Woordenschat+ grammatica TB76

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
ARGOT(S) à gogo.
Advertisements

1.larmoire. 2. lescalier 3. La grand-mere 4. Le canapé
Het delend lidwoord Het delend lidwoord is een soort onbepaald lidwoord waarmee je een onbepaalde hoeveelheid aangeeft, bijvoorbeeld:
Optellen en aftrekken tot 20
Oefenen voor de toets unité 2
“ VIVRE…..!” Remerciements à Jean PIERRON pour sa traduction de l’Espagnol “Leef …..!”
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Onze eerstejaars aan het werk tijdens de lessen FRANS Foto’s genomen in 1 MOD a –
Grammaire chapitre 4 1 hv.
Le subjonctif De aanvoegende wijs.
3 vwo+ Grammaire chapitre 2
1. Salut! a. Nee b. In c. Hoi. 2. vert a. Rood b. Groen c. geel.
Werken aan Intergenerationele Samenwerking en Expertise.
A H M F K EB C x 85 Korte zijde bij C 2 e secties volte 14 m en op afstand komen ( 0,5 rijbaan)
ZijActief Koningslust 10 jaar Truusje Trap
Voorrangsregels bij rekenen (1)
ECHT ONGELOOFLIJK. Lees alle getallen. langzaam en rij voor rij
Grammaire thème 5 4 vwo.
Vous avez passé de bonnes vacances de Noël?
Non, je n’ai pas de.
Over honden en mensen ... À propos des chiens et des gens…
Grammaire thème 6 4 vwo.
De financiële functie: Integrale bedrijfsanalyse©
Passé composé.
 1 Hoe ga je naar school?  Tu vas à l’école comment?
1 Zie ook identiteit.pdf willen denkenvoelen 5 Zie ook identiteit.pdf.
Franse Les Les 16 Anne chapitre 1 à 4 Aujourd’huis nous sommes vendredi le 13 février 2015 QUEL JOUR SOMMES-NOUS?
Franse Les Les 18 Vorige les & huiswerk Zinnen maken / herhalen
 Monsieur Ibrahim la fin  Trientsje - présentation  Voyages unité 7  Unité 7 p. 54/55  San Francisco Chanson Aujourd’hui nous sommes le 4 février.
Franse Les Les 17 Vorige les & huiswerk Voyages p. 62
Franse Les Les 11 Vorige week Voyages p. 21 Extra oefeningen
Franse Les Les 1 Kennismaken / uitleg Chanson assis / debout TPR
Franse Les Les 15 Vorige week Anne chapitre 3 Voyages p. 25/26
Overzicht modellen / Résumé des Modèles Cloud vs On-Premise Model/ModèleOn-Premise (client/server) HybrideCloud (Full Cloud) Oplossing ter plaatse bij.
Franse Les Les 1 Kennismaken La mémoire Dialogue Chanson + texte
Franse Les Les 3 Vorige week Qu’est-ce qu’il y a Voyages p. 9/10/11
Franse Les Les 5 Vorige les & huiswerk Voyages p. 41/43/44
Franse Les Les 6 Vorige les & huiswerk Toets unité 5
Franse Les Les 4 Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Vorige week Voyages p. 12/13 Il y a une fille … Nous sommes mercredi le 8 avril 2015.
Faire 3 VMBO - Frans.
Toutes les femmes ont un sourire qui parle au cœur Quelque chose qui ressemble à du bonheur Alle vrouwen hebben een lach vanuit het hart. Een lach die.
+ Woordenschat Actieboek pagina drieëntachtig Type de l’interro? Vous devrez remplir des bulles d’une page de BD. Bonne étude.
Franse Les Les 7 Vorige week Voyages p. 18/19 Verbe : avoir + faire
HET VRAGEND VOORNAAMWOORD
Franse Les Les 6 Vorige week Toets unité 1 Voyages p. 17/18 Il y a une fille 3… Vorige week Toets unité 1 Voyages p. 17/18 Il y a une fille 3… Nous sommes.
HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
L’IMPARFAIT, LE PASSÉ COMPOSÉ, LE PASSÉ SIMPLE
HET PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD
Meewerkend voorwerp & Lijdend voorwerp
Het werkwoord être (= zijn)
Une lettre formelle Comment écrire une phrase correcte???
À/de+ bepaald lidwoord àin, naar, van, op, aan devan, uit bepaald lidwoordle, la, l’, les.
Grammatica: de zinsbouw Mélanie Baelen. La phrase simple.
Franse Les j’ai cherché et j’ai(re)trouvé mon livre Frans à la carte p. 40, 41, 42 Chanson – Destination ailleurs J’ai cherché j’ai cherché et j’ai(re)trouvé.
Unité 1 p. 12/13 – oef. 3 a/b/c Uitleg TPRS TPRS verhaal – introductie Unité 1 p. 12/13 – oef. 3 a/b/c Uitleg TPRS TPRS verhaal – introductie Nous sommes.
Franse Les Les 1 Wat gaan we doen? Qu’est-ce que j’ai fait?
TAALREGELS 33 DE VRAGENDE ZIN
Les 4 havo Leesvaardigheistraining;
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Franse Les – 1e jaar Les 10 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
Franse Les – 1e jaar Les 9 Aujourd’hui nous sommes …. Unité 2 page 25
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Quel jour sommes-nous aujourd’hui ?
Op elke dienst is er ... Pom potom….
Het lidwoord: de, het mannelijk enkelvoud Le garçon - de jongen
Persoonlijk voornaamwoord
IN ELK KANTOOR IS ER WEL ÉÉN...
OM … TE+ infinitif.
Chapitre 1 Francofolies.
Transcript van de presentatie:

