Toolboxmeeting Versie 1, maart 2005 Klimaat in de cabine

Inhoud Verschillende trekkers en machines 2 Inhoud Verschillende trekkers en machines Gevolgen van slecht cabineklimaat Verantwoordelijkheden Knelpunten Beheersen cabineklimaat Voordeel goed cabineklimaat Belangrijke aandachtspunten

Verschillende trekkers/machines 3 Verschillende trekkers/machines Landbouwtrekkers Vrachtwagens Zelfrijdende oogstmachines Grondverzetmachines Zelfrijdende kortgrasmachines

Gevolgen slecht cabineklimaat 4 Gevolgen slecht cabineklimaat Verkoudheid Chronische verkoudheid Astma/bronchitis aanvallen bij gevoeligheid Concentratieproblemen Vermoeidheid Geïrriteerde ogen en slijmvliezen Slecht zicht op werk of weg

Verantwoordelijkheden 5 Verantwoordelijkheden Fabrikant: voldoen aan EU machinerichtlijn, CE voert verbeteringen door n.a.v. stand van techniek Werkgever: schaft cabines aan die een goed instelbaar werkklimaat kunnen bereiken is attent op de laatste stand van techniek over klimaatbeheersing in cabine Werknemer: stelt een goed cabineklimaat in zorgt voor uitvoeren van regulier onderhoud

Knelpunten Slecht ontwasemde ruiten 6 Knelpunten Slecht ontwasemde ruiten Een goed zicht op het werk wordt door condensvorming sterk verminderd.

Knelpunten Onvoldoende luchtverversing Slechte luchtkwaliteit 7 Knelpunten Onvoldoende luchtverversing Slechte luchtkwaliteit Extreme temperaturen in cabine Onjuist gebruik airco-installatie

Knelpunten Onvoldoende onderhoud filter(s) en 8 Knelpunten Onvoldoende onderhoud filter(s) en verwarmings-/koelelementen Vervuilde vloer en cabinebekleding

Beheersen cabineklimaat 9 Beheersen cabineklimaat Gebruik ventilatiesysteem in cabine: Ontwasemen of ontdooien van de voorruit en zij-/achterruit Voldoende luchtverversing Bepalen uitstroomrichting

Beheersen cabineklimaat 10 Beheersen cabineklimaat Temperatuurregeling: Ideale temperatuur: 18 tot 21o C. Let op tocht bij gebruik van de max. ventilatiecapaciteit en bij openen ramen en/of deuren. Temperatuur niet lager dan 3 à 4o C. dan buitentemperatuur bij gebruik airco-installatie. Bedieningsknoppen klimaatregeling

Beheersen cabineklimaat 11 Beheersen cabineklimaat Controle en onderhoud ventilatie en verwarmings/airco-installatie: Controle en reinigen cabinefilter Controle en reinigen van verwarmingselement (kachelradiateur) en koelelement (verdamper airco) Airco-installatie met filter(s) en verdamper.

Beheersen cabineklimaat 12 Beheersen cabineklimaat Reinigen cabinevloer en bekleding Makkelijk schoon te maken cabinevloer met opstaande randen voorkomt versmering.

Voordeel goed cabineklimaat 13 Voordeel goed cabineklimaat Goed zicht op het werk en de weg Kans op lichamelijke klachten klein Goede concentratie op het werk Efficiënt werk en hogere productie

Belangrijke aandachtspunten 14 Belangrijke aandachtspunten Zorg voor goed ontwasemde ruiten Zorg voor voldoende frisse lucht in cabine Goede werktemperatuur tussen 18 en 21 gr. Bij gebruik van airco temperatuur niet lager dan 3 à 4 gr. dan buitentemperatuur. Reinig regelmatig cabinefilter(s), verwarmingsradiateur/koelelement airco en vloer en cabinebekleding