5) sterk/zwakke werkwoorden

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
4) sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam-
Advertisements

1) onregelmatige werkwoorden
Het deelwoord ‘t kofschip / soft ketchup
Bijvoeglijk gebruikt werkwoord
Persoonsvorm verleden tijd
Het onderdeel grammatica begint op blz. 206
Werkwoordspelling invulschema.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Vandaag hebben we het over :
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Grammar. When : wanneer, op het moment dat : The doctor said I had to take these pills when I wake up. If : als, voorwaarde : The doctor said I had to.
Werkwoordspelling Hoe ging het ook alweer?.
Wat gaan we doen vandaag?
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Vervoegingen van de Duitse werkwoorden
In deze powerpoint vind je basis-grammatica: zaken die je na 3 onderbouwjaren eigenlijk niet onbekend voor mogen komen. Klik op een van onderstaande onderwerpen.
Het Voltooid Deelwoord
Voltooid deelwoord.
2) modale hulwerkwoorden
Werkwoorden Tegenwoordige tijd.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Vervoeging Zwakke werkwoorden.
Brugklas Werkwoordspelling.
Het bijvoeglijk naamwoord
Heel werkwoord en bijwoord
De persoonsvorm verleden tijd
WERKWOORDSPELLING Met dit overzicht vind je uit hoe je de werkwoordsvorm moet schrijven. Dit is de knop om te beginnen.
Het voltooid deelwoord
2. Grammatica en spelling
Spelling werkwoorden Denk – dacht schets - schetste Ontwerp – ontwierp
Vervoeging Zwakke en sterke werkwoorden o.t.t. voltooid deelwoord.
Voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord
Persoonsvorm in de verleden tijd: zwakke werkwoorden
Hoe gebruik ik -d & -t? Leren en oefenen Maar eerst…….
Sterke werkwoorden in de onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.)
Is ‘t kofschip gezonken…?
Thema 10 We ruilen van plek. Les zakenreis 2.industrieën 3.raketten 4.percentage 5.demonstratie.
Werkwoordspelling -d of –t?
De passé composé Nederlands: voltooid tegenwoordige tijd
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd. Stam zoeken (infinitief –en) PersoonVormPersoon Ik …Stam Je/JijStam + t StamJe Hij/zij/hetStam + t Wij/jullie/zijStam.
Seite 44/45 TB.  Je hebt al geleerd: 1. De werkwoorden haben, sein en werden in het Präsens en Präteritum (Periode 1) 2. De vervoegingen van normale.
Grammatik C + I Redemittel J + D
PERIODE 3: KAPITEL 3 Grammatik C + J Redemittel D + J.
Wat is de infinitief? Van Dale: de onverbogen vorm van het werkwoord
Voltooid deelwoord en verkleinwoorden. Spoorboekje Theorie verkleinwoorden Theorie voltooid deelwoord Oefening voltooid deelwoord Wat gaan we leren? Je.
Starke Verben in der deutschen Sprache. Der Gegenwart von den Verben auf Deutsch Regelmäßige Verben (=regelmatige werkwoorden) (fe) ich + eich wohne e.
SPELLING BIJVOEGLIJK GEBRUIKT DEELWOORD HOOFDLETTERGEBRUIK.
Inleiding Bijbelwetenschappen Online School of Catholic TheologyDr. Archibald L.H.M. van Wieringen pr. W ERKWOORDSTIJDEN (in plaats van ‘werkwoordelijke.
Hoofdstuk 5 Spelling Persoonsvorm in de verleden tijd: zwakke werkwoorden.
Cursus werkwoordspelling Goed spellen? Kwestie van regels.
Werkwoorden vervoegen
Werkwoordspelling.
Spelling 1 3 vwo Op niveau, 1e druk (2014)
Regelmatige werkwoorden
Onvoltooid deelwoord/bijvoeglijk gebruikt deelwoord
Werkwoordspelling. Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, kun je kiezen uit drie vormen: 1 = ik-vorm.
Starke Verben in der deutschen Sprache
verleden tijd STERKE WERKWOORDEN infinitief stam (ik in tt)
voltooid deelwoord zwakke werkwoorden
De Imperativ De gebiedende wijs.
Stappenplan werkwoordspelling
De spelling van de werkwoorden in het Nederlands
Grammatik: Modalverben
Voltooid deelwoord 1A3 en 1A4.
H4, Deutsch 17. Mai 2016.
Bijvoeglijk gebruikt deelwoord hoofdlettergebruik
Werkwoorden Koppelwerkwoord Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord
sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam-
sterke werkwoorden Sterke werkwoorden hebben minimaal twee stam-
Transcript van de presentatie:

5) sterk/zwakke werkwoorden Deze werkwoorden hebben in de o.v.t. zowel klankverandering als de uitgang –te: O.T.T. (zie zwakke werkwoorden) kennen O.T.T. O.V.T brennen kennen nennen rennen senden wenden bringen denken brannte kannte nannte rannte sand_te wand_te brachte dachte ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie kenn e st t en

5) sterk/zwakke werkwoorden Deze werkwoorden hebben in de o.v.t. zowel klankverandering als de uitgang –te: O.V.T. (zie zwakke werkwoorden) kennen ich du er,sie,es wir ihr sie, Sie kann te st - n t

5) sterk/zwakke werkwoorden Voltooid deelwoord: Het volt.deelw. heeft klank- verandering en eindigt op een –t- brennen kennen nennen rennen senden wenden bringen denken gebrannt gekannt genannt gerannt gesand_t gewand_t gebracht gedacht