Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 6 t/m 8
inhoud Oceaan- en zeestromen (par. 6) De grote circulatiesystemen op aarde gekoppeld (par. 7) Klimaatsystemen, klimaat- en vegetatiezones (par. 8)
1.6 Oceaan en zeestromen
Waterkringloop
Zout water zout en gassen(CO2, NO2, O2) uit continentaal gesteente via rivieren en grondwater naar zee water verdampt zout blijft achter
Waarom wordt zeewater niet steeds zouter? evenwicht tussen aan- en afvoer van zouten zout ‘verdwijnt’ uit kringloop voorbeeld: indampen van binnenzee (zoutlagen)
Zeestromen (driften) Golfstroom Zeestromen onder invloed van passaten Westenwinddrift
Zeestromen (driften) aangedreven door de wind water beweegt vooral horizontaal verticaal menging door wind tot 100 meter diepte
Thermohaliene circulatie (‘diepzeepomp’)
ZEESTROMEN Koude zeestromen zijn dieptestromen Warme zeestromen zijn oppervlakte stromen.
1.7 Circulatiestromen gekoppeld
Circulatiesystemen gekoppeld: fysisch-geografische zones
Circulatiesystemen gekoppeld natuurlijk broeikaseffect uitwisseling van lucht en warmte tussen evenaar en polen verdeling temperatuur en neerslag fysisch-geografische zones: Tropische zone, Subtropische zone, Gematigde zone, Polaire zone ‘boreale zone’ = groene gebied ten zuiden van de Noordpool begroeid met overwegend naaldbossen
Geologische tijdschaal
Geologische geschiedenis De wereld in het Perm
De geologische geschiedenis andere verdeling continenten, bijv. in Perm: - supercontinent Pangaea - één grote oceaan: Panthalassa - invloed op verdeling temperatuur/neerslag optreden van ijstijden, bijv. Kwartair - interglacialen en glacialen - isolatie Antarctica op Zuidpool - isolatie Noordelijke IJszee door continenten
El Niño westenwind i.p.v. passaten warm water naar de Amerika’s gevolgen: droogte, extreem weer
Mondiale klimaatgebieden volgens Köppen
1.8 Klimaten wereldwijd BOX 3 Info uit box overnemen en beheersen
Klimaatgebieden volgens Köppen Natuurlijke vegetatiezones