Muzikaal sprookje : Peter en de wolf Muziek geschreven door Sergej Prokofjev Getekend en verteld door de kleuters van de gele klas
Even voorstellen : de personages en hun instrument Peter – viool Vogel - dwarsfluit Opa - fagot Jagers - pauken Poes - klarinet Wolf - hoorn Eend - hobo Even voorstellen : de personages en hun instrument Klik op de luidspreker om de muziek te horen, Klik op de microfoon om de verteller te horen.
Op een dag deed Peter het tuinhek open en ging hij op weg naar het bos Op een dag deed Peter het tuinhek open en ging hij op weg naar het bos. Dat mocht eigenlijk niet van opa. Maar Peter hoorde de vogels fluiten en ging toch op stap.
Toen Peter bij de vijver kwam hoorde hij de eend en de vogel ruzie maken. ‘Jij kunt helemaal niet zwemmen’ snaterde de eend tegen de vogel. ‘Nou en jij kunt geen nesten bouwen hoog in de boom’ tsjilpte de vogel.
Terwijl de eend en de vogel ruzie maakten, sloop de poes dichterbij Terwijl de eend en de vogel ruzie maakten, sloop de poes dichterbij. ‘Vloog die vogel nu toch maar wat lager, dan kon ik hem opeten’ dacht de poes. De wolf die zich had verstopt achter een boom die dacht : ‘Kwam die eend nu maar uit het water, dan at ik haar op.’
Toen kwam opa naar buiten gerend. ‘Peter, kom onmiddellijk terug Toen kwam opa naar buiten gerend. ‘Peter, kom onmiddellijk terug ! ‘ riep hij boos. ‘En breng de poes mee. Het is veel te gevaarlijk in het bos. Daar sluipt de wolf tussen de bomen, steeds op zoek naar een lekker hapje.’ Peter stapte mee met opa naar huis. Opa deed het hek terug dicht en Peter keek vanuit het raam naar buiten.
Peter stond vanachter het raam te kijken en zag hoe de wolf steeds dichter bij de vijver kwam. Toen de eend even in het gras kwam wandelen, sprong de wolf vanachter de bomen en slikte in één hap de eend naar binnen.
Peter nam snel een touw en liep naar buiten Peter nam snel een touw en liep naar buiten. Hij klom op de muur en riep naar het vogeltje : ‘Jij moet rond de neus van de wolf fladderen. Maar laat je niet vangen ! Ik zal het touw rond de nek van de wolf gooien.’ En zo gebeurde het. Even later had Peter de wolf stevig vast aan het touw.
Net toen kwamen de jagers uit het bos Net toen kwamen de jagers uit het bos. Zij volgden de sporen van de wolf. Maar Peter riep : ‘Niet schieten, ik heb de wolf gevangen met een touw. We laten hem leven en brengen hem naar de dierentuin.’
Samen met opa, de poes, de vogel en de jagers bracht Peter de wolf naar de dierentuin. De wolf leefde er nog lang en een beetje gelukkig. En als je heel goed luisterde dan hoorde je de eend nog steeds kwetteren in de buik van de wolf.