Lesplanning Binnenkomst Intro Nakijken 1.4

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Procenten Als je deze uitleg stap voor stap volgt, kun je na afloop prima rekenen met procenten Elke keer als je klaar bent met lezen, klik je op een toets.
Advertisements

Gecijferdheid Negatieve getallen.
Voorrangsregels bij rekenen (2)
Afronden bij natuurkunde
- Hoe noem je uitkomsten?
Een getal met een komma noemen we een decimaalgetal.
Rekenwerk Alle mogelijkheden die je tegenkomt.
2/3 betekent; je deelt iets in 3 stukken en jij krijgt er 2 van.
Een jaar heeft: 12 maanden 4 kwartalen 52 weken 365 dagen
Grote getallen Getallen groter dan vier cijfers schrijf je meestal in groepjes van drie. Je schrijft niet maar Dit spreek je.
2e Kamerverkiezingen 2012.
Regels economie: Geldbedragen ronden wij af op centen. Bijvoorbeeld €2,99 -> dus twee decimalen. Andere aantallen rond je af op één decimaal. Tenzij anders.
De toets data 2kb juni 2kc juni 2kd 20 juni 2ke 17 juni   2ma 19 juni
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
Wat is geld?.
Lesplanning Binnenkomst
REKENEN.
Elke 7 seconden een nieuw getal
2.1 Procenten en promillages
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Lesplanning 6.5 blz. 174 t/m 177 Binnenkomst. Intro. Uitleg docent.
Lesplanning 6.4, blz Binnenkomst. Ging dit goed? Intro. Bespreken proefwerk hoofdstuk 5 Uitleg docent paragraaf 6.4, blz Zelfstandig.
Lesplanning 1.2 Binnenkomst Intro Uitleg docent Zelfstandig werken, oordopjes verdienen? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.2
Blz Prioriteiten stellen betekent dat je de belangrijkste dingen eerst koopt/ betaalt. Huishoudelijke uitgaven zijn producten die je vaak koopt,
Lesplanning economie Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 1.6 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Blz Prioriteiten stellen betekent dat je de belangrijkste dingen eerst koopt/ betaalt. Huishoudelijke uitgaven zijn producten die je vaak koopt,
Lesplanning Binnenkomst Intro Nakijken 1.5 Uitleg 1.6
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 1.3 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38 Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.4 Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Lesplanning 3.2 blz Binnenkomst Intro Nakijken 3.1, klaar? Dan alvast 3.2 maken Uitleg 3.2 Gezamenlijk lezen blz Zelfstandig werken,
Les 2 groep 8 leerdoel: Je kunt werken met een verhoudingstabel.
Vergelijkingen oplossen
Voorrangsregels bij rekenen (1)
Rekenen Hoofdstuk 9.
2.1 Rekenen K. van Dorssen.
Hoofdstuk 9 havo KWADRATEN EN LETTERS
Basisvaardigheden: Metingen en diagrammen
Samenvatting hoofdstuk 1
Heel kleine getallen.
Werk met je schoudermaatje. Leg 12 kleurpotloden op tafel.
€ 160 Nu 25 % korting ! 25 % van 160 = 160 – 40 = X € 120.
1.2 Binnenkomst Nakijken herhaling 1.1 Uitleg 1.2 Lezen 1.2
Rekenen met verdeelsleutels
Rekenen.
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie a • 10b
Inhoud Breuken (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen).
Significante cijfers Wetenschappelijke notatie
Deze les hoofdrekenen les 1 vervolg
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
Deze les Nabespreken toets
Cijferen 5de leerjaar.
Les 4 : rekenen met tabellen
Les 3: Negatieve getallen Les4: Optellen en aftrekken
Kort herhalen les 3 voorbeeld toets som camping
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Les 4 Optellen en aftrekken in dagelijkse situaties
Hoofdrekenen 1.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Hoofdstuk 15 geld. Hoofdstuk 15 geld Paragraaf 15.1 Euro’s.
Rekenen met kommagetallen
Rekenen met grote getallen
Wiskunde Blok 5 les 17.
Bewerkingen met natuurlijke getallen
Hoofdrekenen 1.
Verder rekenen met kommagetallen
Basis 8 geld. Basis 8 geld Paragraaf B8.1 Euro’s.
Transcript van de presentatie:

Lesplanning Binnenkomst Intro Nakijken 1.4 Uitleg 1.6 (1.5 doen we niet!) Lezen 1.6 Maken opgaven, in stilte Afsluiting van de les. Lokaal verlaten. 2ma 25 september Proefwerk hoofdstuk 1 2mb 27 september 2mc 19 september 2md 2me 2mf

Hoe noem je uitkomsten? Optellen: 2+3= 5 . De uitkomst, 5, noemen we de som. Aftrekken: 6-2= 4. De uitkomst, 4, noemen we het verschil. Vermenigvuldigen: 2*3= 6. De uitkomst, 6, noemen we het product. Delen: 8:4 = 2. De uitkomst, 2, heet het quotiënt.

