Welvaartsverlies bij subsidie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De collectieve vraaglijn
Advertisements

H5 Financiële Rekenkunde
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
De externe waarde van de munt
niets is zeker, dát is zeker!
Asymmentrische informatie
Workshop 7 Rens. OGW = CS(P)E-SE
Vandaag.
Hoe sterk reageert de vraag op een prijsverandering
Nationale rekening DEEL 1 Productie meten.
Budgetlijn de verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden bij een bepaald budget.
solidariteit en moreel wangedrag
Overheidsinterventie 2
verplicht sociaal verzekerd
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Speltheorie een techniek om situaties met strategische interacties tussen verschillende beslissingnemers te analyseren en de uitkomst te voorspellen.
Geldschepping door banken
specialisatie zorgt voor welvaartswinst
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
Rekenen met machten met hetzelfde grondtal
© 2011 Graydon Nederland.
Hoe komen producten tot stand?
Productiefactor Arbeid
een onbetaalde rekening?
komen tot een weloverwogen keuze
Kosten produceren - vervolg
Quiz Raad de gewichten.
Een verandering = -Een afname -Een toename (nieuwe bedrag – oudste bedrag) : oudste bedrag X 100 =...%
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Overheidsinterventie 1
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Overheidsinterventie 3
Prisoner’s Dilemma een experiment.
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
Stimulerende monetaire politiek
Uitleg Russisch delen.
2.1 Vergrotingsfactor Vergrotingsfactor cm : 40 cm = 787,5
Vastgoed-instituut 5 september Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) Van en voor de ondernemers.
Wat kost 1 hamer?.
De omstandigheden waaronder de prijsvorming op een markt plaatsvindt

Herhaling Hoofdstuk 1.
> /24% 25 % % % % % % % % Bijtelling.
HAVO/VWO Het prijsmechanisme
 Drie soorten opgaven: ◦ vanuit de prijs exclusief btw ◦ vanuit een btw-bedrag ◦ vanuit de prijs inclusief btw.
Het geheel van vraag en aanbod
Internationale Handel en Welvaart. Globalisering: Internationale Handel Globalisering – Toename van internationale stromen Van goederen en diensten Van.
Lesbrief Europa. Hoofdstuk 1: waar produceren Oorzaken internationale handel – Natuurlijke omstandigheden – Infrastructuur – Loonkosten/product M.b.v.
Lesbrief Markt en Overheid
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
Procentuele toename berekenen
H1 & H2: Hoe werkt de markt, vraag en aanbod
Lesbrief Vervoer H 4.
Rekenen met procentuele afname
Wanneer er maar één aanbieder is
Welkom VWO 5..
WELVAARTSVERLIES DOOR KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN EN – VERLAGENDE SUSBSIDIES, MAXIMUM- EN MINIMUMPRIJZEN.
Welkom VWO 5..
Welkom VWO 5..
Inhoudsopgave Sheet 2: Planning Sheet 3: H1: schaarste en ruil Sheet 4: H2: de markt: vraag en aanbod Sheet 5: H2, de vraaglijn Sheet 6: H2: de aanbodlijn.
Welkom VWO 5..
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
Subsidie bij volkomen concurrentie
Overheidsinterventie 2
Overheidsinterventie 1
Optimale welvaart bij volledige mededinging
Het verschil tussen de marktprijs en de maximale betalingsbereidheid
Externe effecten Verzonken kosten Berovingsprobleem.
een onbetaalde rekening?
Transcript van de presentatie:

Welvaartsverlies bij subsidie of: Harberger driehoek Dead Weight Loss

De uitgangssituatie Er komt een subsidie van €1 -2P = -Q – 2 Qv = -2P + 10 Qa = 2P – 2 Er komt een subsidie van €1 -2P = -Q – 2 P = 0,5Q + 1 P = 0,5Q + 1 – 1 P = 0,5Q -0,5Q = -P Q’a = 2P 5 Qa Qv prijs Q’a 4 3 2 1 2 4 6 8 10 hoeveelheid × 1.000

Consumentensurplus CSo = ½ x 2 x 4000 = 4000 CSn = Qv = -2P + 10 Qa = 2P – 2 Q’a = 2P 5 Qa Qv prijs Q’a 4 CSo = CSn = ½ x 2 x 4000 = 4000 ½ x 2,5 x 5000 = 6250 pp po 3 pc Toename consumentensurplus: 2250 2 1 2 4 6 8 10 hoeveelheid × 1.000

Producentensurplus PSo = ½ x 2 x 4000 = 4000 PSn = Qv = -2P + 10 Qa = 2P – 2 Q’a = 2P CS: + 2250 5 Qa Qv prijs Q’a 4 pp PSo = PSn = ½ x 2 x 4000 = 4000 ½ x 2,5 x 5000 = 6250 po 3 pc 2 Toename producentensurplus: 2250 1 2 4 6 8 10 hoeveelheid × 1.000

‘Overheidssurplus’ De subsidie kost de overheid echter belastinggeld: Qv = -2P + 10 Qa = 2P – 2 Q’a = 2P CS: + 2250 PS: + 2250 De subsidie kost de overheid echter belastinggeld: 1 x 5000 = 5000 = negatieve welvaartmutatie 5 Qa Qv prijs Q’a 4 pp po 3 pc 2 1 2 4 6 8 10 hoeveelheid × 1.000

Welvaartseffecten OS: - 5000 CS: + 2250 PS: + 2250 Qv = -2P + 10 Qa = 2P – 2 Q’a = 2P OS: - 5000 CS: + 2250 PS: + 2250 HBD / welvaartsverlies: ½ x 1 x 1000 = 500 5 Qa Qv prijs Q’a 4 pp po 3 pc 2 1 2 4 6 8 10 hoeveelheid × 1.000