Meervouden one car – four cars one schoolbag – two schoolbags In het Engels zet je woorden in het meervoud door er een –s aan vast te schrijven. one potato – three potatoes one tomato – five tomatoes Veel woorden die op een –o eindigen, krijgen in het meervoud –es achter het woord.
one bus – two buses one glass – six glasses Woorden die in het Engels op een –s klank eindigen, krijgen in het meervoud –es achter het woord. one hobby – three hobbies one baby – five babies Woorden die op een medeklinker + -y eindigen, krijgen in het meervoud –ies achter het woord.
one boy – two boys one day – six days Maar als er voor de – y een a, e, o of u staat, dan krijgt het meervoud gewoon een –s. one loaf – two loaves one wolf – six wolves Veel woorden die eindigen op een – f, krijgen in het meervoud -ves.
one man – two men one woman – four women one child – three children Sommige woorden hebben in het Engels een andere meervoudsvorm. Deze woorden moet je uit je uit je hoofd leren.
Now, show what you know! (maak van de woorden tussen haakjes meervoud) 1 Can I have three (T-shirt), please? 2 There are two (woman) waiting for you, Jos! 3 How much are these (tomato), please? 4 My aunt Mildred has three (hobby). 5 There are three (bus) going to the zoo. 6 Can I have three (bag) of crisps, please?