Krachten optellen en ontbinden

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Les 2 : MODULE 1 STARRE LICHAMEN
Advertisements

Stelling van Pythagoras
Les 2 : MODULE 1 STARRE LICHAMEN
Toepassingen op de stelling van Pythagoras
GONIOMETRIE UITLEG 8.2 TANGENS
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 2
Samenstellen van twee krachten
K3 Vectoren Na de les weet je: Wat een vector is
Krachten en evenwicht voor puntdeeltjes in het platte vlak
H 7 Krachten Deel 3 Vectoren.
Tangens In een rechthoekige driehoek kun je met tangens werken.
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 1
havo B Samenvatting Hoofdstuk 12
Sterkteleer … boeiend ! Fs les 2 Inleiding A Fs·cos 71,6° B 2 kN DV C
Omtrek is er omheen. lengte breedte breedte lengte
Het Vraagstuk Een vuurtorenwachten zit op 40m hoogte. Hij ziet in dezelfde richting twee boten onder hoeken van respectievelijk 22° en 16°. Bereken de.
vwo B Samenvatting Hoofdstuk 4
Rekenregels voor wortels
Goniometrie Tangens Sinus Cosinus
Goniometrie Tangens Sinus Cosinus
Goniometrie Tangens Sinus Cosinus Herhaling:
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
KLIK NU MET JE MUISKNOP OP: -VOORSTELLING WEERGEVEN!
Als je een veer wilt uitrekken dan zul je daar een kracht op
Realiseer je dat in alle vier de gevallen er een Fz werkt !
Antwoorden oefening krachten A1
Construeren van een Tennishal Vergeet-mij-nietjes. Week 13
ribNAT0a Natuurkunde Bijspijker – Lesweek 01
Opdracht 1 De lengte van Fres is 5,00 cm ^ 4,00 cm = 80 N ^
Naam student: Studienr.
Evenwichten 1. Het zwaartepunt. 2. Werklijn en arm van een kracht.
Evenwichten 1. Het zwaartepunt. 2. Werklijn en arm van een kracht.
De tweede wet van Newton
Kracht teken je als een pijl. Lengte pijl: grootte kracht.
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
2 vmbo basis 4.1Vlakke figuren
Hoofdstuk 4 Vlakke figuren.
Opdracht: Ontbind de kracht F in twee krachten F 1 en F 2. Krachtenschaal: In de tekening stelt 1 cm steeds 15 N voor.
1.2 Krachten optellen 4T Nask1 H1 Krachten.
Voorbeeld Bereken de diepte van het water. Aanpak
Gelijkvormigheid en verhoudingstabellen.
Krachten (vectoren) samenstellen
Bepalen van de resultante
Goniometrie Als je deze uitleg stap voor stap volgt, kun je na afloop alle hoeken berekenen van een rechthoekige driehoek. Elke keer als je klaar bent.
Pythagoras Wie??? Pythagoras: 24-jan-2003, RW.
Krachten (vectoren) samenstellen
Herhalingsoefeningen 3e trimester
Momenten Havo: Stevin 1.1 van deel 3.
3FD na de vakantie !! Wiskunde deel B + Geodriehoek !!! + potlood !! + gum !! + rekenmachine !! Koop het als je het niet hebt !
Cv = F u  F = Cvu  F = Cv(el - bl) u = (el - bl)
Basiskennis vectoren voor:
Gereedschapskist vlakke meetkunde
rechtsdraaiend referentiestelsel
Krachten [Luke:] “I can’t believe it” [Yoda:] “That is why you fail”
Wat is evenwicht? hoe kun je met krachten tekenen en rekenen?
Vierhoeken (eigenschappen van zijden en hoeken) Omstructureren
Vormleer: vlakke figuren - vierhoeken
Meetkunde 5L week 14: Vierhoeken tekenen vierhoeken vierkant vlieger
Goniometrie is een tak van wiskunde die
SosCasToa “Leren met Plezier”
De somkrachten Er zijn drie manieren voor het bereken van een som-, netto-, resultante-kracht. 1 Parallellogram methode 2 Pythagoras 3 Tangens Alleen bij.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 2
Evenwichten 1. Het zwaartepunt. 2. Werklijn en arm van een kracht.
Grafisch samenstellen van krachten
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 9
Vierhoeken tekenen Vierhoeken tekenen Vierhoeken tekenen
Driehoeken tekenen Driehoeken tekenen Driehoeken tekenen
HOOFDSTUK 5 Goniometrie Tangens.
HOOFDSTUK 5 Goniometrie Tangens.
Transcript van de presentatie:

Krachten optellen en ontbinden 1. Vereiste voorkennis. 2. Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben. 3. Krachten optellen door constructie. 4. Krachten optellen na ontbinden van een kracht in zijn componenten. 5. Invulbladen. 6. Einde.

