Loonflexibiliteit bij vrouwen Sem Vandekerckhove, Caroline Vermandere Tom Vandenbrande
Algemeen kader Flexibiliteit – conjunctuur –Indicator: werkloosheidsgraad –Verband met reëel loon: ‘Wage Curve’ Loonelasticiteit –Verandering in het loon voor een verandering in de werkloosheid –PE = ( ∂W / ∂U ) ( U / W ) –PE = (Blanchflower & Oswald, 1995) –WLH stijgt met 20%, reële lonen dalen met ca. 2% (1/10) Universeel? –Typisch voor moderne economieën –Variatie tussen sectoren –Variatie naar gender (Janssens & Konings, 1998)
Wage Curve in België
Methodologie Data –40 paritaire comités –11 jaar –6% beroepsbevolking –ca VTE per jaar Variabelen –AV: reëel loon (nominaal / deflator) –OV: specifieke werkloosheidsgraad (gender, leeftijd, regio) Model –Lineair in de logs (OLS regressie) –lnW = LFT + GENDER + REGIO + JAAR + dWLH –Effect gender: zie loonkloofrapport –Effect werkloosheid: elasticiteit (d)
Analyse Totale elasticiteit –Model aI (enkel WLH): –Model aII (detrended): –Model aIII (controlevariabelen): –Model aIV (sector): Genderverschillen? –Model b bouwt voort op Model aIII –Janssens & Konings, 1998 M: V: 0.019
Analyse Model bI (WLH *Gender) –M: –V: Model bII (WLH *Gender+leeftijd) –Effect vergroot: jong gestel verklaart de elasticiteit van vrouwen –GrafiekGrafiek Model bIII (WLH *Gender+leeftijd+sector) –Effect vergroot: vrouwen werken in ‘flexibele’ sectoren (bedienden) Model IModel IIModel BSig.B B Intercept Werkloosheid (spec.) * Gender (man = 0) * Leeftijd * Paritair Comitép(F) < 0.000
Genderverschillen in loonelasticiteit