf 7.2 afmaken Huiswerk maken

Huiswerk nakijken 2. a. Een koolwaterstof is een molecuul met alleen C atomen en H atomen. (ook wel alkanen) b. Onverzadigde koolwaterstoffen wil zeggen dat er ergens een dubbele binding zit c. Vertakt wil zeggen dat er ergens een zijgroep zit (nooit aan de buitenkant)

3. Verbindingen B en D zijn onverzadigd Verbindingen A en C zijn vertakte moleculen 4. Een homologe reeks is een groep van stoffen die dezelfde algemene formule hebben CnH2n+2 5. C9H20 2*7+2=16 dus alkenen

Alkenen (er zit een dubbele binding) 6. Alkenen (er zit een dubbele binding) Alkanen (er zit geen dubbele binding) . C6H14 C4H8 C7H16 C5H8

10.

Herhaling alkanen Vertakte of onvertakte Alleen enkelvoudige bindingen dus altijd verzadigd Algemene formule: CnH2n+2

Alkanen (CnH2n+2) Eerste 10 alkanen zijn:

Naamgeving alkanen 1. Wat is je hoofdketen? Grootste aaneengesloten reeks van C. 2. Vanaf welke kant moet je nummeren Begin met nummeren het dichts bij de vertakking. 3. Benoem de zijgroepen op alfabetische volgorde Komt deze zijgroep vaker voor dan geef je dat aan met het griekse telwoord. (di, tri, tetra, penta, hexa) 4. Geef de naam van de hoofdketen.

Verzadigd of onverzadigd Vertakt of onvertakt Etheen

Isomeren Verbindingen met een zelfde molecuulformule maar een verschillende structuurformule C4H10

Alkenen CnH2n Koolstofverbindingen met één of meerdere dubbele bindingen tussen de koolstofatomen (dubbele binding)

Naamgeving alkenen 1. Wat is je hoofdketen? Grootste aaneengesloten reeks van C. 2. Vanaf welke kant moet je nummeren Begin met nummeren het dichts bij de dubbele binding. 3. Benoem de zijgroepen op alfabetische volgorde Zijgroepen worden hetzelfde weergegeven als bij alkanen. 4. Geef de naam van de hoofdketen - In plaats van –aan eindigt je stamnaam nu op -een - Alkenen met een 2 dubbele bindingen krijgen de uitgang: –dieen - Geef aan op welk C-atoom de dubbele binding zit dmv een nummer.

Huiswerk Maken alle opdrachten paragraaf 7.2 Opdracht 4c, 7 t/m 9 en 11 t/m 13

Week 3 Scheikunde Kelly van Helden

Planning Huiswerk nakijken Aromaten, alkynen, halogeenalkanen Huiswerk maken

Huiswerk nakijken 4. c. CnH2n 7. Isomeren zijn moleculen met dezelfde molecuulformule maar een andere structuurformule 8. a. b.

9. A en E (dezelfde molecuulformule andere structuurformule). 11. a. 1 9. A en E (dezelfde molecuulformule andere structuurformule). 11. a. 1. Butaan 2. 1-Buteen 3. 2-Buteen b. 2 en 3 zijn isomeren

12. a. Butaan methyl-propaan Hexaan 2 methylpentaan 3 methylpentaan 2,3 dimethylbutaan 2,2 dimethylbutaan

12. b. a. 2 methyl pentaan b. 1 buteen c. 2,4 dimethylpentaan d 12. b. a. 2 methyl pentaan b. 1 buteen c. 2,4 dimethylpentaan d. 1,3 pentadieen e. Hexaan 13. a.

Herhaling naamgeving alkanen 1. Wat is je hoofdketen? Grootste aaneengesloten reeks van C. 2. Vanaf welke kant moet je nummeren Begin met nummeren het dichts bij de vertakking. 3. Benoem de zijgroepen op alfabetische volgorde Komt deze zijgroep vaker voor dan geef je dat aan met het griekse telwoord. (di, tri, tetra, penta, hexa) 4. Geef de naam van de hoofdketen.

