Les 65 De omtrek en de oppervlakte van regelmatige en onregelmatige veelhoeken en vlakke figuren
omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren De OMTREK van een figuur is makkelijk te meten: je meet alle zijden en je telt ze op. De manier om de oppervlakte te berekenen kan verschillen van figuur tot figuur. Deze heb je al geleerd: b x h b x h les 65 omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren
omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren b x h b x h 2 d1 x d2 2 les 65 omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren
omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren (b1 + b2) x ( h : 2) Maar hoe zit het met die andere figuren? Hoe zou je de oppervlakte berekenen van deze figuren? les 65 omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren
omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren Juist, je deelt ze op in figuren waarvan je wel de oppervlakte al kan berekenen: Dit noemt men OMSTRUCTUREREN les 65 omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren
omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren Of...je verdeelt ze in gelijke driehoeken a z Deze regelmatige zeshoek wordt verdeeld in 6 gelijke driehoeken De zijden zijn allemaal even lang (z) De hoogte van 1 van de driehoeken, noemt men apothema (a) De oppervlakte van de zeshoek is dus... ... 6 x de oppervlakte van 1 driehoek Dit geldt ook voor de regelmatige vijfhoek, zevenhoek, tienhoek, honderdhoek,.... les 65 omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren
omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren Lees nu aandachtig je onthoudboek nummers 84; 85; 88; 89; 90; 91; 92; 93; 94; 96 en 154 les 65 omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren
omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren Kijk nu in je bundel welke opdrachten je moet maken. Laat je oefeningen verbeteren door je leerkracht les 65 omtrek en oppervlakte veelhoeken en vlakke figuren