Overheidsinterventie 1

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H20:Voorraadwaardering
Advertisements


Vraag en aanbod.
H 11: Eigen vermogen 11.1: aandelenvermogen 11.2: emissie van aandelen
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Voorraadwaardering Technische en economische voorraad FIFO methode
niets is zeker, dát is zeker!
H 22: Kosten van een duurzaam produktiemiddel (dpm)
§ 27.2: De staat van baten en lasten
Vandaag.
Hoe sterk reageert de vraag op een prijsverandering
Het prijs- of marktmechanisme
Budgetlijn de verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden bij een bepaald budget.
Oerproducent (bijv. de veehouder)
Opdracht: ‘Tel uit je winst’
Margin Call - Introductie Floris Heukelom
Overheidsinterventie 2
Uitwerking opgave Johan van Velzen. Volgorde van behandeling  Uitleg bedrijf  Uitwerking deelvraag 1  Uitwerking deelvraag 2  Uitwerking deelvraag.
3.3 Wolken en neerslag 3T Nask1 3 Het weer.
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
specialisatie zorgt voor welvaartswinst
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
6.1 Wat wordt de prijs? Winkeliers mogen zelf weten voor welke prijs ze hun producten verkopen. Hoe berekenen ze die prijs? Wat hebben vraag en aanbod.
Vraag & Aanbod Hoofdstuk 4: De markt
Hoe komen producten tot stand?
Productiefactor Arbeid
een onbetaalde rekening?
Kosten produceren - vervolg
Herhaling Examenstof M&O
Het prijs- of marktmechanisme I
Agenda  Les 37 tm 40  wkn 02 en 03  hs 11 eigen vermogen  bestuderen par 11.1 tm 11.4 maken wb vragen 11.1 tm
Lichtgevoelige weerstand
Hoofdstuk 5: Loonvorming in theorie
Lesplanning 6.5 blz. 174 t/m 177 Binnenkomst. Intro. Uitleg docent.
Afschrijving aanschafprijs : levensduur kapitaalgoedlevensduuraanschafprijsjaarlijkse afschrijvingen oven8 jaar € 8000 A ijskast6 jaar B € 300 frituur.
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
constante kosten, variabele kosten en marginale kosten
Overheidsinterventie 3
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
Welvaartsverlies bij subsidie
Stimulerende monetaire politiek
Goede tijden, slechte tijden
Hoeveelheidsaanpassing I
Vandaag.
€ 160 Nu 25 % korting ! 25 % van 160 = 160 – 40 = X € 120.
Herhaling Hoofdstuk 1.
HAVO/VWO Het prijsmechanisme
Balans per (na afschrijving en winstverdeling)
Het geheel van vraag en aanbod
Wat gaan we vandaag doen?  Voorbereiding op toets 17 mei 2016 lesuur 7  Eerst luister je / noteer je wat er in de toets komt. Vervolgens mag je:  Naar.
Lesbrief Europa. Hoofdstuk 1: waar produceren Oorzaken internationale handel – Natuurlijke omstandigheden – Infrastructuur – Loonkosten/product M.b.v.
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
Ingrijpen in de prijs minimum- en maximumprijzen
Welkom VWO 5..
Lesbrief Vervoer H 4.
Hoofdstuk 5 Les 2: Markten.
Welkom Havo 5..
WELVAARTSVERLIES DOOR KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN EN – VERLAGENDE SUSBSIDIES, MAXIMUM- EN MINIMUMPRIJZEN.
Welkom VWO 5..
Welkom VWO 5..
Inhoudsopgave Sheet 2: Planning Sheet 3: H1: schaarste en ruil Sheet 4: H2: de markt: vraag en aanbod Sheet 5: H2, de vraaglijn Sheet 6: H2: de aanbodlijn.
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
Welkom VWO 5..
Wat we bereid zijn om te betalen, maar niet hoeven te betalen.
Welvaartsverlies Pareto-efficiëntie.
Hoe je een vraaglijn en aanbodlijn tekent.
Overheidsinterventie
Subsidie bij volkomen concurrentie
Overheidsinterventie 2
Overheidsinterventie 1
Transcript van de presentatie:

Overheidsinterventie 1 Overheidsingrijpen bij een markt van volkomen concurrentie: producentenheffing als vast bedrag per product

Volkomen concurrentie Een korte herhaling: Marktmodel: Qv = -2P + 100 Qa = 2P - 20 Evenwichtsprijs Consumentensurplus Producentensurplus 50 Qv prijs Qa 40 C evenwichtspunt 30 P 20 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

Belasting als vast bedrag p.prod. Gebruik van een product afremmen (sigaretten, benzine, alcohol) met behulp van accijnzen. Producenten moeten dan een vast bedrag per product aan de overheid afdragen. Hierdoor stijgen voor de producent de kosten én dus ook zijn leveringsbereidheid. 50 Qv prijs Qa 40 30 20 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

Belasting als vast bedrag p.prod. Stel dat de overheid een accijns van €10 per product invoert. Voorheen waren bedrijven pas bereid om vanaf €10 dit product te leveren. Nu willen ze minimaal €20 ontvangen (10 voor henzelf / 10 voor de overheid) Voorheen waren bedrijven bereid om 20.000 producten te leveren voor een prijs van €20. Nu willen ze daar minimaal €30 voor ontvangen. En dat geldt voor alle punten op de aanbodlijn! Q’a 50 Qa Qv prijs 40 30 20 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