Naamgeving alkenen 1. Wat is je hoofdketen? Grootste aaneengesloten reeks van C. 2. Vanaf welke kant moet je nummeren Begin met nummeren het dichts bij de dubbele binding. 3. Benoem de zijgroepen op alfabetische volgorde Zijgroepen worden hetzelfde weergegeven als bij alkanen. 4. Geef de naam van de hoofdketen - In plaats van –aan eindigt je stamnaam nu op -een - Alkenen met een 2 dubbele bindingen krijgen de uitgang: –dieen - Geef aan op welk C-atoom de dubbele binding zit dmv een nummer.

Aromaten Cyclische koolwaterstoffen met tenminste 1 onverzadigde ringstructuur C6H6 Benzeen

Nog een paar aromaten Fenol Chloorbenzeen

Alkynen Koolwaterstoffen met een drievoudige koolstof koolstof binding CnH2n-2 Naam eindigt op –yn Bijvoorbeeld: Ethyn

7.3 karakteristieke groepen

Halogeenalkanen Alkanen waarin één of meer H-atomen door een halogeen atoom zijn vervangen. F, Cl, Br, I Fluor, chloor, broom, jood

Halogeenalkanen Naamgeving Nummer de keten aan de kant met de karakteristieke groep. Geef aan op welk c-atoom de karakteristieke groep zit. Geef de naam van de karakteristieke groep.

Volgorde Eerst alkenen Dan halogenen Dan alkanen

Voorbeeld Chloormethaan Tetrachloormethaan

Opdracht

Opdracht (iets moeilijker)

Huiswerk Opdracht 14, 16 t/m 18

Week 4 Kelly van Helden

Planning Huiswerk nakijken Alcoholen en zuren Huiswerk maken

Huiswerk nakijken 14. a. Een karakteristieke groep is een groep waar bij een alkaan/alkeen een H atoom vervangen wordt door iets anders b. Zuur (-COOH) c. Alcohol of hydroxy groep (-OH) d. Halogeen (F, Cl, Br, I) e. Amine (-NH2)

16. Een halogeenalkaan is een alkaan waarbij een (of meerdere) H atoom is vervangen door een halogeen (F, Cl, Br, I) 17. 1-fluorpropaan 2-chloorbutaan 1-broommethaan 2-joodbutaan 18. 1-chloorhexaan 2-chloorhexaan 3-chloorhexaan

Alcoholen (alkanolen) Alcoholen zijn herkenbaar aan de hydroxy-groep (OH) 1 hydroxy groep = alkanol Meerdere hydroxy groepen = alcohol

Naamgeving Nummer de koolstofketen. Begin aan de kant waar de karakteristieke groep het dichts bij zit. Geef de naam aan de langste keten en voeg –ol toe. Geef aan met een nummer op welk C-atoom de OH-groep zit. Bij twee OH-groepen geef je dat aan door het griekse telwoord (-diol)

Volgorde Eerst alcohol Dan alkenen Dan halogenen Dan alkanen

Voorbeeld propaan1,3 diol

Teken de structuurformules Propaan-1-ol propan-2-ol Ethanol ethaan1,2-diol propaan1,2,3-triol propaan1,3-diol 2-methylpropaan2-ol

Alkaanzuren Zijn te herkennen aan carboxylgroep Eigenschappen De alkaanzuren behoren tot de zwakke zuren. Hoe langer de koolstofketen hoe zwakker het zuur.

Alkaanzuren Naamgeving Nummer de langste keten vanuit de karakteristieke groep. Noem de stam hetzelfde als bij de alkanen en zet achter de stamnaam –zuur. Bij meerdere zuurgroepen gebruik je het Griekse telwoord Plaats voor de naam de eventuele zijgroepen.

Volgorde Eerst zuur Dan alcohol Dan alkenen Dan halogenen Dan alkanen

Teken de stuctuurformules Methaanzuur Ethaanzuur Propaanzuur Butaanzuur Pentaanzuur Ethaandizuur

huiswerk Opdracht 20 t/m 25

Week 5 Kelly van Helden

Planning Huiswerk nakijken Amine en koolhydraten Huiswerk maken

Huiswerk nakijken 20. Een alkaanzuur is een alkaan waar een zuurgroep aan zit. Bijv: 1. ethaanzuur 2. hexaanzuur 3. methaanzuur 22. a. b. c.

