De staatsinrichting van Nederland.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Advertisements

Gelijkheid voor iedereen
Do’s and Don’ts presentaties
Politieke organisaties in de 19de en 20ste eeuw
de tijd van burgers en stoommachines
Hoofdstuk 6 Democratisering
Politiek en staatsinrichting in Nederland en Europa.
Het socialisme Paragraaf 7..
Liberalen, socialisten confessionelen
Paragraaf 5.4 De strijd om de school.
Arbeiders komen op voor hun rechten.
De staatsinrichting van Nederland.
Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
de tijd van burgers en stoommachines
de tijd van burgers en stoommachines
Ontstaan en ontwikkeling van een politieke stroming
19de eeuw (5.1) Vanaf 1870 beheersen 3 kwesties de Nederlandse politiek -kiesrechtstrijd -sociale kwestie -schoolstrijd Rond die 3 kwesties vindt in Nederland.
Paragraaf 2: Socialistische ideeën
Historisch overzicht Nederland
Leven in een industriestad
Verzuiling en ontzuiling in Nederland
H2 Politieke stromingen
Paragraaf 1.2 Bestuur en cultuur.
Politiek.
Paragraaf 3: kerk en school
Wat moet je weten aan het eind van de les?
de tijd van burgers en stoommachines
Inleiding politieke stromingen
Staatsinrichting, Paragraaf 2
Vrijheid en democratie Democratisering in Nederland
Politieke partijen en stromingen tot 1940
De liberale revolutie in 1848
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Par 8 Opkomst van politieke partijen in de 19e eeuw
Op weg naar een eerlijker bestuur
-Scheiding der machten -Gekozen parlement -Verlichte ideeën
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
Koning Willem II Zoon van de krachtdadige Willem I Was in 1848 bang zijn koningschap te verliezen Werd in één nacht liberaal Stemde in met de liberale.
De twintigte eeuw 1900 – 1919.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
Politieke stromingen De liberalen
Politieke stromingen De confessionelen
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Politiek – maatschappelijke stromingen:
Waarom stemde de Nederlanders, voor WOII, niet op de NSB
Hoofdstuk 5: Wacht op onze daden! Wat hebben de Katholieken, Protestanten, Socialisten en vrouwen bereikt?
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
Staatsinrichting van Nederland (deel 1)
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
De Grondwet van 1848.
de tijd van burgers en stoommachines
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Paragraaf 10.3 ‘Naar de verzuilde samenleving’
Les kiezen, politieke stromingen en partijen
Les politieke stromingen
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
1.4 SOCIALISTEN EN FEMINISTEN
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
Geschiedenis van de parlementaire democratie in Nederland
§3.4 Politieke stromingen
De slimste mens.
Ter voorbereiding op de toets van as. woensdag.
Transcript van de presentatie:

De staatsinrichting van Nederland

De staatsinrichting Wat moet je onderzoeken: Hoe ontstond een democratisch bestuur? Hoe werd Nederland een rechtstaat?

De staatsinrichting Dit onderwerp is verdeeld in vier hoofdstukken: 1. Politiek stromingen eind 19e eeuw. 2. Inspraak voor de bevolking. 3. Nederland als rechtstaat. 4. Nederland en Europa.

Het gaat in dit hoofdstuk om de volgende vragen: 1.Politieke stromingen eind 19e eeuw Het gaat in dit hoofdstuk om de volgende vragen: 1. Wat bereikten de liberalen in 1848? 1. Politieke stromingen 2. Hoe moest de situatie van de arbeiders verbeterd worden? 3. Waarom organiseerden katholieken en protestanten zich?

Liberalisme VVD Confessionalisme CDA Socialisme PvdA 1.Politieke stromingen eind 19e eeuw Er zijn drie politieke stromingen: Liberalisme VVD 1. Politieke stromingen Confessionalisme CDA Socialisme PvdA

Liberalisme VVD libérte = vrijheid 1.Politieke stromingen eind 19e eeuw Liberalisme VVD libérte = vrijheid Niet meer regels dan strikt nodig. Inkomensverschillen prikkelen tot harder werken. 1. Politieke stromingen Belastingen omlaag maar wel veel geld uitgeven aan politie en leger.

Confessionelen CDA, Chr. Unie, SGP 1.Politieke stromingen eind 19e eeuw Confessionelen CDA, Chr. Unie, SGP Confessie is geloofsbelijdenis. Besluiten moeten in overeenstemming zijn met de Bijbel. 1. Politieke stromingen Het gezin is de hoek-steen van de samenleving.