Afronden van bedragen De cijfers 5,6,7,8 en 9 worden naar boven afgerond De cijfers 1,2,3,4 worden naar beneden afgerond. 11,4 wordt bij afronden op heel bedrag 11 11,5 wordt bij afronden op heel bedrag 12 10,77 wordt bij afronden op één decimaal 10,8 20,348 wordt bij afronden op twee decimalen 20,35 31,3469 wordt bij afronden op drie decimalen 31,347

Eén jaar heeft: 12 maanden 4 kwartalen 52 weken 365 dagen 1) Je verdient 100 euro per maand, hoeveel is dit per dag? Eén jaar heeft: 12 maanden 4 kwartalen 52 weken 365 dagen STAP 1: Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! STAP 2: Als je het jaarbedrag weet, kun je uitrekenen wat gevraagd wordt

STAP 1: Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! Wat? Hoeveel in één jaar? Hoe reken ik dan het jaarbedrag uit? €40 per kwartaal 4 keer €40 x 4 = €160 €10 per maand 12 keer €10 x 12 = €120 €2 per week 52 keer €2 x 52 = €104 €0,5 per dag 365 keer €0,5 x 365 = €182,5

Per kwartaal = per jaar/ 4 Wat? Hoeveel in één jaar? Hoe reken ik dan het jaarbedrag uit? Een kwartaal 4 keer Per kwartaal x 4 Een maand 12 keer Per maand x 12 Een week 52 keer Per week x 52 Een dag 365 keer Per dag x 365 STAP 1: Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! STAP 1: Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! STAP 2: Als je het jaarbedrag weet, kun je uitrekenen wat gevraagd wordt Per kwartaal = per jaar/ 4 Per maand = per jaar/ 12 Per week = per jaar/ 52 Per dag = per jaar/ 365

Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! 1) Je verdient 100 euro per maand, hoeveel is dit per dag? Dus: 100 euro x 12 maanden = 1200 per jaar. Er zitten 365 dagen in een jaar. Dus: 1200 euro / 365 dagen = € 3, 29 per dag 2) Je verdient 200 euro per kwartaal, hoeveel is dit per week? Er zitten 4 kwartalen in het jaar! Dus: 200 euro x 4 kwartalen = € 800 Dus: 800 euro / 52 weken = €15,39 per week

Hoe noem je uitkomsten? Optellen: 2+3= 5 . De uitkomst, 5, noemen we de som. Aftrekken: 6-2= 4. De uitkomst, 4, noemen we het verschil. Vermenigvuldigen: 2*3= 6. De uitkomst, 6, noemen we het product. Delen: 8:4 = 2. De uitkomst, 2, heet het quotiënt.

Rekenen met breuken Wat is 1/5 deel van 100 mensen? 100 mensen : 5 = 20 mensen. Dus 1/5 deel van 100 = 20 mensen Wat is 3/5 deel van 100 mensen? 1/5 deel zijn 20 mensen Dus 3/5 deel is 1/5 * 3 = 60 mensen

Regels bij economie Geldbedragen ronden wij af op centen. Bijvoorbeeld €2,99 -> dus twee decimalen. Andere aantallen rond je af op één decimaal. Tenzij anders wordt gevraagd. Geef altijd aan wat iets is, bijvoorbeeld: aantal auto’s, aantal ijsjes, aantal personen. Bij geld zet je er altijd een €-teken voor.

Wat is 1/8 deel van 320 euro? 320 euro : 8 = 40 euro. Dus 1/8 deel van 320 euro = 40 euro Wat is 5/8 deel van 320 euro? 1/8 deel is 40 euro Dus 5/8 deel is 1/8 * 5 = 200 euro

Decimalen 1 decimaal = 1,5 dus 1 cijfer achter de komma.. 2 decimalen = 1,52 dus 2 cijfers achter de komma. 3 decimalen = 1,524 dus 3 cijfers achter de komma.