Opdracht: Ontbind de kracht F in twee krachten F 1 en F 2. Krachtenschaal: In de tekening stelt 1 cm steeds 15 N voor.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
§3.7 Krachten in het dagelijks leven
Advertisements

Krachten Voor het beste resultaat: start de diavoorstelling.
Les 2 : MODULE 1 STARRE LICHAMEN
Les 2 : MODULE 1 STARRE LICHAMEN
Samenstellen van twee krachten
K3 Vectoren Na de les weet je: Wat een vector is
Krachten en evenwicht voor puntdeeltjes in het platte vlak
Figuur maken met coördinaten in vier kwadranten
Breking van licht Bolle lens Holle lens
Sterkteleer … boeiend ! Fs les 2 Inleiding A Fs·cos 71,6° B 2 kN DV C
Les 20 Hoekgrootte.
Hoofdstuk 1, 2 en 3 Toegepaste Mechanica deel 1
KLIK NU MET JE MUISKNOP OP: -VOORSTELLING WEERGEVEN!
POOLFIGUUR EN STANGENVEELHOEK
Krachten.
Neem over en zet de aangegeven hoek uit bij de blauwe punt
Als je een veer wilt uitrekken dan zul je daar een kracht op
Realiseer je dat in alle vier de gevallen er een Fz werkt !
Er zijn technische beroepen waarbij krachten belangrijk zijn:
Antwoorden oefening krachten A1
Construeren van een Tennishal Vergeet-mij-nietjes. Week 13
ribNAT0a Natuurkunde Bijspijker – Lesweek 01
Opdracht 1 37 o a) 1,00 cm = 5,0 N ^ c) De lengte van F span is 5,25 cm 1,00 cm = 5 N ^ 5,25 cm = 26,5 N ^ d) De lengte van F voorwerp is 6,49 cm 1,00.
Opdracht 1 De lengte van Fres is 5,00 cm ^ 4,00 cm = 80 N ^
44 Doosjes (1) Lengte, breedte, hoogte meten Inhoud berekenen
1x5= 2x5= 3x5= 4x5= 5x5= Om te controleren: Ga met je muiswijzer over de som tot het een handje wordt. Klik dan en je ziet het goede antwoord! 6x5= 7x5=
Naam student: Studienr.
Evenwichten 1. Het zwaartepunt. 2. Werklijn en arm van een kracht.
45 minuten: Introductie, afstemming (10 min.)
Evenwichten 1. Het zwaartepunt. 2. Werklijn en arm van een kracht.
Krachten optellen en ontbinden
Newton – VWO Statica Samenvatting.
Newton – HAVO Statica Samenvatting.
Kracht teken je als een pijl. Lengte pijl: grootte kracht.
Natuurkunde Paragraaf 3.4 & 3.5
2 vmbo basis 4.1Vlakke figuren
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Opgave 47 a opp beeld = 8 · opp origineel dus k = √8. lengte vergroting = √8 · 15 ≈ 42,4 cm breedte vergroting = √8 · 10 ≈ 28,3 cm b opp beeld = 12 · opp.
Krachten (vectoren) samenstellen
Driehoeken K v Dorssen.
Krachten (vectoren) samenstellen
H7 Kracht.
Boxplot en steelbladdiagram
Lasaanduidingen in het tekeninglezen
Momenten Havo: Stevin 1.1 van deel 3.
3FD na de vakantie !! Wiskunde deel B + Geodriehoek !!! + potlood !! + gum !! + rekenmachine !! Koop het als je het niet hebt !
Cv = F u  F = Cvu  F = Cv(el - bl) u = (el - bl)
Basiskennis vectoren voor:
4 Sport en verkeer Eigenschappen van een kracht Een kracht heeft:
Techniek en handvaardigheid op de Viaan
hoe kun je krachten grafisch ontbinden?
Wat is evenwicht? hoe kun je met krachten tekenen en rekenen?
hoe kun je met krachten onder een hoek tekenen?
Conceptversie.
Meetkunde 5L week 15: Driehoeken tekenen vierhoeken vlakke figuren
Meetkunde 5L herhalingsweek: 5L : ‘herhalingsweek’
Meetkunde 5L week 14: Vierhoeken tekenen vierhoeken vierkant vlieger
Les 8 meten en meetkunde in huis
Hoofdstuk 7 Kracht en evenwicht.
Loodrechte lijnen tekenen
Hoe teken ik een lichtstraal die weerkaatst op een spiegel?
Paragraaf 1 – Krachten herkennen
KEUZE OPDRACHT Kies een van de afbeeldingen uit en teken ze volgens de opdrachten op het werkblad die je van de docent hebt gekregen.
Hoofdstuk 1, 2 en 3 Toegepaste Mechanica deel 1
Leerjaar 3 Nask1 H1 §1 krachten herkennen.
Evenwichten 1. Het zwaartepunt. 2. Werklijn en arm van een kracht.
M7 2 Verschuivingen herkennen en tekenen M A R T X I © André Snijers W
Spiegelbeeld 23:04.
Vierhoeken tekenen Vierhoeken tekenen Vierhoeken tekenen
Hoofdstuk 1 Krachten Wat gaan we doen vandaag? Terugblik
Transcript van de presentatie:

Opdracht: Ontbind de kracht F in twee krachten F 1 en F 2. Krachtenschaal: In de tekening stelt 1 cm steeds 15 N voor

F 1 2

1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt van F en evenwijdig met een werklijn.

2) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt van F en evenwijdig met de andere werklijn.

1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt van F en evenwijdig met een werklijn. 2) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt van F en evenwijdig met de andere werklijn. 3) Teken met je geodriehoek de kracht F 1 van het aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F 1 bij.

1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt van F en evenwijdig met een werklijn. 2) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt van F en evenwijdig met de andere werklijn. 3) Teken met je geodriehoek de kracht F 1 van het aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F 1 bij. 4) Teken met je geodriehoek de kracht F 2 van het aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F 2 bij.

1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt van F en evenwijdig met een werklijn. 2) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt van F en evenwijdig met de andere werklijn. 3) Teken met je geodriehoek de kracht F 1 van het aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F 1 bij. 4) Teken met je geodriehoek de kracht F 2 van het aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F 2 bij 5) Meet de lengte van de pijlen 1 en 2 en bereken de grootte van F 1 en F 2 met een krachtentabel.

F 1 2 1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt van F en evenwijdig met een werklijn.

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2 2) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt van F en evenwijdig met de andere werklijn.

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2 3) Teken met je geodriehoek de kracht F 1 van het aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F 1 bij.

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2 F1F1

F 1 2 F1F1 4) Teken met je geodriehoek de kracht F 2 van het aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F 2 bij.

F 1 2 F1F1

F 1 2 F1F1

F 1 2 F1F1

F 1 2 F1F1 F2F2

F 1 2 F1F1 F2F2 5) Meet de lengte van de pijlen 1 en 2 en bereken de grootte van F 1 en F 2 met een krachtentabel. Dus pijl 1 is 3 cm en pijl 2 is 4 cm

F 1 2 F1F1 F2F2 Grootte van de kracht (N) Lengte van de pijl (cm)

F 1 2 F1F1 F2F2 Grootte van de kracht (N) Lengte van de pijl (cm)

F 1 2 F1F1 F2F2 Grootte van de kracht (N) Lengte van de pijl (cm) Dus de grootte van F 1 = 45 N en van F 2 = 60 N.

F 1 2

F 1 2

F 1 2

F 1 2 F2F2

F 1 2 F2F2 F1F1 De lengte van pijl 1 is 6 cm en van pijl 2 is 5,5 cm.

F 1 2 F2F2 F1F1 Grootte van de kracht (N) Lengte van de pijl (cm) ,5

F 1 2 F2F2 F1F1 Grootte van de kracht (N) Lengte van de pijl (cm) ,5 82,5

F 1 2 F2F2 F1F1 5,5 82,5 Grootte van de kracht (N) Lengte van de pijl (cm) Dus de grootte van F 1 = 90 N en van F 2 = 82,5 N.

1 2

1 2

1 2

1 2 F1F1

1 2 F1F1 F2F2

1 2 F1F1 F2F2 Grootte van de kracht (N) Lengte van de pijl (cm) Dus de grootte van F 1 = 45 N en van F 2 = 60 N. 4 60

Wil je dit thuis nog een keer bekijken, gaan dan naar de st Jozef- site, docenten, vaklokalen, natuurkunde, klas 4, Hst 7 constructies.