Alle mensen moeten delen in welvaart, kennis en macht. 1.Politieke stromingen eind 19e eeuw Het socialisme PvdA, SP, GL Alle mensen moeten delen in welvaart, kennis en macht. 1. Politieke stromingen Geen grote inkomensverschillen. De staat moet met sociale wetten de zwakken beschermen.

Voor 1848 had de koning veel macht. 1.1 Wat bereikten de liberalen? Voor 1848 had de koning veel macht. Thorbecke was de leider van de liberalen. 1. Politieke stromingen De liberalen wilden dat het parlement meer te zeggen kreeg.

In 1848 waren er revoluties in Europa. 1.1 Wat bereikten de liberalen? In 1848 waren er revoluties in Europa. Koning Willem II wilde niet afgezet worden en stemde in met minder macht. 1. Politieke stromingen Thorbecke maakt een nieuwe grondwet. Het parlement krijgt de macht.

Voor 1848 had de koning veel macht. 1.1 Wat bereikten de liberalen? Voor 1848 had de koning veel macht. Na 1848 heeft het parlement de macht. 1. Politieke stromingen De koning is onschendbaar en de minister legt verantwoording af aan het parlement.

Na 1870 groeien de steden door de industrialisatie erg snel. 1.2 Hoe was de situatie van de arbeiders? Na 1870 groeien de steden door de industrialisatie erg snel. 1. Politieke stromingen Een groot deel van de bevolking leeft in ellendige omstandigheden.

Particuliere en kerkelijke instanties doen aan armenzorg. 1.2 Hoe was de situatie van de arbeiders? Particuliere en kerkelijke instanties doen aan armenzorg. In 1854 komt de armenwet. 1. Politieke stromingen Die is alleen voor mensen die geen kerkelijke of particuliere hulp krijgen.

Er ontstaat een sociale kwestie 1.2 Hoe was de situatie van de arbeiders? Er ontstaat een sociale kwestie Arbeiders werken 14 uur per dag voor een laag loon. 1. Politieke stromingen Er is alleen geld voor goedkoop en ongezond voedsel.

Door de woning-nood leven veel gezinnen in kelders en krotten. 1.2 Hoe was de situatie van de arbeiders? Door de woning-nood leven veel gezinnen in kelders en krotten. 1. Politieke stromingen De burgerlijke en kerkelijke armenzorg schieten te kort.

1.2 Hoe was de situatie van de arbeiders? Gemiddelde levensduur: 1850-’59 35 1870-’79 39 1880-’89 44 1953-’55 72 1970-’75 75 1. Politieke stromingen

De grondlegger van het socialisme en het communisme. 1.2 Hoe was de situatie van de arbeiders? Karl Marx 1818-1888 De grondlegger van het socialisme en het communisme. 1. Politieke stromingen Geeft de schuld aan het kapitalisme. Geld, grond en fabrieken moeten van iedereen zijn.

Er zijn 2 groepen socialisten: 1.2 Hoe was de situatie van de arbeiders? Er zijn 2 groepen socialisten: de Sociaal-Democratische Bond verwacht de oplossing door een revolutie. 1. Politieke stromingen via revolutie sociale wetten invoeren. Domela Nieuwenhuis

Er zijn 2 groepen socialisten: 1.2 Hoe was de situatie van de arbeiders? Er zijn 2 groepen socialisten: de SDAP (sociaal-democratische arbeiders partij) wil algemeen kiesrecht. 1. Politieke stromingen via politieke macht sociale wetten invoeren. Pieter Jelles Troelstra

Leider is Abraham Kuyper. 1.3 Organisatie katholieken en protestanten De protestanten: Leider is Abraham Kuyper. Richt in 1878 de ARP op (de eerste politieke partij). 1. Politieke stromingen Wil kiesrecht voor het hoofd van het gezin.

De priester Schaepman is de leider van de katholieken. 1.3 Organisatie katholieken en protestanten De katholieken: De priester Schaepman is de leider van de katholieken. 1. Politieke stromingen Zo ontstaat de Rooms Katholieke Staatspartij.

De staat betaalt alleen het openbaar onderwijs. 1.3 Organisatie katholieken en protestanten De schoolstrijd: In de 19e eeuw horen bijna alle mensen bij een kerk. 1. Politieke stromingen De staat betaalt alleen het openbaar onderwijs. Veel ouders sturen hun kinderen naar een bijzondere school. Ze willen dat de staat ook hun school betaalt.