Woordenschat+ grammatica TB76 Het karakter en « la phrase relative »

Vertaal: Frans  Nederlands (1) 1. agressief 2. eenzaam 3. nieuwsgierig 4. verwaand 5. bedroefd 6. enthousiast 7. onzeker 8. zelfverzekerd 9. beslist 10. gekwetst 11. teleurgesteld agressif (ve) seul(e) curieux (se) arrogant (e) triste enthousiaste incertain(e) sûr(e) de soi décidé(e), déterminé(e) blessé(e), outré(e) déçu(e)

Vertaal: Frans Nederlands 12. bezorgd 13. gelukkig 14. verliefd 15. blij 16. geschokt 17. vriendelijk 18. boos 19. jaloers 20. verlegen 21. depressief 22. koppig préoccupé(e) heureux (se) amoureux (se) content(e) choqué(e) sympathique faché(e) jaloux timide dépressif (ive) têtu(e), entêté(e)

Phrase interrogative sans mot interrogatif Quand on pose une question en néerlandais et qu’il n’y a pas de mot interrogatif on commence toujours la phrase par le verbe. Exemple: Is het een meisje? Is het een jongen?

Traductions 1. Is het een meisje? Antwoord (réponse) : 2. Is het een meisje? Antwword: Est-ce une fille? Ja, het is een meisje Nee, het is geen meisje.

Phrase relative avec pronom relatif die ou dat Phrase relative avec pronom relatif die ou dat. Pour l’instant nous avons seulement vu le présent quand dans une P2 Cette phrase est fausse: Is het een jongen die agressief gekeken? Cette phrase est correcte: La première phrase est incorrecte car dans la P2 il manque l’auxiliaire avoir (heeft gekeken). Is het een jongen die agressief kijkt? Contentez-vous pour l’instant du présent dans les P2 (kijkt est au présent)

Traductions 1. Is het een jongen die agressief kijkt? 2. Is het een jongen die eenzaam is? 3. A quoi ressemble t-il? Ja, het is een jongen die agressief kijkt. Nee, het is een jongen die niet eenzaam is. Hoe ziet hij eruit?

Traductions 4. Hoe zien ze eruit? 5. Comment se sentent-ils? 6. Is het een meisje dat zich zelfverzekerd voelt? 7. Is meneer Piens een jongen die zich depressief voelt? 8. Est-ce un garçon qui est têtu? A quoi ressemble t-ils? Hoe voelen ze zich? Ja, het is een meisje dat zich zelfverzekerd voelt. Nee, meneer Piens is een jongen die zich niet depressief voelt. Is het een jongen die koppig is?

Traductions Cela pourrait-il être Derek?: C’est exact. Félicitations! Non, malheureusement pas. Zou het Derek kunnen zijn? Dat klopt. Proficiat! Nee, jammer genoeg niet!