Vermenigvuldiging en levensvoorwaarden Bacteriën Vermenigvuldiging en levensvoorwaarden

Vermenigvuldiging Voortplanting door celdeling In gunstige omstandigheden om de 20 minuten  nieuwe generatie

Vermenigvuldiging  generatietijd?

OPDRACHT 5

360min : 20 min/generatie = 18 generaties 6h x 60min = 360 min  360min : 20 min/generatie = 18 generaties

X 10² 17

Vermenigvuldiging Dochtercellen blijven vaak aaneenkleven na de celdeling vb: stafylokokken  puistjes en zweren

Levensvoorwaarden: vorming endospore Levensvoorwaarden ongunstig ↓ Bacterie omhuld deel van celinhoud met omhulsel = endospore Bevat weinig water en heeft stevig kapsel Extreme omstandigheden overleven Levensvoorwaarden opnieuw gunstig Spore kiemt en breekt uit

Bacterie splits deel van DNA af. Celmembraan stulpt in Celmembraan heeft zich volledig afgesnoerd en een blaasje gevormd met hierin het DNA. Rond dit blaasje stulpt het moedercelmembraan zich nogmaals heen. De toekomstige spore heeft nu 2 membranen Tussen de 2 membranen wordt een dikke laag schors gevormd. Er wordt nog een tweede laag gevormd (= sporecoat)  geheel = kapsel Moedercel sterft af en spore blijft over

Levensvoorwaarden: vorming cysten Ook vorm van bacterie om kritieke periode te overbruggen. Hele cel ingekapseld  rusttoestand

Onderzoek naar levensvoorwaarden EXPERIMENT

Onderzoek naar levensvoorwaarden In gunstige omstandigheden ontstaat uit 1 bacterie een hele kolonie. Ongunstige omstandigheden  cysten- of endosporenvorming. Te extreme omstandigheden  cel sterft

Onderzoek naar levensvoorwaarden Belangrijke fysische factoren voor de ontwikkeling van bacteriën Temperatuur: te lage T remmen ontwikkeling, te hoge T zijn meestal nog schadelijker (stofwisseling stopt). Vochtigheidsgraad: watertekort leidt tot uitdroging en stopt de voortplanting.

Onderzoek naar levensvoorwaarden Belangrijke chemische factoren voor de ontwikkeling van bacteriën Zuurgraad: licht zuur is optimaal voor de voortplanting (uitzondering = melkzuurbacterie) Bewaarmiddelen

Onderzoek naar levensvoorwaarden Aërobe bacteriën hebben zuurstof nodig voor hun ademhaling. Anaërobe bacteriën kunnen het zonder zuurstofgas stellen.

Bewaartechnieken voor voedingsmiddelen Benzoëzuur of sodium(Na) benzoaat: wordt vooral gebruikt als conserveermiddel in cosmeticaproducten. Drogen: bacteriegroei wordt belemmerd door de afwezigheid van water.

Bewaartechnieken voor voedingsmiddelen UHT (ultrahoge temperatuurmethode): het kortstondig verhitten op zeer hoge temperatuur (145°C) . Door deze speciale behandeling blijft de smaak van voedingsmiddelen beter behouden dan bij een langzamere sterilisatie op een gematigde temperatuur.

Bewaartechnieken voor voedingsmiddelen Roken: te vergelijken met drogen. Het drogen wordt versneld door het voedsel in rook te hangen, waardoor het meteen een rooksmaak krijgt.

Bewaartechnieken voor voedingsmiddelen Pasteuriseren: het aantal micro- organismen wordt vermindert tot een ‘veilig’ niveau door kortstondig te verhitten.

Bewaartechnieken voor voedingsmiddelen Steriliseren: doden van bacteriën, door ze bloot te stellen aan straling of kort maar hevig te verhitten.

Bewaartechnieken voor voedingsmiddelen Pekelen: conserveren van etenswaren door het in te leggen in zout. Konfijten: conserveren van fruit door het in te leggen in suiker.