Creativiteit Voorwaarden – hoe begeleiden?
3 + 4 Voorwaarden om creatief te zijn: Veiligheid Vrijheid Uitdaging Eigenschappen van de begeleider Bekrachtiging Model-leren Inzicht Structuur
VEILIGHEID Wie zich onveilig voelt zal er alles aan doen om zich veilig te voelen. Hoe? Zeggen dat je iets niet leuk vindt Zich wegsteken Storen, boycotten …
Vrijheid Hoe zorg je als leerkracht voor veiligheid? Plezier en humor, focussen en ont-focussen Een warme aangename groepssfeer Humor mag geen dwang zijn Beginnen met simpele, gemakkelijke, enkelvoudige, opdrachten gesloten, … langzaam opengaan Duidelijkheid Nooit het afsluitend moment overslaan. Evalueren proces en product Veiligheid <> Betutteling
VRIJHEID - Vrij: mentaal, fysiek, sociaal o Vrij van angst fouten te maken, belachelijk te zijn … iets moet hen ervan overtuigen dat het de moeite waard is o Vrij om niet tevreden te zijn met het eerste het beste resultaat - Deelnemers op de achtergrond niet uit het oog verliezen, ze proberen in te schatten, ze op een andere manier aandacht geven. - Vrijheid<>Veiligheid. Oplossing: de opdracht beperken (letterlijk verkleinen, alleen maar met potlood, alleen maar met de armen, …).
UITDAGING - Een grensverleggende leersituatie onstaat als de deelnemer net buiten zijn confortzone komt - Oplossingen zijn nieuw maar lagen, nadien gezien, vlakbij. - Positief trauma: een kleine maar hele belangrijke en positieve ervaring: - the wow-factor - Valkuil: de uitdaging te groot maken.
De leerlingen moeten de vrijheid kunnen hebben een eigen positie te kiezen tussen veiligheid en uitdaging
BEKRACHTIGING - Kleine stapjes bekrachtigen - Non-verbaal, “goed, oké, ça va”, knik, knipoog… tijdens act! - Praise junkies zijn onzeker - Sommige deelnemers worden onzeker als er geen negatieve feedback is
MODEL-LEREN Tastbare voorbeelden geven i.p.v. van een algemene uitleg Zelf gek doen en de kinderen laten meedoen: roepen, tong uitsteken,… Geen technisch perfecte voorbeelden geven.. Enthousiasme en actieve participatie stimuleren.
INZICHT Deelnemers moeten de opdracht begrijpen Waar het naartoe gaat Welke stappen De deelnemers moeten inzicht krijgen in eigen kwaliteiten, beperkingen, uitdagingen De activiteit niet kapot maken door te veel uitleg. Ook niet nadien: er mag heel wat onverklaard achterblijven of meegenomen worden.
STRUCTUUR De begeleider moet inzicht hebben in de einddoelen de logische opbouw de uitvalswegen de lagere of de hogere versnelling. Flexibel met de voorbereiding omgaan.