Krachten optellen en ontbinden 1. Vereiste voorkennis. 2. Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben. 3. Krachten optellen door constructie. 4. Krachten optellen na ontbinden van een kracht in zijn componenten. 5. Invulbladen. 6. Einde.

1. sinus, cosinus en tangens van een hoek Voorkennis (1) 1. sinus, cosinus en tangens van een hoek Ezelsbrug: sos, cas en toa sina = o/s “s” cosa = schuine zijde a/s “o” tana = o/a a aanliggende rechthoek zijde “a” Vb: a = 30° en s = 20 cm, bereken o. Geldt alleen in een rechthoekige driehoek Geg: a en s, Gevr.: o overstaande rechthoek zijde Opl.: sin30° = o/s = o/20 0,5 = o/20 → o = 0,5 . 20 = 10 cm

2. Stelling van Pythagoras Voorkennis (2) 2. Stelling van Pythagoras a “a” “o” “s” s2 = “a”2 + o2 =20cm =10cm Vb: a = 30°, s = 20 cm en o = 10 cm Geg: a, s en o, Gevr.: “a” Een zijde a of s noemen is vragen om moeilijkheden! Opl.: s2 = a2 + o2 → 202 = a2 + 102 400 = a2 + 100 → a = √300 = 16 cm

Rode zijden zijn evenwijdig aan elkaar. Voorkennis (3) 3. Parallellogram Rode zijden zijn evenwijdig aan elkaar. Blauwe zijden zijn evenwijdig aan elkaar. Maak het parallellogram af: menu

Krachten optellen en ontbinden 1. Vereiste voorkennis. 2. Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben. 3. Krachten optellen door constructie. 4. Krachten optellen na ontbinden van een kracht in zijn componenten. 5. Invulbladen. 6. Einde.

Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben F1 = 50 N F2 = 30 N werklijn Fr = 50 + 30 = 80 N F1 = 50 N F2 = 30 N Fr = 50 - 30 = 20 N werklijn F1 = 30 N F3 = 50 N F2 = 20 N Fr = 30 + 20 – 50 = 0 N Fr = 0 → evenwicht

1. Kies een schaal, bijv. 10 N 1 cm. 2. Teken de krachten op schaal. Krachten optellen die niet dezelfde werklijn hebben d.m.v. constructie met een parallellogram. 1. Kies een schaal, bijv. 10 N 1 cm. 2. Teken de krachten op schaal. F2 = 30 N  3 cm 115° F1 = 50 N  5 cm

3. Teken het parallellogram. 4. Teken de diagonaal. 5. Meet de diagonaal op: 4,5 cm  45 N F1 = 50 N  5 cm F2 = 30 N  3 cm Fr = 45 N

Geg.:F1 = 7,2 N → 3,6 cm F2 = 5,6 N → 2,8 cm Teken F1 + F2 Teken Fz Samen een tas dragen. 3. Teken parallellogram 1. Krachten-schaal kiezen Geg.:F1 = 7,2 N → 3,6 cm F2 = 5,6 N → 2,8 cm F1 + F2 Teken F1 + F2 F1 F2 Fz 4. Teken diagonaal Teken Fz Fz = 5,0 cm Evenwicht dus Fz is even groot als F1 + F2  Fz = 10 N 2. Krachten-tekenen 1 cm → 2,0 N

Krachten in evenwicht: Samen een tas dragen. 2. Teken parallellogram 1. Krachten-schaal kiezen Geg.:Fz = 10 N → 5 cm 1. Teken Fz F1 + F2 F1 F2 Fz Evenwicht → F1 + F2 is even groot als Fz maar tegengesteld! Teken F1 + F2 Opmeten: 3. Krachten-tekenen F1 = 3,6 cm  F1 = 7,2 N F2 = 2,8 cm  F2 = 5,6 N 1 cm → 2,0 N

