Algemene Ondernemersvaardigheden (AOV) 2008 - 2009
AOV Les 3 Percentage bereken (bijv. 8% van 1200) 1200 x 1,08 = 1296 (8:100 = 0,08) 1200 x 0,08 = 96 1200 + 96 = 1296 1200 : 100 = 12 12 x 8 = 96
AOV Les 3 Opdracht 1 Een fulltimer heeft een minimumloon van €1302,-, een vakantietoeslag van 8% en 26% aan premies voor sociale verzekeringen en loonheffing. Bereken de jaarlijks betaalde loonkosten.
AOV Les 3 Uitwerking opdracht 1: 1302 : 100 = 13,02 13,02 x 8 = 104,16 1302 + 104,16 = 1406,16 1406,16 : 100 = 14,06 14,06 x 26 = 365,56 1406,16 + 365,56 = 1771,76 1771,76 x 12 = € 21261,12
AOV Les 3 Opdracht 2 Een parttimer werkt 28 uur (Bij een volledig dienstverband werk je 40 u/w). Het minimumloon voor een 23 jarige is € 1335,-. De parttimer is 21 jaar en heeft recht op 72,5% van het minimumloon van een 23 jarige. De vakantietoeslag is 8%. De premies voor sociale verzekering en loonheffing bedragen 26%. Bereken de jaarlijkse loonkosten.
AOV Les 3 Uitwerking opdracht 2 1335 = 100% 1335: 100 = 13,35 13,35 x 72,5 = € 967,88 € 967,88 = 40 uur 967,88 : 40 = 24, 20 24,20 x 28 = € 677,13
AOV Les 3 Uitwerking opdracht 2 677,13 : 100 = 6,77 6,77 x 8 = 54,16 677,13 + 54,16 = € 731,29 731,29 : 100 = 7,31 7,31 x 26 = 190,06 731,29 + 190,06 = € 921,35 921,35 x 12 = € 11056,20
AOV Les 3 Opdracht 3a: Je leent € 15 000,- van 10 februari 2008 t/m 16 juli 2008 tegen 2,75%. Bereken de rentekosten. Tips: -1 jaar heeft 360 dagen (12 x 30) - De 1e dag van de gehele periode tel je niet mee in je berekening, de laatste dag van de gehele periode wel.
AOV Les 3 Uitwerking opdracht 3a: (10 februari t/m 30 februari) 20 + (1 maart t/m 30 maart) 30 + (1 april t/m 30 april) 30 + ( 1 mei t/m 30 mei) 30 + ( 1 juni t/m 30 juni) 30 + ( 1 juli t/m 16 juni) 16 = 156 Rentekosten = k x t x p 100 x 360 15000 x 156 x 2,75 = 6435000 = € 178,75 36000 36000
AOV Les 3 Opdracht 3b: Je leent € 15 000,- van 10 februari 2008 t/m 16 juli 2008 tegen 2,75%. Bereken de rentekosten als je van het juiste aantal dagen uitgaat.
AOV Les 3 Uitwerking opdracht 3b: (10 februari t/m 29 februari) 19 + (1 maart t/m 31 maart) 31 + (1 april t/m 30 april) 30 + ( 1 mei t/m 31 mei) 31 + ( 1 juni t/m 30 juni) 30 + (1 juli t/m 16 juli) 16 = 157 Rentekosten = k x t x p 100 x 366 15000 x 157 x 2,75 = 6476250 = € 176,95 36600 36600
AOV Les 3 Opdracht 4: Je hebt een lening van € 50 000,- op 1 januari 2008. Het rentepercentage bedraagt 3%. Op 1 mei los je € 20 000,- af. Op 1 oktober wordt de rente verhoogd naar 3,25%. Bereken de rentekosten van deze lening in 2008 en geef aan welk totaal bedrag je na de lening moet terug betalen.
