PW hst. 4 (ma 06-06-2011) Spelling Werkwoorden: pv, vd, twd, inf.,bijv. nw (vd of twd) Koppelteken, trema, apostrof.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
D-toets Formuleren.
Advertisements

De leesstrategie voor begrijpend lezen
Tekstdoelen Wat wil de tekst?.
Remedial stijl College 4
STIJLFIGUREN TEKSTSTIJLEN BEELDSPRAAK
VWO 5 Blok 1: Schrijven
Lerarenopleiding Nederlands
Spelling college 3.
tekstsoort, -doel + tekstvorm
Wat gaan we doen vandaag?
STOF PW hst. 3 Fictie vertelstandpunten
Nederlands Gymnasium Centraal examen 2011.
Spelling college 4.
Kennis verbreden en verdiepen
Stijl Extra uitleg 4 havo.
Toets periode 2 4 havo.
Vorige keer Standaardfouten bij het formuleren Dubbelopfouten.
Formuleren 5 vwo.
Toets periode 2 5 havo.
Formuleren 4 vwo.
Blok 2.
Formuleren Herhaling van de stof van klas 4
Voorwaarden voor samentrekken: 1) Samengetrokken deel moet dezelfde betekenis hebben; 2) De vorm en plaats van het samengetrokken deel t.o.v. de PV moet.
Geïntegreerd werken met de vaardigheden voorbeelden.
Spel(l)enderwijs Logica in een doolhof.
4. Leesvaardig Blz. 144 t/m 150 Blok 6. Leesvaardig Leerdoel (2f): Je weet uit de tekst de halen wat een feit of een mening is. Je kunt uit een tekst.
Samenvatting h1-h3.
Paragraaf twee: verkeerde verwijswoorden
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Tekstsoort en tekstdoel
Hoofdstuk 2 par 1 Schrijfdoelen.
Cursus Formuleren Nieuw Nederlands
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
WOENSDAG 16 MAART VRIJDAG 18 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA  15 minuten lezen uit het leesboek  Bespreken werkplanner  Nakijken opdracht 3 en 4 (lezen)
WEEK 2: 11 T/M 15 JANUARI Unidad 3: Y tú, ¿cómo eres?
Het schrijven van een betoog
Lezen: betoog. Spoorboekje 1)Begrippen/theorie 2)Betoog lezen en beoordelen 3)Bespreken Wat gaan we leren? -Je kunt vertellen wat het tekstdoel van een.
De tekstsoorten en hun kenmerken 1. HET BETOOG Doel = publiek overtuigen van een mening of activeren om iets te doen (=overhalen / tot handelen aansporen)
Briant College Cursus formuleren h1 Par 1 ‘Dubbelop’
WOORDEN 3.7 STIJLFIGUREN De betekenis van de woorden uit deze paragraaf 2.Wat stijlfiguren zijn: hyperbool, eufemisme, understatement, litotes.
WOORDEN 2.7 Stijlfiguren 1. 1.De betekenis van de woorden uit deze paragraaf 2.Wat stijlfiguren zijn: pleonasme en tautologie 2 AAN HET EINDE VAN DEZE.
Leesvaardigheid Tekststructuren. Vandaag: Inleiding Tekststructuren.
1 van 8 Hoofdstuk 7 Taalbeschouwing. 2 van 8 Wat is taalbeschouwing? Taalbeschouwing als vijfde domein naast lezen, schrijven, luisteren, spreken Taalbeschouwing.
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Formuleren Verkeerde verwijswoorden/dubbel op/foutieve samentrekkingen/foutief beknopte bijzinnen.
Lezen, schrijven en argumenteren
SET schrijfvaardigheid H5
Formuleren Verkeerde verwijswoorden/dubbel op/foutieve samentrekkingen/foutief beknopte bijzinnen.
Poëzie “Hoe breek ik een gedicht open?”.
Overtuigende tekst/betoog
Geïntegreerd werken met de vaardigheden
Woorden 4.7 Stijlfiguren.
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
Lezen Onderwerp en hoofdgedachte
Doel en publiek Hoe weet ik wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken en voor wie de tekst bedoeld is? NU Nederlands 2F.
Betogende teksten Hoe herken ik de standpunten en argumenten in een betogende kijk-/luistertekst en hoe kan ik de kwaliteit van argumenten beoordelen?
Formuleren 11 havo.
Schrijven 2.5 en 2.6 Formuleren en stijl 2.3 en 2.4
De betogende voordracht
Betoog.
Betrouwbaarheid van teksten: kritisch lezen
4 havo Schrijflijn les 5
Stappenplan werkwoordspelling
Gerben Scholman, Davy Westra, Stef kaptein, Matthijs Roozendaal
Van alle markten thuis Perron 1 – les 1.
De leesstrategie voor begrijpend lezen
Schrijven 2.7 en 2.8 Formuleren en stijl 3.1
Engels Compenseren strategieën Compenserende strategieën
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
OVERTUIGEN.
Transcript van de presentatie:

PW hst. 4 (ma 06-06-2011) Spelling Werkwoorden: pv, vd, twd, inf.,bijv. nw (vd of twd) Koppelteken, trema, apostrof

PW hst. 4 (ma 06-06-2011) Lezen Betoog (tekstdoel: overtuigen) Verschil tussen overhalen (=activeren) en overtuigen Beoordeling Blz. 153 vervalt: zie aantekening Wel verschil tussen objectieve en subjectieve argumenten kennen!!

Schrijven (formuleren) PW hst. 4 (ma 06-06-2011) Schrijven (formuleren) Wat is een samentrekking? Wanneer is hij foutief? Aan welke voorwaarden moet een goede samentrekking voldoen?

PW hst. 4 (ma 06-06-2011) Woorden Moeilijke woorden Stijlfiguren: Contaminatie Herhaling Dubbele ontkenning Pleonasme Tautologie