Passieve diffusie doorheen membraan

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Freek Terheggen, Kaz de Bruijn, Eva Willemsen en Minke Greeven
Advertisements

Hartritmestoornissen en topsport De invloed van nurture op nature
Bouw en functie van het zenuwstelsel
Impulsgeleiding Thema 5.
Thema 18: Brainwave 18.2 en 18.3.
Elektriciteit 1 Les 12 Capaciteit.
het Hodgkin-Huxley model:
Diffusie, osmose en plasmolyse.
Eiwit als van een ei alleen dan anders….
o.a. bij deelname in het verkeer
College Hst 3, paragraaf 3.5&3.6
De Membraanpotentiaal
Ligand-receptor interactie:

Neuron.
Synchronization and propagation in a network of electrically coupled cells =====
In de hersenen.
Stoffentransport tussen cellen en hun omgeving
Membranen en transport van moleculen
Elektrische verschijnselen
Geleiding in vaste stoffen
Trainingsleer Eelbode Elke.
Lichaam en gedrag Harry Smit.
kennismakig met boed / JoJo september 2006
De belangrijke organische stoffen in de biologie
Biologie makkelijk? QF8&NR=1 QF8&NR=1 Nee dus, je kunt het heeeeel ingewikkeld.
Nucleïnezuren en DNA-replicatie
Regeling Samenvatting 5A.
Samenvatting H3 Gaswisseling
De wondere wereld van de cel
Passief en actief transport
Interleukin 4, but Not Interleukin 5 or Eosinophils, Is Required in a Murine Model of Acute Airway Hyperreactivity Corry et al. (1996)
Universitair Medisch Centrum Groningen
Formules van ionaire stoffen
Ongewenste ionen verwijderen
Medicamenteuze pijnbestrijding
De Meetcyclus Control en/of Feedback Object Signaal Meting Analyse
waarom plaatsen we onze verwarming onder het raam?
Vragen Wat zijn impulsen? Wat zijn receptoren? Wat is een neuron?
Centrale vraag Hoe kunnen inzichten in de moleculaire biologie helpen om ziektes te begrijpen, te voorkomen en te genezen?
Dissimilatie op celniveau
STOFUITWISSELING TUSSEN CELLEN EN HUN OMGEVING
N4H_05 voorkennis.
Paragraaf 2.4 Aan de celgrens.
Afweer.
AEROBE EN ANAEROBE CELADEMHALING
BIOLOGISCHE EFFECTEN VAN IONISERENDE STRALING
Trends in plant science 2008 Hormoonsignaaltransductie en perceptie I; 10 oktober Hormoonsignaaltransductie en perceptie II; 24 oktober Wim Vriezen;
Thema 2 Cellen § 2.4 Opname en afgifte van stoffen tussen cellen en het uit- of inwendig milieu.
Bas 4 Natrium-Kalium pomp
N4H_05 voorkennis.
BLOED: Functies en Ziekten
Ionogene bindingen Chpt 6.
14 Je levensstroom 14.1 Continu transport Bloedvaten systeem, het hart
HAVO 4 Thema 1: Inleiding in de biologie Boek: Biologie voor jou Deel: HAVO A.
Genexpressie B6.
College 6: Regulatie van gen expressie
Hoofdstuk 4 Transport in cellen
18 brainwave.
12.2 Stofwisselingsprocessen Autotroof: Organismen die uit anorganische moleculen hun benodigde organische moleculen kunnen maken Naam van dat proces:
Bewegen en verplaatsen
verwerking van prikkels
Stoffen transport tussen cellen en hun omgeving.
Overgangsmetalen – deel 2 § 19.5 – elektronenregel
Reactiemechanismen Reactie verloop via een aantal stappen
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl- Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Overzicht van deze les Rustpotentiaal Actiepotentiaal Myelineschede.
Dierlijke cel 1=lysosoom; 2=celmembraan; 3=mitochondrium; 4=endoplasmatisc reticulum (ER); 5=cytoplasma; 6=kernmembraan; 7=kernporie; 8=kern; 9=kernlichaampje;
12.2 Stofwisselingsprocessen
Transcript van de presentatie:

Passieve diffusie doorheen membraan Cin Cout membraan L Ca Cb Ca=CinK Cb=CoutK P: permeabiliteitsconstante = DK/L

Passieve diffusie doorheen membraan Lineair verband tussen flux en concentratieverschil. (Cout-Cin) J P

Snelheid van Glucose transport

Voorbeeld 1 =-80 mV K+ G = +8484 J mol-1 –7720 J mol-1 Em [K+]i = 150 mM [K+]o = 5 mM =-80 mV K+ R = 8.315 J K-1 mol-1 F = 96500 C mol-1 z: valentie (+1 voor K+) G = +8484 J mol-1 –7720 J mol-1 = +764 J mol-1 Energetisch ongunstig

Voorbeeld 2 =-80 mV Na+ G = -6755 J mol-1 –7720 J mol-1 Em [Na+]i = 10 mM [Na+]o =150 mM =-80 mV Na+ R = 8.315 J K-1 mol-1 F = 96500 C mol-1 z: valentie (+1 voor Na+) G = -6755 J mol-1 –7720 J mol-1 = -14475 J mol-1 Energetisch zeer gunstig

Evenwichtspotentiaal voor ionen niet permeabel Em = 0 mV

Evenwichtspotentiaal voor ionen Permeabel voor 𝑁𝑎 + Em = ENa

Evenwichtspotentiaal voor ionen Permeabel voor 𝐾 + Em = EK

Ca2+-ATPases golgi SR/ER PMCA: plasma membrane Ca2+-ATPases [Ca2+]o ~1-2 mM 1Ca2+ ATP ADP + Pi [Ca2+]i ~100nM 2Ca2+ ATP ADP + Pi 2Ca2+ ATP ADP + Pi golgi SR/ER PMCA: plasma membrane Ca2+-ATPases SERCA: sarco/endoplasmic reticulum Ca2+-ATPases SPCA: secretory pathway Ca2+-ATPases

Na+ influx gaat gepaard met een daling van de vrije energie (G<0) GNa = -13.15 kJ mol-1 Remember: 1 kcal = 4.184 kJ

Voorbeeld: twee Na+/glucose cotransporter (symporter) Stel: [Na+]i = 10 mM [Na+]o = 150 mM Em = -80 mV Bij evenwicht (G = 0):

Na+ -glucose cotransporters SGLT1,3: 2 Na – 1 Glucose cotransporter SGLT2: 1 Na – 1 Glucose cotransporter

Effect van stoichiometrie op transport 2 Na – 1 Glucose cotransporter (SGLT1,SGLT3) 1 Na – 1 Glucose cotransporter (SGLT2) Stel GNa = -13.15 kJ mol-1 2 Na – 1 Glucose cotransporter 1 Na – 1 Glucose cotransporter Bij evenwicht (G = 0) :

Glucosurie door insufficiente reabsorptie

Na+/ Ca2+-uitwisselaar (NCX) [Ca2+]o ~1-2 mM 3 Na+ 1 Ca2+ [Ca2+]i ~100nM 3 Na+o + 1 Ca2+i  3 Na+i + 1 Ca2+o « Elektrogeen! »

Evenwicht van Na+/Ca2+-uitwisselaar 3 Na+o + 1 Ca2+i  3 Na+i + 1 Ca2+o G = 3x GNa - GCa golgi SR/ER Bij welke membraanpotentiaal is NCX in evenwicht? Als Em < ENCX : forward mode (Ca2+ naar buiten) Als Em > ENCX : reverse mode (Ca2+ naar binnen)

Stroom over een weerstand Wet van Ohm: V = IR = I/G

Weerstanden in parallel of serie G1 G2 G1 G2 Gtot = G1 + G2 Rtot = 1/(1/R1+ 1/R2) Rtot = R1 + R2 Gtot = 1/(1/G1+ 1/G2)

Ladingsverplaatsing bij elektrische stroom Q=I•t

Voorbeeld: stroom door een enkel Na+- kanaaltje i = 1.6 pA = 1.6 x 10-12 A = 1.6 x 10-12 C/s (A = C/s) Lading van een Na+-ion = 1 elementaire lading = 1.6  10-19 C Natriumflux: Na = 1.6 x 10-12 (C/s) /1.6  10-19 C = 107 Na+ ionen/s Dus ongeveer 10000 Na+ ionen per opening van 1 ms.

