Onderzoek Verplaatsingen in Nederland 2015 t/m 2017 Welkom. OViN is een samenwerking tussen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het CBS. Deze presentatie gaat in vogelvlucht door de onderdelen van het OViN proces. Coen van Heukelingen
OViN doel van het onderzoek Adequate informatie verschaffen over de dagelijkse mobiliteit van de Nederlandse bevolking ten behoeve van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en andere beleids- en onderzoeksinstanties. De informatie wordt grotendeels van de respondenten verkregen met vragen over: het huishouden (aantal leden, samenstelling, aantal vervoermiddelen); de steekproefpersoon (werksituatie, opleidingsniveau, rijbewijs- en autobezit (incl. tenaamstelling, brandstof, bouwjaar), vervoermiddelenbezit, frequentie gebruik OV, bezit Studenten OV-Chipkaart), weggeweest, reden niet-weggeweest); de verplaatsingen van de persoon (vertrek-en aankomstlocatie, doel van de verplaatsing, vertrektijd en aankomsttijd, afstand, vervoermiddelen, begeleidingsvragen (voor jongeren en ouderen), carpoolvragen); de ritten van de verplaatsing (vertrektijd en aankomsttijd, ritafstand, ritvervoermiddel). OViN is een persoonsenquête waarbij ook enkele gegevens over het huishouden gevraagd worden. Informatie over de verplaatsingen wordt alleen gevraagd van de steekproefpersoon en niet van de overige huishoudleden.
OViN indeling typen onderzoek Standaardvragenlijst Maatwerk Specifieke vragenlijst Regionaal maatwerk Basisonderzoek: OViN-L OViN-R Landelijk onderzoek Basisonderzoek Meerwerk Amsterdam: OViN-A Regionaal onderzoek Het OViN kent een standaardvragenlijst waarmee het landelijk onderzoek wordt uitgevoerd en waarmee meerwerk (= regionale verdichting) wordt uitgevoerd. Daarnaast is het mogelijk maatwerk uit te laten voeren. Dit gebeurt dan met een specifieke vragenlijst (meestal een na-enquête). Indien gewenst wordt het maatwerk regionaal uitgevoerd. Ook in 2015 t/m 2017 blijft maatwerk mogelijk, maar in de presentatie zal verder geen aandacht meer besteed worden aan maatwerk. In de afgelopen jaren bestond het landelijk onderzoek uit twee steekproeven: 1) een landelijk dekkende steekproef, en 2) een steekproef in 8 van de 12 provincies (de zogenaamde standaard regionale verdichting). De eerste wordt in de presentatie telkens aangeduid met OViN-L, de tweede met OViN-R. Sinds OViN 2011 wordt in opdracht van de stadsregio Amsterdam het meerwerk Amsterdam uitgevoerd in het gebied van de metropoolregio Amsterdam. Dit meerwerk zal in de presentatie verder worden aangeduid met OViN-A. Meerwerk
OViN 2015 t/m 2017 belangrijkste wijziging voortaan 1 bestand met 1 weging Deze wijziging heeft gevolgen voor de wijze waarop het onderzoek met ingang van 2015 is ingericht. In het vervolg van deze presentatie worden kort een aantal onderdelen van het onderzoeksproces van OViN belicht. Daarbij wordt vooral gekeken naar de procesonderdelen in de oude situatie en in de nieuwe situatie voor OViN-L, OViN-R en OViN-A.
Processchema onderzoek (1/3) Steekproef Vragenlijst Dataverzameling Belangrijke input voor het dataverzamelingsproces zijn de steekproef en de vragenlijst. De steekproef is een personensteekproef getrokken uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA). De enquêtedata vormt de output van het dataverzamelingsproces. Enquêtedata
Steekproeven geografische spreiding steekproefpersonen 2010 t/m 2014 2015 t/m 2017 OViN-L landelijk OViN-R Friesland Groningen Drenthe Overijssel Flevoland Utrecht Zeeland Limburg - OViN-A Metropoolregio Amsterdam Uit deze sheets volgt een belangrijke consequentie van de ‘1 bestand met 1 weging’-wijziging: OViN-R komt met ingang van OViN 2015 te vervallen. Nadeel: voor de provincies in de steekproef van OViN-R zal het aantal responsen afnemen. De metropoolregio Amsterdam bestaat uit 35 gemeenten in Noord-Holland en 2 gemeenten in Flevoland.
Vragenlijst typen vragenlijsten OViN vragenlijsten 2010 t/m 2014 2015 t/m 2017 OViN-L standaard vragenlijst OViN-R - OViN-A Ook voor 2015 t/m 2017 wordt voor het landelijk onderzoek en voor het meerwerk gebruik gemaakt van 1 en dezelfde vragenlijst: de standaardvragenlijst. Vragenlijstwijzigingen met ingang van OViN 2015: Laatste begeleidingsvraag jongeren en ouderen vervalt Vragen over in- en uitstapstation voor treinritten toegevoegd Overstapvragen bij ritten met openbaar vervoer zijn vervallen Ritten worden voortaan ook uitgevraagd bij verplaatsingen zonder openbaar vervoer
Dataverzameling benaderingsstrategie steekproef internet telefoon aan huis internet non-respondenten zonder telefoonnummer internet non-respondenten met telefoonnummer Alle steekproefpersonen wordt gevraagd de vragenlijst via internet (cawi) in te vullen. Non-respondenten waarvan het CBS over een telefoonnummer beschikt worden telefonisch (cati) herbenaderd. Indien het CBS niet over een telefoonnummer beschikt, dan wordt de steekproefpersoon aan huis (capi) geïnterviewd. Deze strategie wordt ook voor OViN 2015 t/m 2017 uitgevoerd.