Twee krachten van 1,8 kN en 2,0 kN om 0,500 kN te “tillen”! Fz = 500 N. Kies schaal 500N  1 cm Er is dus ook 500 N omhoog . . . Parallellogram . . . Twee krachten van 1,8 kN en 2,0 kN om 0,500 kN te “tillen”! F2 Fz F1 Meet op: F1 = 3,5 cm = 1750 N = 1,8 kN Meet op: F2 = 4,0 cm = 2000 N = 2,0 kN

F2 = 3 cm F3 = 4 cm  30 N  40 N 1. Kies 10 N 1 cm. 2. F1 = 50 N  5 cm F1 = 50 N 3. Er is evenwicht dus ook 50 N omhoog! 4. Parallellogram . . . 5. Meet F2 en F3 op . . . menu

Krachten optellen en ontbinden 1. Vereiste voorkennis. 2. Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben. 3. Krachten optellen door constructie. 4. Krachten optellen na ontbinden van een kracht in zijn componenten. 5. Invulbladen. 6. Einde.

2. Teken de x- en y-componenten Krachten optellen na ontbinden in componenten 1. Kies een x- en een y-as. 2. Teken de x- en y-componenten F1 = 80 N y-as F1y F2= 30 N  = 30° F1x x-as F3= 10 N

3. Bereken de x- en y-componenten. cos30° = F1x /80 Krachten optellen en krachten in evenwicht 3. Bereken de x- en y-componenten. cos30° = F1x /80  F1x = 80.cos 30° = 69 N sin30°= F1y /80  F1y = 80.sin 30° = 40 N F1y F1x  = 30° y-as x-as F1 = 80 N F2= 30 N F2= 10 N = 40 N = 69 N 16

4. Tel de x-componenten op: Frx = 69 – 30 = 39 N Totale horizontale kracht Frx = 69 – 30 = 39 N Totale vertikale kracht 5. Tel de y-componenten op: Fry = 40 – 10 = 30 N F1y F1x  = 30° y-as x-as F1 = 80 N F2= 30 N F2= 10 N = 69 N = 40 N

Met sinb of cosb kan het ook . . . 6. Teken Fr. 7. Bereken Fr (grootte en richting): ● Pythagoras: Fr2= Frx2 + F ry2 Fr2= 392 + 302 = 2421 →Fr =√2421= 49 N ● Richting (b) berekenen . . . tanb = 30/39  b = 38° y-as Fry = 30 N Frx = 39 N x-as b Fr = 49 N Met sinb of cosb kan het ook . . . =38° menu

Krachten optellen en ontbinden 1. Vereiste voorkennis. 2. Krachten optellen die dezelfde werklijn hebben. 3. Krachten optellen door constructie. 4. Krachten optellen na ontbinden van een kracht in zijn componenten. 5. Invulbladen. 6. Einde.

1. Kies een schaal, bijv. 10 N 1 cm. 2. Teken de krachten op schaal. Krachten optellen die niet dezelfde werklijn hebben d.m.v. constructie met een parallellogram. 1. Kies een schaal, bijv. 10 N 1 cm. 2. Teken de krachten op schaal.  ___ cm F2 = 30 N 115° F1 = 50 N  ___ cm

3. Teken het parallellogram. 5. Meet de diagonaal op: _______ cm = _______ N Fr = _______

Vb. Krachten in evenwicht: Samen een tas dragen. Geg.:F1 = 7,2 N → ___ cm F2 = 5,6 N → ___ cm Construeer Fz F1 F2 Fr = ____ ●Teken F1 + F2 ● Teken Fz ● Opmeten: Fz = ____ cm Fz  Fz = _____ 1 cm → 2,0 N

 = 30° x-as y-as F1 = 80 N F1y = ___ N F1x = ____N Vb.: Geg: F1 en a. Bereken Fr in de x- en in de y-richting. ●Teken de x- en y componenten van F1 (F1x en F1y) cos30° = _____  F1x = ____________ = _____ N sin30°= _____  F1y = ____________ = ______ N ● Horizontaal: Frx = ____________________ = _____ N ● Vertikaal: Fry = ____________________ = _____ N y-as F1 = 80 N F1y = ___ N F2= 30 N  = 30° x-as F1x = ____N F2= 10 N

tanb = ● Pythagoras: Fr2= Frx2 + F ry2 x-as 6. Teken Fr. 7. Bereken Fr (grootte en richting): ● Pythagoras: Fr2= Frx2 + F ry2 Fr2= ________________ → Fr = ______ ● Richting (b) berekenen . . . tanb = _____  b = _____ y-as Fry = 30 N Frx = 39 N x-as b Fr = ____ N =___°