Equivalent circuit voor een ionenkanaal X Em iX = X•(Em- EX) EK

Stroom doorheen N identieke ionenkanalen IX = N  Popen  iX IX = N  Popen  X•(Em- EX) Enkelvoudige kanaaltjes IX = gX•(Em- EX) Met gx= N  Popen  X Ensemble

Open probabiliteit van een ionenkanaal topen open closed ttotaal

Oefening

Oefening

Selectiviteit op basis van lading Positief Negatief KcsA CLC Cl- kanaal K+ kanaal

Oorsprong van de actiepotentiaal Em (mV) Oorsprong van de actiepotentiaal EK IK=gK•(Em-EK) Achtergrond gK (vb. Lekkanalen)

Oorsprong van de actiepotentiaal Em (mV) ENa INa=gNa•(Em-ENa) gNa= N  Popen  Na Spanningsgeschakelde Na+-kanalen

Oorsprong van de actiepotentiaal Em (mV) Membraanstroom i.f.v. Em : Itotaal = IK+ INa

Oorsprong van de actiepotentiaal rustpotentiaal drempelpotentiaal piek van actiepotentiaal Em (mV)

Oorsprong van de actiepotentiaal

Acetylcholinesterase Heropname van in de presynaptische cell Na+/GABA cotransporter Na+/dopamine cotransporter Na+/serotonine cotransporter Na+/noradrenaline cotransporter Uitzondering: Acetylcholine! Acetylcholine Acetaat + choline Acetylcholinesterase AchE Na+/choline cotransporter

Actiepotentiaal voor activatie van GABA-R ECl  EK

Actiepotentiaal na activatie van GABA-R gCl = 3gK ECl  EK

Actiepotentiaal na activatie van GABA-R gCl = 7gK ECl  EK

Ligand-receptor binding Kd >> [L]rust

Rekenvoorbeeld EPO stimuleert vorming van rode bloedcellen uit erythroide progenitorcellen. Binding van EPO aan 100 EPO-receptoren volstaat voor dit effect. Kd van de receptor is 100 pM. Vraag: welke EPO-concentratie is nodig voor het stimuleren van een cel met 1000 EPO-receptoren? En een andere cel met 120 EPO-receptoren? Conclusie: het aantal receptoren per cel is bepalend voor de cellulaire reactie !

Signaalmoleculen binden aan tyrosine-fosfaat in geactiveerde receptor SH-2 Tyrosine-fosfaat: specifieke aandokplaats voor eiwitten - SH2-domein (src homology) - PTB-domein (phosphotyrosine-binding)

Signaaltransductie na cytokine-binding: 2) STAT STAT: Signal Transducer and Activator of Transcription proteins Gebrek aan STAT5 anemie

Cytokine receptoren versus receptor tyrosine kinasen (RTK) Tyrosine kinase domein maakt deel uit van receptor RTK Cytokine receptor Tyrosine kinase (JAK) gebonden aan receptor

Actief MAP-kinase stimuleert genexpressie SRE: serum response element SRF: serum response factor TCF: ternary complex factor  Expressie van ‘early genes’* * >100 genen die een rustende cel ‘wakker schudden’ en doen prolifereren

Motorwerking: (1) ATP binding

Motorwerking: (2) ATP hydrolyse De boog wordt opgespannen!!!

Motorwerking: (3) binden aan myosine

Motorwerking: (4) power stroke

Motorwerking: (5) ADP vrijgave En we zijn een stap verder!!!