In het spoor van Frank © Koen Sergeant

Vraag 1  Vorm een zo lang mogelijk woord met de letters: N, i, i, r, t, t, o, t, a, e, m, u, s

Vraag 2  Dramaspel: De geselecteerde leerlingen beelden een woord uit. Elke leerling neemt 1 letter voor zijn/haar rekening. Woorden op fiche bij lkr.

Vraag 3  Hoe heette de eerste man op de maan?

Vraag 4  Los op: 3 x 20 x 4 x 8 x 2 x 100 = ?

Vraag 5  Voor welk woord zijn volgende begrippen een synoniem? Ruimtevaarder; Taikonaut; Kosmonaut.

Vraag 6  Opdracht: Je krijgt een A5-je. Vouw er zo snel mogelijk een vliegtuigje van. Wie is het snelste klaar?

Vraag 7  Zoek zo snel mogelijk op in het woordenboek: OBSERVATORIUM

Vraag 8  Herken je de persoon op de foto? Je mag het internet raadplegen. Is het: Neil Armstrong; Buzz Aldrin; Michael Collins; John Lovell.

Vraag 9  Vorm een zo lang mogelijk woord met volgende letters: L, L, S, S, N, N, E, E, E, Z, T, O

Vraag 10  Wat was de codenaam van de allerlaatste maanmissie in 1972?

Vraag 11  Los op: 100 x 2 x 5 x 3 x 100 x 25 x 8 x 5 x 5 = ?

Vraag 12  Voor welk woord zijn volgende begrippen een synoniem? Kunstmaan; Bijplaneet; Hemellichaam dat rond een planeet beweegt.

Vraag 13  Wie kan het zelfgevouwen vliegtuigje bouwen dat het verste vliegt?

Vraag 14  Maak zoveel mogelijk correcte woorden met de letters uit het woord ‘communicatiesatelliet’. Je mag het woordenboek gebruiken. Je krijgt 1 minuut.

Vraag 15  Zoek zo snel mogelijk het woord ‘Melkweg’ op in het woordenboek.

Vraag 16  Herken het hemellichaam op de foto. Kies uit: De maan; Venus; Saturnus; Jupiter.

Vraag 17  Dramaspel: De geselecteerde leerlingen beelden een woord uit. Elke leerling neemt 1 letter voor zijn/haar rekening. Woorden op fiche bij lkr

Vraag 18  Hoe lang is het geleden dat de eerste mens voet op de maan zette?

Vraag 19  Reken uit met je ZRM: Als je een afstand van km aflegt aan gemiddeld 4500 km/u. Hoeveel maanden duurt het dan om die afstand te overbruggen? (1 maand = 30 dagen

Vraag 20  ‘ Ik reis naar de maan en ik neem mee …’  De geselecteerde leerlingen voegen elk om beurt iets toe. Bij een fout val je af. Wie overblijft mag zijn cijfer wegstrepen.

Vraag 21  Zoek zo snel mogelijk op in het woordenboek: ‘ oppositie ’.

Vraag 22  Hoe heet de rode planeet in ons zonnestelsel?

Vraag 23  Maak een zo lang mogelijk woord met volgende letters: G, A, N, i, N, L, C, E, R

Vraag 24  Als je met een spaceshuttle aan 7,7 km/seconde de atmosfeer induikt, hoeveel km/u is dat dan? (zrm)

Vraag 25  Probeer om geblinddoekt een raket te tekenen. Je krijgt hiervoor 30”. De tekeningen worden ingeleverd en de klas kiest er de beste twee uit.