23. 1. dit is een aminozuur dus geen alkaanzuur 2 23. 1. dit is een aminozuur dus geen alkaanzuur 2. dit is een alkaanzuur omdat er alleen maar een alkaan te zien is met een zuur 3. dit is een alkeenzuur dus geen alkaanzuur. 24. Een alkanol is een alkaan met een alcohol groep (OH) eraan. 25. 1-propanol 2-propanol

Amine Koolstofverbindingen met NH2 groep behoren tot de aminen.

Aminen Naamgeving Nummer de langste keten vanaf de karakteristieke groep. Geef aan met een nummer op welk C-atoom de karakteristieke groep zit. Geef de naam aan de langste keten nu met de uitgang –amine. Komt naast de NH2-groep een COOH-groep voor dan eindigt de naam met –zuur. De NH2-groep krijgt de naam amino.

Volgorde Eerst zuur Dan alcohol Dan amine Dan alkenen Dan halogenen Dan alkanen

Koolhydraten De naam zegt het al Anders gezegd: sacchariden of suikers Kool(stof) en hydraten (ander woord voor waterstof) Anders gezegd: sacchariden of suikers Onderverdeling Monosacchariden Disacchariden polysacchariden

Monosacchariden De meest bekende is Glucose Andere bekende zijn: Fructose Galactose Dit zijn isomeren van glucose In de natuur gemaakt door fotosynthese:

disacchariden Bijvoorbeeld: Saccharose Bestaat uit een molecuul glucose en een molecuul fructose

Overige disacchariden

polysacchariden Bijvoorbeeld zetmeel Bestaat uit vele aaneengeschakelde glucosemoleculen Met voedsel in ons lichaam eerst omgezet tot monosacchariden door middel van enzymen (speeksel)

Huiswerk Opdracht 26 t/m 28

Week 6 Kelly van Helden

Planning Huiswerk nakijken Esters, vetten en oliën Huiswerk maken

Esters Een alcohol toegevoegd aan een alkaanzuur: Karakteristieke geur (reuk en smaakstoffen) H2O verdwijnt

Ester Functionele groep:

Naamgeving Begin met de alkylgroep uit de alcohol Daarachter komt de naam van de zuurrest eindigend op –noaat Ethyl ethanoaat

Volgorde Eerst zuur Dan ester Dan alcohol Dan amine Dan alkenen Dan halogenen Dan alkanen

Vetten Vetten en oliën ook wel lipiden Bijzonder soort esters

Verschil vet en olie Vet Op kamertemperatuur meestal vast Meestal van dierlijke oorsprong Gemaakt uit verzadigde vetzuren Olie Op kamertemperatuur meestal vloeibaar Meestal van plantaardige oorsprong Gemaakt uit een of meerdere onverzadigde vetzuren

Opdracht Hoe heet deze groep a. Alkaanzuur b. Alkanol c. Amine

Huiswerk Opdracht 48 t/m 51a, 51d, 52, 57, 59 (blz 212 en 213) en 60 (blz. 217)

Week 7 Kelly van Helden

Planning Huiswerk nakijken Oefeningen maken

Huiswerk nakijken 48. a. b. Zijgroep en hoofdgroep bepalen. Vervolgens zijgroep benoemen dan hoofdketen en dan noaat erachter. 49. a. butaanzuur en ethanol b. propaanzuur en ethanol c. ethaanzuur en propanol

50. 1. butaanzuur 2. methylpropanoaat 3. ethylethanoaat 4 50. 1. butaanzuur 2. methylpropanoaat 3. ethylethanoaat 4. propylethanoaat 51 a. Zuur en een alcohol d. Water 57. aroma’s, oplosmiddel, medische toepassing 59. a. dan ruik je het goed b. door de karakteristieke geur c. de smaak gaat dan weg (verdampt)

Opdracht 52

Oefenen Maak de oefeningen die uitgedeeld worden