Grafisch aflezen gevolgen De heffing was €10 per product Oude evenwichtsprijs: €30 Door de heffing schuift de aanbodlijn (leveringsbereidheid) €10 naar boven. Nieuwe evenwichtsprijs: €35 De consumenten betalen dus €5 méér dan voorheen (terwijl de heffing €10 was) De producenten houden €25 over (want zij moeten €10 aan de overheid betalen) Producenten weten €5 van de €10 (50%) af te wentelen op de consument Q’a 50 Qa Qv prijs 40 nieuwe evenwicht prijs oude evenwicht 30 opbr. prod 20 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

Grafisch aflezen gevolgen - 2 Door de heffing: het consumentensuplus neemt af het producentensuplus de overheid ontvangt belasting (en zal daarmee welvaart creëren) verliezen we een stukje welvaart (Harberger-driehoek) Q’a 50 Qa Qv prijs C 40 O 30 P 20 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

Heffing vast bedrag - wiskundig Marktmodel: Qv = -2P + 100 Qa = 2P - 20 Door de heffing moet de aanbodlijn 10 naar boven. Elke waarde van P in de aanbodfunctie moet dus met 10 worden verhoogd i.v.m. de leveringsbereidheid. Dan moeten we dus eerst weten hoeveel P nú is bij elke aangeboden hoeveelheid! Q’a 50 Qa Qv prijs + 10 40 30 20 + 10 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

Heffing vast bedrag - wiskundig Marktmodel: Qv = -2P + 100 Qa = 2P – 20 Dan moeten we dus eerst weten hoeveel P nú is bij elke aangeboden hoeveelheid!  Qa en P wisselen van plek in de formule -2P = -Q – 20 P = ½Q + 10  bij elke P komt nu 10 erbij (naar boven schuiven i.v.m. de leveringsbereidheid) P = ½Q + 10 + 10  Qa en P wisselen weer van plek om er weer een aanbodfunctie van te maken P = ½Q + 20 -½Q = -P + 20 Q’a = 2P – 40 Q’a 50 Qa Qv prijs 40 30 20 10 20 40 60 80 100 hoeveelheid × 1.000

Verwerkingsopgave Bereken: De nieuwe aanbodfunctie Marktmodel in de uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Er komt een heffing van € 300 per stuk Bereken: De nieuwe aanbodfunctie De oude en nieuwe evenwichtsprijs Het afwentelingspercentage Het verlies aan welvaart (Harberger-driehoek) 1000 Qv prijs 800 Qa 600 400 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000

Verwerkingsopgave De nieuwe aanbodfunctie - ½P = -Q – 100 P = 2Q + 200 Marktmodel in de uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Er komt een heffing van € 300 per stuk De nieuwe aanbodfunctie  Qa en P wisselen van plek in de formule - ½P = -Q – 100 P = 2Q + 200  bij elke P komt nu 300 erbij (naar boven schuiven i.v.m. de leveringsbereidheid) P = 2Q + 200 + 300  Qa en P wisselen weer van plek om er weer een aanbodfunctie van te maken P = 2Q + 500 -2Q = -P + 500 Q’a = ½P – 250 1000 Qv Q’a prijs 800 Qa 600 400 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000

Verwerkingsopgave De evenwichtsprijzen Qa = Qv ½P – 100 = -¼P + 250 Marktmodel in de uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Q’a = ½P – 250 (incl. heffing van 300) De evenwichtsprijzen  de oude evenwichtsprijs Qa = Qv ½P – 100 = -¼P + 250 3/4P = 350 P = 466,67  de nieuwe evenwichtsprijs ½P – 250 = -¼P + 250 3/4P = 500 P = 666,67 1000 Qv Q’a prijs 800 666,67 Qa 600 466,67 400 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000

Verwerkingsopgave Afwentelingspercentage Marktmodel in de uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Q’a = ½P – 250 (incl. heffing van 300) Afwentelingspercentage de oude evenwichtsprijs = 466,67 de nieuwe evenwichtsprijs = 666,67  consumenten betalen 200 méér (door de invoering van de heffing) de heffing bedraagt 300 per product De consumenten betalen dus 66,67% van de totale heffing (200/300). = het afwentelingspercentage. 1000 Qv Q’a prijs 800 666,67 Qa 600 466,67 400 200 50 100 150 200 250 hoeveelheid × 1.000

Verwerkingsopgave Basis = heffing = 300 Hoogte = ? Hoogte = 50(.000) Marktmodel in de uitgangssituatie: Qv = -¼P + 250 Qa = ½P – 100 Q’a = ½P – 250 (incl. heffing van 300) Welvaartsverlies, de Harberger-driehoek Opp. = ½ x Basis X Hoogte Basis = heffing = 300 Hoogte = ? die kunnen we uitrekenen met de evenwichtshoeveelheden Hoogte = 50(.000) Welvaartsverlies = ½ x 300 X 50.000 = 7,5 mln. 1000 Qv Q’a prijs 800 666,67 Qa 600 466,67 400 200 50 83,33 100 133,33 150 200 250 hoeveelheid × 1.000