ANTIEKE INSCRIPTIES ALS BRON vakcode: 5772VH01 studiejaar Docent: Dr F.G. Naerebout Omvang: 5 ECTS, Niveau: 300, Periode: 1ste semester Toetsing: door middel van 10 opdrachten en een afsluitende paper Website: Literatuur: themanummer Epigrafiek, Hermeneus 55 (3) (1983)
ROOSTER 09 sept.inleiding 16 sept.inleiding 23 sept.inleiding 30 sept.opdracht 1 + thema 07 okt.opdracht 2,, 14 okt.opdracht 3,, 28 okt.opdracht 4 & 5,, 04 nov.opdracht 6,, 11 nov.opdracht 7,, 18 nov.opdracht 8,, 25 nov.opdracht 9,, 02 dec.opdracht 10,, 09 dec.afsluiting
Zoeken naar (her)uitgave/vertaling van een bekende inscriptie Uitgangspunt 1: referentie 1.1 Breng de referentie thuis – –Databases (zie –Guide de l’épigraphiste –The New Pauly (via UB site / bibliotheek) –Vergelijkbare naslagwerken
1.2 Zoek de publicatie in kwestie op (analoog bibliotheek EN/OF digitaal) en noteer alle informatie 1.3 Zoek verdere uitgaven / commentaren / vertalingen –Google –Concordanties: zelfstandig of in SEG, BE, etc.
GV 1365 Guide: GVI = W. Peek, Griechische Vers-Inschriften I: die Grab-Epigrammen, Berlin 1955 GVI = GV (afkortingen/concordanties SEG) Claros (GVI, zie afkortingenlijst Claros): GVI 1365=1960Grabgedichte 476 GVI 1365=1980Pfohl, Griechische Inschriften 32 GVI 1365=1992Del Barrio, EFG 559 GVI 1365=1998Hansen, Gravestone 24 GVI 1365=2001SEG Pfohl 32 geeft in commentaar: CIG 6310 Kaibel 627 IG GV 1365 GG 476 Herrlinger, Totenklage um Tiere, pp. 40v.
Google: μ ή, δ έ ομαι, γελ ά σ ῃ ς ε ἰ κυν ό ς ἐ στι τ ά φος dog greek epitaph
Uitgangspunt 2: titel, parafrase 2.1 bedenk een zoekstrategie voor de volgende opties: –Google –Database –Via een relevante publicatie 2.2 zorg dat je één of meer referenties te pakken krijgt zie vervolgens uitgangspunt 1: een referentie
Grafschrift voor een hond Google: epitaph dog greek / latin / roman / antiquity –Richmond Lattimore, Themes in Greek and Roman Epitaphs (1962), p. 107: μ ή, δ έ ομαι, γελ ά σ ῃ ς ε ἰ κυν ό ς ἐ στι τ ά φος = Kaibel, Epigrammata Graeca 627 –Reinhold Merkelbach and Josef Stauber, Steinepigramme aus dem griechischen Osten. Band 4: Die Südküste Kleinasiens, Syrien und Palaestina (2002) 18/01/28 –CIL –L. Bodson, in: Anthony L. Podberscek, Elizabeth S. Paul, James A. Serpell (eds), Companion Animals and Us: Exploring the Relationships Between People and Pets (2000)
Uitgangspunt 3: een tekst / een afbeelding 3.1 probeer de inscriptie te categoriseren 3.2 probeer een stuk tekst te lezen, liefst een element als een eigennaam o.i.d. 3.3 voer de tekst in in een database –check: confronteer 3.1 met resultaat van indien succes, verzamel één of meer referenties zie vervolgens uitgangspunt 1: een referentie
Zoeken naar vooralsnog onbekende in- scripties: wat is er aan epigrafisch materiaal relevant voor vraag/onderwerp X, Y en Z? Provenantie corpora Datering corpora, bloemlezingen Onderwerp thematische collecties; onderwerpsindices; ELKE publicatie betreffende het onderwerp waarin epigrafisch materiaal is verwerkt; Grieks en Latijns vocabulaire Bepaald kenmerk thematische collecties
François Bérard et al., Guide de l’épigraphiste. Bibliographie choisie des épigraphies antiques et médiévales, Paris 2010 Editions Rue d’Ulm, Quatrième édition, ISBN
TEKSTEDITIES/VERTALINGEN Corpora: CIG, IG, CIL, RIB, etc. etc. Catalogi: IBM, Inscriptions grecques du Musée du Louvre, etc. etc. Bloemlezingen: Syll 3, OGIS, ILS, etc. etc. Congresbundels, Festschriften Thematische collecties Tijdschriftartikelen en overige publicaties
HULPMIDDELEN Inleidingen, handboeken: Cooley, McLean, Lassère, etc. etc. ‘Recueils’: BE, SEG, EBGR, AE. Concordanties
LCC Subclass CN CN Inscriptions. Epigraphy CN Ancient inscriptions CN Early Christian inscriptions CN755 Medieval inscriptions (General) CN760 Modern inscriptions (General) CN By language CN By region or country en in de A-Z classes verspreid over de leeszalen….
Websites: zie portal
PAPER Kies een onderwerp + vraagstelling zoek relevant epigrafisch materiaal publiceer een klein corpus (mettre en série!!), in de vorm van een ‘modeluitgave’ analyseer het epigrafisch materiaal en bespreek in hoeverre dat materiaal kan bijdragen aan de beantwoording van je vraag (benoem sterke en zwakke punten) een hypothese formuleren mag, maar misschien kan dat niet op de basis van alleen dit materiaal. Het gaat om het potentieel van het epigrafisch materiaal voor een beantwoording van je vraag.