∙ D C diameter 4 cm. middelpunt A 6 cm. B opgave 53 a teken b cirkel

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De stelling van pythagoras
Advertisements

Toepassingen op de stelling van Pythagoras
COMPETITIEREGLEMENT  De wedstrijden worden gespeeld op zaterdagmiddag van 13:00 uur – 17:30 uur  Iedereen wordt 15 minuten voor aanvang van de wedstrijd.
Over voetbal enzo Hoeveel zeshoeken bevat een voetbal? Probleem:
havo B Samenvatting Hoofdstuk 10
(11,25;10) (10,15) (10,16) Totaal 7 lijnen getekend.
Presentatie Vlakke figuren Theorie Rekenvoorbeelden
Weerkaatsing. ∠i = ∠t (spiegelwet) Construeren
Gereedschapskist vlakke meetkunde
Rambles Barcelona 19 mei 2011.
Extra vragen voor Havo 3 WB
Omtrekshoeken Stelling van de constante hoek:
Rekenregels voor wortels
Herhaling gelijkvormigheid
Gelijkvormige driehoeken
1 het type x² = getal 2 ontbinden in factoren 3 de abc-formule
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Presentatie Inhouden en vergrotingen.
Projectie en stelling van thales
Hoofdstuk 11 Homothetie.
vergrotingsformule F Er zijn in de tekening 2 Gelijkvormige driehoeken
Tweedegraadsfuncties
Eigenschappen Ruimtelijke figuren
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
2 vmbo basis 4.1Vlakke figuren
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Hoofdstuk 5 De stelling van Pythagoras
Hoe gaat dit spel te werk?! Klik op het antwoord dat juist is. Klik op de pijl om door te gaan!
Ruimtefiguren Alle dingen die ruimte innemen noemen we in de wiskunde ruimtefiguren. kubus balk bol kegel prisma piramide balk prisma cilinder.
Voorbeeld Bereken de diepte van het water. Aanpak
Pythagoras Wie??? Pythagoras: 24-jan-2003, RW.
Hoofdstuk 1 Roosterpapier, hoekpunten, zijden, diagonalen
Gereedschapskist vlakke meetkunde
Ruimtefiguren.
Vergroten en verkleinen
3FD na de vakantie !! Wiskunde deel B + Geodriehoek !!! + potlood !! + gum !! + rekenmachine !! Koop het als je het niet hebt !
Presentatie ICT 1e blad.
Oppervlakte en inhoud.
Inhoud van een balk en cilinder
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 4
De Oppervlakte van een cilinder
Vormleer: vlakke figuren – driehoeken en cirkels
‘Vormleer: punten, lijnen, vlakken, hoeken’
Warming-up & herhaling Eigenschapsrekenen middels coöperatief leren Mix en Ruil.
Projectie en stelling van thales
Meetkunde 5L week 15: Driehoeken tekenen vierhoeken vlakke figuren
Meetkunde 5L herhalingsweek: 5L : ‘herhalingsweek’
Meetkunde 5L week 19: Vormleer: vlakke figuren – de cirkel vlakke figuren 5L week 19: ‘Vormleer: vlakke figuren – de cirkel’ niet - veelhoeken veelhoeken.
Ruimtelijke figuren.
Les 2 Vlakke Figuren Programma: Cursus driehoeken tekenen.
Meetkunde 5de leerjaar.
vormleer (eigenschappen van diagonalen in vierhoeken)
Bereken de inhoud van de kubus en balk
2 VMBO-T/HAVO deel Driehoeken tekenen Drie zijden gegeven VMBO-T
vlakke figuren © JvdW driehoeken vierhoeken veelhoeken ovalen/cirkels.
HAVO/VWO Driehoeken en hoeken 1 1.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Driehoeken in de ruimte
Vierhoeken in de ruimte
M2 2 De piramide, de kegel en de bol M A R T X I © André Snijers W K U
Extra oefening Gevraagd: CD en CE zijn raaklijnen aan c(M,r)
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 7
Eigenschap en constructie van de bissectrice van een hoek
De basishoeken in een gelijkbenige driehoek
Vormen digibordpeuters
Wiskunde Blok 9, les 6.
Blok 4L9.
Hoofdstuk 13 Omtrek en oppervlakte. Hoofdstuk 13 Omtrek en oppervlakte.
Transcript van de presentatie:

∙ D C diameter 4 cm. middelpunt A 6 cm. B opgave 53 a teken b cirkel c cirkel D C diameter ∙ 4 cm. middelpunt A 6 cm. B

opgave 55 ∙

∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ laag aantal 1e 1 x 1 1 2e 2 x 2 4 3e 3 x 3 9 16 5e 5 x 5 25 6e 6 x 6 36 7e 7 x 7 49 8e 8 x 8 64 opgave 59 a 1 + 4 + 9 + 16 = 30 blikken b 5e laag  25 blikken c 6e laag  36 blikken 30 + 25 + 36 = 91 blikken d 7e laag  49 blikken 7 lagen  91 + 49 = 140 blikken 8e laag  64 blikken 8 lagen  140 + 64 = 204 blikken 9e laag  81 blikken 9 lagen  204 + 81 = 285 blikken dus 8 lagen  250 – 204 = 46 blikken over ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙ ∙

Prisma De meeste grensvlakken van een prisma zijn rechthoekig, maar 2 grensvlakken hebben een andere vorm. Die 2 grensvlakken heten grondvlak en bovenvlak. De 2 grensvlakken zijn altijd even groot. In het figuur zijn het grond- en bovenvlak gekleurd. Het grondvlak hoeft niet altijd op de grond te staan.

Piramide Elke piramide heeft één grondvlak. Dat grondvlak kan allerlei vormen hebben. De andere vlakken zijn altijd driehoeken. Een piramide staat niet altijd op het grondvlak. De gele piramide bestaat uit 5 driehoekige grensvlakken die in de top T samenkomen en een grondvlak. In deze piramide is dat vijfhoek ABCDE. De driehoekige grensvlakken heten de opstaande zijvlakken. De ribben TA,TB,TC,TD en TE heten de opstaande ribben Deze piramide heet T ABCDE.

Zo teken je ∆ABC met AB = 2,5 cm, AC = 1 cm en BC = 2 cm. Driehoek tekenen Zo teken je ∆ABC met AB = 2,5 cm, AC = 1 cm en BC = 2 cm. 1 Teken AB = 2,5 cm. 2 AC = 1 cm, dus C ligt op de cirkel met middelpunt A en straal 1 cm. Teken deze cirkel. 3 BC = 2cm, dus C ligt op de cirkel met middelpunt B en straal 2 cm. Teken een gedeelte van deze cirkel. Zorg voor een snijpunt met de andere cirkel. Het snijpunt is C. 4 Teken ∆ABC. Gum de cirkelboogjes niet weg ! Het tekentje ∆ betekent driehoek

 C 5 cm 5 cm A B 5 cm opgave 69 het snijpunt is hoekpunt C teken 2 cirkels met straal = 5 cm.

T opgave 72 D C T 2 cm T A 4 cm B T