Dataverzameling modes 2010 t/m 2014 2015 t/m 2017 OViN-L internet, telefoon, aan huis OViN-R internet, telefoon - OViN-A Met ingang van OViN 2015 is de benaderingsstrategie voor alle landelijke en meerwerksteekproeven hetzelfde.
Dataverzameling invuldagen 2010 t/m 2014 2015 t/m 2017 OViN-L maandag t/m zondag OViN-R - OViN-A maandag t/m vrijdag Met ingang van OViN 2015 worden voor alle landelijke en meerwerksteekproeven alle dagen van de week toegepast.
Dataverzameling beoogd aantal responsen 2010 t/m 2014 2015 t/m 2017 OViN-L 32.100 35.000 OViN-R 10.000 - OViN-A 1.000 1.370 totaal 43.100 36.370 Het totaal aantal responsen wordt minder. Het aantal responsen voor OViN-A is verhoogd om hetzelfde aantal responsen over doordeweekse dagen als voorheen te kunnen bemachtigen.
Processchema onderzoek (2/3) Enquêtedata Registerdata Verwerking De belangrijkste input van het verwerkingsproces bestaat uit de enquêtedata en de registerdata. De enquêtedata afkomstig uit het dataverzamelingsproces. De registerdata is afkomstig uit de inkomensregistratie, de GBA en er worden geografische variabelen toegevoegd. De verwerking bestaat onder andere uit afleidingen, controles & correcties en weging. De output van het verwerkingsproces is het eindbestand met weegfactoren. Eindbestand
Verwerking weging wegingen per bestand 2010 t/m 2014 2015 t/m 2017 Landelijk bestand Landelijke weging Landelijke weging met een regionale component ten behoeve van meerwerk Meerwerk-bestand Amsterdam Amsterdamse weging - Alle responsen uit de landelijke en meewerksteekproeven worden met ingang van OViN 2015 via hetzelfde weegmodel gewogen. Daartoe moet de dataverzamelingsstrategie voor beide steekproeven hetzelfde zijn. Met ingang van OViN 2015 worden daarom de volgende zaken voor deze steekproeven gelijkgetrokken: de benaderingsstrategie irt de modes: altijd internet -> telefoon/aan huis de dagen: altijd alle dagen van de week Verder zullen net als in voorgaande OViN-jaren voor beide steekproeven de volgende punten hetzelfde zijn: de vragenlijst de veldwerkperiode de dataverzamelingsstrategie. In het weegmodel wordt een regionale component opgenomen die rekening houdt met (specifieke eisen van) de uitgevoerde meerwerkopdrachten.
Processchema onderzoek (3/3) Eindbestand Plausibiliteits- rapportage Plausibiliteitsanalyse Op het eindbestand wordt een plausibiliteitsanalyse uitgevoerd. De bevindingen hiervan worden in een rapportage beschreven. Een samenvatting van de rapportage is bij de documentatie bij het eindbestand inbegrepen.
Eindbestand steekproefelementen steekproefelementen per bestand 2010 t/m 2014 2015 t/m 2017 Landelijk bestand responsen uit: steekproef OViN-L steekproef OViN-R 1 gecombineerd bestand met responsen uit: steekproef OViN-A Meerwerk-bestand Amsterdam steekproef OViN-L en OViN-R van respondenten woonachtig in de metropoolregio A’dam - Met ingang van OViN 2015 is er 1 bestand met de responsen uit de landelijke en de meerwerksteekproeven. Het grote voordeel hiervan is dat de resultaten van een meerwerkregio vergeleken kunnen worden met landelijke resultaten en met de resultaten van andere meerwerkregio’s.
Plausibiliteitsanalyse indicatoren Reizigerskilometers per vervoerwijze per jaar Verkeersdeelname Afstand per persoon per dag Aantal verplaatsingen per persoon per dag Reisduur per persoon per dag Afstand per verplaatsing Reisduur per verplaatsing Om de plausibiliteit van het bestand te beoordelen wordt onder andere gekeken naar de vermelde indicatoren. Dat gebeurde in de afgelopen jaren en zal ook voor OViN 2015 tot en met 2017 gebeuren.
OViN beschikbaarheid OViN-data Downloaden bestanden OViN: easy.dans.knaw.nl ovin Tabellen op basis van OViN: statline.cbs.nl ovin Uitgebreide analyses: cbs.nl microdataservices
OViN 2015 t/m 2017 wijzigingen Meerwerk is geen half maatwerk Voor het landelijke onderzoek en meerwerkonderzoek: eenzelfde dataverzamelingsstrategie een gezamenlijke weging één eindbestand
OViN 2015 t/m 2017 voordelen Meer meerwaarde voor meerwerk Toegenomen bruikbaarheid eindbestand: Iedereen profiteert van alle landelijke en van alle meerwerkresponsen Vergelijkbaarheid tussen meerwerkregio’s en Nederland Vergelijkbaarheid tussen meerwerkregio’s onderling De resultaten van het landelijk onderzoek en het meerwerk voor de jaren 2010 tot en met 2014 waren onderling niet vergelijkbaar. Met ingang van 2015 is dat wel het geval en krijgt meerwerk meer meerwaarde voor de opdrachtgevers ervan en voor alle andere gebruikers van OViN.
Specifieke vragenlijst Standaardvragenlijst OViN vragen? Maatwerk Specifieke vragenlijst Regionaal Landelijk onderzoek Basisonderzoek Meerwerk Standaardvragenlijst Einde van de presentatie: vragen? Vragen?