Kunstmatige Intelligentie, 2009/2010, 2e semester Taaltheorie en Taalverwerking Remko Scha Week 11 Discourse.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammar Chapter 4 – G3 Aangeplakte vragen = Question tags.
Advertisements

Grammar Chapter 4 – G1 What en Which.
Voltooid tegenwoordige tijd
Grammar Chapter 1-G3 Vragen.
The present perfect.. Ik heb gefietst. We zijn naar de bioscoop geweest. En we hebben een appeltaart gebakken. Voltooide tijd: Als iets in het Nederlands.
SE schrijfvaardigheid De belangrijke dingen op een rijtje…
Grammar Chapter 5 Grammar 1 …self / …selves en each other.
Variatie in betekenis Werkgroepopdracht 1b.
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
Everything you need to know for your test in the test week!
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
Interrogative sentences
Hulpwerkwoorden can must may etc.
Past Perfect = vvt (=I had worked/I had been working) He had slept/had been sleeping for 3 hours when I woke him. Hij had al 3 uur geslapen toen ik hem.
Natuurlijke taalverwerking week 4
De digitale coach Het verbeteren van een plan van aanpak Steven Nijhuis, coördinator projecten FNT Deze presentatie staat op:
Natuurlijke-Taalinterfaces Week 7 Discourse Representation Theory.
Grammar Chapter 6 G 3 Some en Any. Some en Any In klas 1 heb je al iets over some en any geleerd, nl dat beide woorden te maken hebben met een onbepaalde.
Grammar Chapter 4 – G2 If + past simple. Je wist al dat je voor het woordje als in het Engels if kunt gebuiken. We gaan hier even mee verder. Het kan.
Grammar Chapter 3 – G3 One en Ones.
Taaltheorie en Taalverwerking Week 5: – Natuurlijke Taal Syntax. (Uitbreiding op CFG: Features.) – Human Parsing: Center-Embedding.
Semantische Interpretatie Jurafsky & Martin (Ed. 1): Hoofdstuk 15
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
The Passive Voice de lijdende vorm.
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Definities: Present Simple en Past Simple
Vorige keer: Verleden tijd: (To be) I am in London. I was in London.
Persoonlijke voornaamwoorden
Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?
Woordvolgorde Bepaling van tijd.
Tuesday, 19 August 2014 dinsdag 19 augustus 2014.
Romeinen 7:1 – 8:2 1Weet u dan niet, broeders en zusters, ik spreek immers tot mensen die de wet kennen, dat de wet alleen gezag over een mens heeft zolang.
Deltion College Engels B1 Lezen [no. 001] can-do : 2 products compared.
Deltion College Engels B1 Schrijven [Edu/003] thema: what have I done wrong…? can-do : kan s/ brieven schrijven over persoonlijke zaken © Anne Beeker.
Deltion College Engels C1 Spreken/Presentaties [Edu/004] thema ‘Today I will talk to you about… ‘ can-do : kan duidelijke, gedetailleerde beschrijving.
Deltion College Engels C1 Spreken [Edu/002] thema: A book that deserves to be read can-do : kan duidelijke, gedetailleerde samenvatting geven van een gelezen.
Deltion College Engels B1 Schrijven [Edu/005] thema: The Weakest Link or Weekend Millionaire… can-do : kan in brieven of s feitelijke zaken beschrijven.
Deltion College Engels C1 Schrijven [Edu/006] thema: Dear editor,
Nothing Is As It Seems Lesson 7 What’s the Story?.
Deltion College Engels B2 Spreken [Edu/001] thema: What’s in the news? can-do : kan verslag doen van een gebeurtenis en daarbij meningen met argumenten.
Deltion College Engels B1 Spreken [Edu/001] thema: song texts can-do : kan een onderwerp dat mij interesseert op een redelijk vlotte manier beschrijven.
Deltion College Engels B1 Lezen [Edu/002] thema: But I ‘ve read it in… can-do : kan hoofdthema en belangrijkste argumenten begrijpen van eenvoudige teksten.
Semantische Complexiteiten van Natuurlijke Taal Cf. Jurafsky & Martin, Ed. 1: Sectie 14.4 (Ed. 2: Sectie 17.4)
Deltion College Engels B2 (telefoon)gesprekken voeren[Edu/002] /subvaardigheid lezen/schrijven thema: I am so sorry for you… can-do : kan medeleven betuigen.
Allesvoorengels.nl. 1. Hoe maak je vragen in de Past Simple? 2. Oefeningen 3. Samenvatting allesvoorengels.nl.
Grammar Chapter 3 Part 2 – Relative pronouns. Some examples The man in the middle who is reading a newspaper is my father. The man in the middle that.
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
The Future Hoe spreek je over toekomstige activiteiten in het Engels?
Wat zijn verwijswoorden en hoe gebruik je die?
Lamb to the Slaughter Who or what is ‘the Lamb to the Slaughter’ in this story?
PAST CONTINUOUS TWAN FRIELING MARIJE VAN DEN HONDEL ANISHA DE VRIES.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen de werkwoorden (to) be en can? 2. Hoe maak je korte antwoorden met (to) be en can? 3. Oefeningen allesvoorengels.nl.
Present perfect (voltooid tegenwoordige tijd). De present perfect simple bestaat uit een vorm van have + voltooid deelwoord. He has refused I have just.
Grammar – period 2.
Justice Gerechtigheid
Past Simple (v.t.) onRegelmatige werkwoorden allesvoorengels.nl.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Past Simple vs Present Perfect
Werkwijze Hoe zullen we als groep docenten te werk gaan?
Past Continuous Deel 1: Functie & Vorm
Betrekkelijk voornaamwoorden
Present Perfect allesvoorengels.nl.
Video and Radio NU Engels unit 5.1.
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
English 23 April 2018.
Chapter 3 Who dares? Grammar Stepping Stones 3 havo
Chapter 2 How stuff works Grammar Stepping Stones 3gt
Who/which voornaamwoorden
Chapter 5 Hit the road Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Hoe maak je zinnen vragend in het Engels.
Transcript van de presentatie:

Kunstmatige Intelligentie, 2009/2010, 2e semester Taaltheorie en Taalverwerking Remko Scha Week 11 Discourse

Jurafsky & Martin, ed.1, Hoofdstuk 18 (ed. 2, Hoofdstuk 21)

Totnutoe: Structuur en interpretatie van individuele zinnen.

Totnutoe: Structuur en interpretatie van individuele zinnen. Nu: Structuur en interpretatie van tekst en dialoog.

Context-afhankelijkheid van de interpretatie van individuele zinnen.

Context-afhankelijkheid van de interpretatie van individuele zinnen: (1) Interpretatie van zins-onderdelen kan afhankelijk zijn van de voorafgaande tekst. (Anaphora.)

Hij keek naar Piet. Anaphora

Jan liep op straat. Hij keek naar Piet. voornaamwoorden (= pronomina = pronouns) Anaphora

Een man en een vrouw liepen op straat. De man keek naar Piet. “definiete beschrijvingen” (= definite descriptions) Anaphora

Piet.

Wie zag Jan? Piet. vraag-antwoord-relatie

Piet van peren.

Jan houdt van appels. Piet van peren. “Gapping”

Context-afhankelijkheid van de interpretatie van individuele zinnen: (2) Interpretatie van zins-onderdelen kan afhankelijk zijn van (niet-linguïstische aspecten van) de uitingssituatie. (Deixis.) “Ik ga morgen naar Groningen.” Persoonlijke voornaamwoorden: Ik, jij, wij, jullie; Aanwijzende voornaamwoorden: Dit, dat. Tijdsaanduidingen: Nu, gisteren, morgen; Plaatsaanduidingen: Hier, daar;

Veel uitdrukkingen kunnen zowel anaphoor als deictisch gebruikt worden: Persoonlijke voornaamwoorden: Hij, zij, het. Definiete descripties: “de universiteit”, “de koningin”. Aanwijzende voornaamwoorden: Dit, dat, deze, die. Plaatsaanduidingen: Er, daar.

Zinsinterpretatie vereist context: uitings-situatie (deixis); voorafgaande tekst (anaphora).

“Anaphora Resolution” (J&M, ed. 1, 18.1) Interpretatie van de voornaamwoorden “he”, “she”, “it, “they”. Vind in de tekst de mogelijke antecedenten voor een anaphore uitdrukking. Vind in de tekst het meest plausibele antecedent voor een anaphore uitdrukking.

