Grammar Chapter 6 G 3 Some en Any. Some en Any In klas 1 heb je al iets over some en any geleerd, nl dat beide woorden te maken hebben met een onbepaalde.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammar Chapter 4 – G3 Aangeplakte vragen = Question tags.
Advertisements

Grammar Chapter 4 – G1 What en Which.
Grammatica Unit 2 HD 2.1 t/m 2.7.
Grammar Chapter 1-G3 Vragen.
Grammar Chapter 4 – G4 Meervoud.
G 2 The Present Perfect = De Voltooide Tijd (vtt)
Grammar Chapter 2-G1 ‘s en of.
You do remember, don’t you?
Moeten: must, have (got) to, should, should have
Grammar Chapter 5 Grammar 1 …self / …selves en each other.
Grammar Chapter 6 G 1 De Passive.
All Right 1thv Unit 6 Grammar 2.1 en 2.2.
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
Everything you need to know for your test in the test week!
RWW unit 6 Passive-de lijdende vorm Vergelijk deze zinnen:
Interrogative sentences
Copyright met toestemming gebruikt van Stichting Licentie © 1997 Hillsongs Australia 1/6 I KNOW IT (Darlene Zschech) I know it, I know it His blood has.
LEESVAARDIGHEID Tips & Tricks.
Some / any.
Grammar Chapter 3 – G1 If en When.
Grammar Chapter 6 G 4 Any, every, no + samenstellingen.
Lots of, a lot of, much, many little, few
Grammar Chapter 1 Grammar Chapter 1 Who en What met een voorzetsel.
Grammar Chapter 4 – G2 If + past simple. Je wist al dat je voor het woordje als in het Engels if kunt gebuiken. We gaan hier even mee verder. Het kan.
Woordvolgorde met woorden van tijd
Grammar Chapter 2 – G3 The. Het gebruik van the in combinatie met gebouwen. Het gaat hier om de volgende gebouwen: Het gaat hier om de volgende gebouwen:
Grammar Chapter 3 – G3 One en Ones.
Grammar Chapter 3 – G2 Meervoud. Meervoud Je weet al hoe je woorden in het Engels in het meervoud zet, nl: Je weet al hoe je woorden in het Engels in.
In deze powerpoint vind je basis-grammatica: zaken die je na 3 onderbouwjaren eigenlijk niet onbekend voor mogen komen. Klik op een van onderstaande onderwerpen.
Deltion College Engels A1 Gesprekken voeren [Edu/002] thema: Ough! I don’t feel good…. can-do : kan eenvoudige informatie geven.
Chapter 3 Hot off the press
Vragen met have en have got (= hebben)
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
Woorden als or, and, but, when, because, so en since gebruiken we om twee zinsdelen te koppelen. Voorbeeld in het Nederlands: De dvd was erg duur maar.
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
+.
Past Simple (verleden tijd)
Persoonlijke voornaamwoorden
Question-tags toch? is het niet? nietwaar? hè? is het wel?
All Right! 1 thv Unit 4 grammar 2.1 and 2.2.
All Right! 3hv Unit 6 grammar 4.1.
4.1 present simple de present simple = de gewone tegenwoordige tijd: Ik loop = I walk Jij slaapt = you sleep etc! Je gebruikt deze tijd om aan te geven.
Deltion College Engels B1 Lezen [no. 001] can-do : 2 products compared.
Deltion College Engels A2 Spreken/presentaties [Edu/001] thema:Sight-seeing in Holland Can-do: kan een kort, eenvoudig, vooraf ingeoefend praatje houden.
Jeans Hij draagt een nieuwe spijkerbroek! Ik vind hem leuk! He’s wearing a new jeans! I like it! He’s wearing new jeans. I like them!
Nothing Is As It Seems Introduction Lesson. What are we going to do? - We gaan deze periode spreek, luister, lees en schrijflessen in een thema oefenen.
Deltion College Engels B2 Spreken [Edu/001] thema: What’s in the news? can-do : kan verslag doen van een gebeurtenis en daarbij meningen met argumenten.
Nothing Is As It Seems Lesson 4 Romeo and Juliet.
Deltion College Engels B1 Spreken [Edu/001] thema: song texts can-do : kan een onderwerp dat mij interesseert op een redelijk vlotte manier beschrijven.
Nothing Is As It Seems Lesson 8 Cubes and Numbers.
Question tags.
Hoofdstuk 3 Karl Weick Toevoegen en reduceren van variëteit.
Vragende/ontkennende zinnen. 1.Met behulp van to do Betalen wij de rekening? Do we pay the bill? Wij betalen de rekening niet. We do not pay the bill.
Allesvoorengels.nl. 1. Wat betekenen some en any? 2. Wanneer gebruik je some? 3. Wanneer gebruik je any? 4. Woorden met some en any erin 5. Samenvatting.
Grammar – period 2.
The past simple Grammar.
Woordvolgorde in Engelse bevestigende en vragende zinnen.
Lesson six.
Vragen in de Present Simple (t.t.)
Today: Chapter 2 Discuss SO 2 What to study for your test?
Grammar in a Nutshell Skills 1.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Video and Radio NU Engels unit 5.1.
Unit 2: LESSON 2 practicing the grammar: betrekkelijke voornaamwoorden
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
GRAMMAR: SOME/ANY + MYSELF/YOURSELF/HIMSELF….
Chapter 2 What’s up? Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 1 Looking back Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Transcript van de presentatie:

Grammar Chapter 6 G 3 Some en Any

Some en Any In klas 1 heb je al iets over some en any geleerd, nl dat beide woorden te maken hebben met een onbepaalde hoeveelheid. Je weet niet precies hoeveel, bijv: Do you have any apples – Hebt u ook wat appels? Does the baker have any biscuits? – Heeft de bakker ook wat biscuitjes? I haven’t got any raspberries – Ik heb geen bramen. The butcher’s doesn’t sell any potatoes – De slager verkoopt geen aardappelen. I think there isn’t any sugar left – Ik geloof dat er geen suiker meer is. There is some milk in the fridge – Er is wat melk in de koelkast. We have some information about it – We hebben er wat informatie over.

Some en Any Je weet nu wat some en any betekenen, nl ‘wat’ = onbepaalde hoeveelheid. De betekenis is dus dezelfde. Nu nog iets over het gebruik van deze woorden. De regel is dat je any gebruikt in: Vraagzinnen = ? (Do you have any CDs on ABBA?) Ontkennende zinnen = not / n’t (I didn’t buy any CDs.) Some gebruik je in: Bevestigende zinnen = gewone zinnen met een punt=. I haven’t got any cash, but my friend has got some cash. They saw some good football players in the field.

Some en Any In vraagzinnen geldt ook nog: Als je een vraag stelt en je verwacht een antwoord met ‘ja’ gebruik je some in je vraag, bijv. Do you have some sugar? – Je verwacht dat ze wel suiker hebben dus gebruik je some in plaats van any. Als je een vraag stelt en je verwacht een antwoord met ‘nee’, gebruik je any in de vraagzin, bijv.: Was there anybody to help you? – Hier verwacht je het antwoord met ‘nee’, er was niemand. Het hangt hier een beetje van het verhaal af wat verteld werd en waarop jij reageert. Maak opdracht 3 blz.45 WB.

Some en Any In klas 3 heb je ook geleerd dat dezelfde regels gelden voor samenstellingen met some en any: Somebody – anybody = iemand Someone – anyone = iemand Somewhere – anywhere = ergens Something – anything = iets Is anybody there? I haven’t seen him anywhere. They saw something in the air that night. There was someone at the door. Haven’t you got anything to do tonight? Would you like to do something about bullying?

Opdrachten Zoek een engelse tekst / teksten waarin je voorbeelden van dit grammatica onderdeel terug vindt. Onderstreep / markeer minstens 1 voorbeeld van elk onderdeel, dus 1 met some, 1 met any, 1 met somebody (someone), 1 met anybody (one), 1 met something, 1 met anything, 1 met somewhere en 1 met anywhere. Bewaar deze tekt(en) in je portfolio. Maak opdracht G20 en G21 op blz. 181, 182 WB.