AOV Les 3 Uitwerking opdracht 4: €50000 3% €30000 3% 3,25% . €50000 3% €30000 3% 3,25% . 1 januari 4 mnd 1 mei 5 mnd 1 oktober 3 mdn 31 december Rentekosten = k x t x p 100 x 12 Rentekosten van 1 januari tot 1 mei 50000 x 4 x 3 = 600000 = € 500, - 1200 1200 Rentekosten van 1 mei tot 1 oktober 30000 x 5 x 3 = 450000 = € 375,- 1200 1200 Rentekosten van 1 oktober – 31 december 30000 x 3 x 3,25= 292500 = € 243,75 1200 1200 € 500,- + € 375,- + € 243,75 = € 1118,75 € 50 000 + € 1118,75 = € 51118,75
AOV Les 3 Kosten van diensten van derden Alles wat je uitbesteed Voorbeelden zijn: energiekosten, telefoonkosten, kosten van de diensten van een reclamebureau, transsportkosten en verzekeringspremies.
AOV Les 3 Verzekeringspremies De ondernemer draat het risico dat hij/zij loopt over aan een verzekeraar. Verzekeraar keert een bedrag uit wanneer zich een onzekere gebeurtenis voordoet.
AOV Les 3 Kosten van een verzekering bestaan uit: Premies Poliskosten Administratiekosten Assurantiekosten
AOV Les 3 Premie Vergoeding voor het risico dat de verzekeraar loopt Uitgedrukt in pro mille (‰) Hoogte afhankelijk van het risico dat de verzekeraar loopt
AOV Les 3 Bereken de premiekosten. Voorbeeld 7: Je verzekert je inboedel voor € 150 000,-. De premie bedraagt 2,25 ‰. Bereken de premiekosten.
AOV Les 3 Uitwerking voorbeeld 7: - 150 000 = 150 1000 150 x 2,25 = 337,50 Of - 150 000 x 0,00225 = € 337,50
AOV Les 3 Poliskosten Bij het afsluiten van de verzekering Bij het wijzigen van de verzekering
AOV Les 3 Administatiekosten - Bij verlenging van de verzekering
AOV Les 3 Assurantiekosten Belasting 7% van de premie + poliskosten (of administratiekosten als dit van toepassing is)
AOV Les 3 Totale kosten 1e jaar = Premie + Poliskosten + Assurantiebelasting Totale kosten 2e jaar = Premie + Administratiekosten + Assurantiebelasting
AOV Les 3 Voorbeeld 8a: - Je verzekert je inboedel voor € 40 000,- De premie bedraagt 3 ‰. De poliskosten zijn €15,- Vanaf het 2e jaar betaal je € 3,- aan administratiekosten. De assurantiebelasting bedraagt 7%. Bereken de kosten voor het 1e jaar.
AOV Les 3 Uitwerking voorbeeld 8a: Totale kosten = Premie + Poliskosten + Assurantiebelasting Premie: 40 000 : 1000 = 400 400 x 3 = € 120,- OF 40 000 x 0,003 = € 120,-
AOV Les 3 Uitwerking voorbeeld 8a: Totale kosten = Premie + Poliskosten + Assurantiebelasting Poliskosten : € 115,- Assurantiebelasting: € 120,- + € 115,- = € 235,- 235,- :100 = 2,35 2,35 x 7 = 16,45 € 120,- + € 115,- + € 16,45 = € 251,45
AOV Les 3 Voorbeeld 8b: - Je verzekert je inboedel voor € 40 000,- De premie bedraagt 3 ‰. De poliskosten zijn €15,- Vanaf het 2e jaar betaal je € 3,- aan administratiekosten. De assurantiebelasting bedraagt 7%. Bereken de kosten voor het 2e jaar.
AOV Les 3 Uitwerking 8b: - Totale kosten = Premie + administratiekosten + Assurantiebelasting Premie : € 120,- Administratiekosten : € 3,- Assurantiebelasting € 120,- + € 3,- = € 123,- 123,- :100 = 1,23 1,23 x 7 = 8,61 € 120,- + € 3,- + € 8,61 = € 131,61