Grammar Chapter 6 G 4 Any, every, no + samenstellingen
Any, every, no + samenstellingen Wat wordt er eigenlijk bedoeld met samenstellingen? Kijk maar: Any, every en no kunnen gecombineerd worden met: One =persoon Body =persoon Thing =ding Where =plaats Zo krijg je de mogelijke samenstellingen: Anyone =iemand Anybody =iemand Anything =iets Anywhere =ergens
Any, every, no + samenstellingen Everyone =iedereen Everybody =iedereen Everything =alles Everywhere =alles No one =niemand Nobody =niemand Nothing =niets Nowhere =nergens
Any, every, no + samenstellingen Any en every betekenen allebei: elke, iedere. Er is echter wel een verschil in betekenis, kijk maar: Any day = elke dag, maakt niet uit welke, kies maar één. Every day = elke dag, allemaal, zonder uitzondering. Bv.: I want to see you. Choose any day you like. Bv.: I want to see you every day of the week. Anybody = iedereen, maakt niet uit wie, kies maar. Everybody = iedereen, allemaal, zonder uitzondering. Bv.: Do you think this is difficult? I think anybody can do it. Bv.: Everybody helped to solve the problem.
Any, every, no + samenstellingen Anything = alles, maakt niet uit wat, kies maar eentje. Everything = alles, niets uitgezonderd. Bv.: You can choose anything you like! Bv.: You can take everything home with you. Anywhere = overal, maakt niet uit waar, kies maar. Everywhere = overal, op alle plaatsen. Bv.: Your shoes could be anywhere. Bv.: We’ve looked everywhere, but haven’t found them.
Any, every, no + samenstellingen Het woordje no betekent niet en kan ook in allerlei samenstellingen voorkomen, kijk maar: No body = niemand nobody No one = niemand no one No thing = niets nothing No where = nergens nowhere Niemand, niets en nergens kunnen ook als volgt vertaald worden: Niemand = not anybody / not any one Niets = not anything Nergens = not anywhere
Any, every, no + samenstellingen Wel is er verschil in gebruik van deze vormen, want als je iets met veel nadruk wilt zeggen, gebruik je no + samenstellingen: I didn’t have any messages. = Ik had geen berichten. (=neutraal) I had no messages at all. = Ik had geen berichten. (= nadruk) They couldn’t find him anywhere. =Ze konden hem nergens vinden. (=neutraal) They could find him nowhere. = Ze konden hem nergens vinden, terwijl ze overal gezocht hadden (=nadruk) Isn’t there anyone who can help? = Is er niemand die kan helpen? (=neutraal) Is there no one who can help? = Is er echt niemand die kan helpen? (=nadruk)
Any, every, no + samenstellingen Isn’t there anyone who can help? = Is er niemand die kan helpen? (=neutraal) Is there no one who can help? = Is er echt niemand die kan helpen? (=nadruk) OPDRACHT: Om nu de theorie toe te passen, maak opdr.4 WB blz.46. Onthoud hierbij het volgende: No = nadruk Every = elke, alles inclusief Any = elke, maakt niet uit welke, kies maar