Kijk, dit is staar
Met je ogen kun je zien Het oog is een bol, gevuld met helder vocht. Het oog heeft een stevige witte wand met een opening aan de voorkant. Die opening is de pupil. Vóór de pupil zit het doorzichtige hoornvlies. Om de pupil heen zit het gekleurde regenboogvlies, de iris. Achter de pupil zit de lens. Staar
Licht Het oog vangt licht op. Dit licht gaat door het hoornvlies, de pupil en de lens en komt op de gele vlek. De lens zorgt er voor, dat het licht precies op de gele vlek valt. Op de gele vlek worden de lichtsignalen die binnenkomen, omgezet in stroompjes. Deze stroompjes gaan door de oogzenuw naar de hersenen. In de hersenen worden deze signalen verwerkt. Staar
Staar
Staar Een goede ooglens is: helder doorzichtig Bij aangeboren staar is je lens niet helder maar troebel. Vóór de geboorte is er iets mis gegaan. De staar kan ook erfelijk zijn. Staar
Licht Door de troebele lens wordt het licht in het oog verstrooid. Het licht komt niet goed bij de gele vlek. Daardoor ontstaat er een onscherp beeld. Is je lens erg troebel, dan kan deze via een operatie vervangen worden. Deze contactlens neemt het werk over van de eerste lens. Staar
Verschillende lenzen Monofocale contactlens Met de contactlens zie je op één afstand scherper, dit is meestal veraf. Voor het lezen is er een extra bril. Multifocale lens Met de contactlens kun je bijna altijd van dichtbij en van ver scherp zien. Sommige mensen dragen in plaats van contactlenzen een bril. Staar
Dit gebeurt er… Iemand die last heeft van staar: • draagt lenzen of een bril met extra leessterkte • ziet niet alles scherp kan niet goed van het bord lezen heeft vaak leeshulpmiddelen nodig Staar