Anaphora Resolution (J&M, ed. 1, 18.1) Syntactische and Semantische Eisen

Number agreement “he”  “John” “they”  “John and Mary” Anaphora Resolution (J&M, ed. 1, 18.1)

Syntactische and Semantische Eisen Number agreement Gender agreement (“he” vs. “she” vs. “it”) Reflexives (“John shaved him” vs. “John shaved himself”) Selection restrictions (“The car stood next to the tree. John drove away in it.” vs. “The car stood next to the tree. John climbed it.”) Anaphora Resolution (J&M, ed. 1, 18.1)

Preferences Recency: Voorkeur voor recentelijk genoemd antecedent. Grammatical role: Voorkeur voor het onderwerp van een vorige zin. Repeated mention: Voorkeur voor een vaak genoemd antecedent. Parallelism: “John pushed Peter and then he kicked him.” Anaphora Resolution (J&M, ed. 1, 18.1)

Anaphora Resolution (J&M 18.1) Algorithmes: 3 soorten. Puntentelling voor de preferences. Houd rekening met de preferences in de volgorde waarin je de kandidaten afloopt. Ga uit van de discourse-structuur.

Discourse-structuur Zinsinterpretatie vereist context: uitings-situatie (deixis); voorafgaande tekst (anaphora). Om de juiste context te kunnen bepalen, hebben we de structuur nodig van de voorafgaande tekst.

Text Coherence & Discourse Structure (J&M, ed. 1, 18.2/18.3; J&M, ed. 2, 21.2)

Interpretatie van individuele zinnen is niet genoeg.

Piet houdt van spinazie.

Interpretatie van individuele zinnen is niet genoeg. Waarom gaat Piet bij Karel dineren? Piet houdt van spinazie. vraag-antwoord-relatie

Interpretatie van individuele zinnen is niet genoeg. Piet gaat bij Karel dineren. Hij houdt van spinazie. explanation-relation [J&M, ed.1, p.696]

Interpretatie van individuele zinnen is niet genoeg. Piet ging bij Karel dineren. Hij werd doodziek. result-relation [J&M, ed.1, p.696]

Interpretatie van individuele zinnen is niet genoeg. Piet ging bij Karel dineren. Hij kreeg biefstuk met spinazie en aardbeien-ijs toe. elaboration-relation [J&M, ed.1, p.696]

Interpretatie van individuele zinnen is niet genoeg. Piet stak de straat over. Hij belde bij Karel aan. occasion-relation [J&M, ed.1, p.696]

Interpretatie van individuele zinnen is niet genoeg. Conclusie: Het geheel is meer dan de som van de delen. Behalve de expliciete proposities uitgedrukt door de individuele zinnen, communiceert een tekst ook impliciete proposities die gesuggereerd worden door de opeenvolging van de zinnen.

Discourse Structuur

tall man watches the cat with the telescope NP S the VP Sentence Structure PP NP Nbar Adj N V Det N Prep Det N Det

Discourse Structuur J&M ed.1, pp. 696, John went to the bank. Then he went to Bill's car shop. He needed to buy a car. He can't get to work by train. He also wanted to talk to Bill about softball. Occasion Explanation Parallel Explanation

Discourse Structuur J&M, ed. 1, pp. 696, John went to the bank. Then he went to Bill's car shop. He needed to buy a car. He can't get to work by train. He also wanted to talk to Bill about softball. Occasion Explanation Parallel Explanation head modifier Coordinating relations: Occasion, Parallel Subordinating relations: Explanation, Elaboration

Jan stak de straat over.. Hij belde bij Karel aan. Die deed de de deur open. "Hallo" zei Karel. Jan ging naar binnen. Occasion Coordinating relation: Occasion Occasion

Jan stak de straat over.. Hij belde bij Karel aan. Die deed de de deur open. "Hallo" zei Karel. Jan ging naar binnen. Narrative N-ary coordinating relation: Narrative

I was walking down the street before we moved in here Story I’ve had one bad experience in sixteen years Charlotte Linde Coda Narrative Orientation And that’s the only time I have ever had any bad experience and some guy came to me with a knife and he finally went away. and I clunked him on the head with my purse and I think that’s pretty good Evaluation [Interviewer] what happened? QA Elaboration and bit him on the hand

Een andere toepassing van deze benadering: Summarization

LiveTree by Livia Polanyi, Martin van de Berg, et al. at FXPAL (Fuji Xerox Palo Alto Laboratory; currently at MicroSoft Research) Summarization of Technical Reports. Integrated with XLE Sentence parser.

Meer over discourse-semantiek: derde-jaars college “Discourse” (Zeevat)

Opdracht Anaphora-resolutie-algoritme.