Lesplanning Binnenkomst Intro Nakijken 1.4 Uitleg 1.6 (1.5 doen we niet!) Lezen 1.6 Maken opgaven, in stilte Afsluiting van de les. Lokaal verlaten. 2ma 25 september Proefwerk hoofdstuk 1 2mb 27 september 2mc 19 september 2md 2me 2mf
Hoe noem je uitkomsten? Optellen: 2+3= 5 . De uitkomst, 5, noemen we de som. Aftrekken: 6-2= 4. De uitkomst, 4, noemen we het verschil. Vermenigvuldigen: 2*3= 6. De uitkomst, 6, noemen we het product. Delen: 8:4 = 2. De uitkomst, 2, heet het quotiënt.
Afronden van bedragen De cijfers 5,6,7,8 en 9 worden naar boven afgerond De cijfers 1,2,3,4 worden naar beneden afgerond. 11,4 wordt bij afronden op heel bedrag 11 11,5 wordt bij afronden op heel bedrag 12 10,77 wordt bij afronden op één decimaal 10,8 20,348 wordt bij afronden op twee decimalen 20,35 31,3469 wordt bij afronden op drie decimalen 31,347
Eén jaar heeft: 12 maanden 4 kwartalen 52 weken 365 dagen 1) Je verdient 100 euro per maand, hoeveel is dit per dag? Eén jaar heeft: 12 maanden 4 kwartalen 52 weken 365 dagen STAP 1: Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! STAP 2: Als je het jaarbedrag weet, kun je uitrekenen wat gevraagd wordt
STAP 1: Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! Wat? Hoeveel in één jaar? Hoe reken ik dan het jaarbedrag uit? €40 per kwartaal 4 keer €40 x 4 = €160 €10 per maand 12 keer €10 x 12 = €120 €2 per week 52 keer €2 x 52 = €104 €0,5 per dag 365 keer €0,5 x 365 = €182,5
Per kwartaal = per jaar/ 4 Wat? Hoeveel in één jaar? Hoe reken ik dan het jaarbedrag uit? Een kwartaal 4 keer Per kwartaal x 4 Een maand 12 keer Per maand x 12 Een week 52 keer Per week x 52 Een dag 365 keer Per dag x 365 STAP 1: Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! STAP 1: Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! STAP 2: Als je het jaarbedrag weet, kun je uitrekenen wat gevraagd wordt Per kwartaal = per jaar/ 4 Per maand = per jaar/ 12 Per week = per jaar/ 52 Per dag = per jaar/ 365
Omrekenen doe je altijd via het jaarbedrag! 1) Je verdient 100 euro per maand, hoeveel is dit per dag? Dus: 100 euro x 12 maanden = 1200 per jaar. Er zitten 365 dagen in een jaar. Dus: 1200 euro / 365 dagen = € 3, 29 per dag 2) Je verdient 200 euro per kwartaal, hoeveel is dit per week? Er zitten 4 kwartalen in het jaar! Dus: 200 euro x 4 kwartalen = € 800 Dus: 800 euro / 52 weken = €15,39 per week
Hoe noem je uitkomsten? Optellen: 2+3= 5 . De uitkomst, 5, noemen we de som. Aftrekken: 6-2= 4. De uitkomst, 4, noemen we het verschil. Vermenigvuldigen: 2*3= 6. De uitkomst, 6, noemen we het product. Delen: 8:4 = 2. De uitkomst, 2, heet het quotiënt.
Rekenen met breuken Wat is 1/5 deel van 100 mensen? 100 mensen : 5 = 20 mensen. Dus 1/5 deel van 100 = 20 mensen Wat is 3/5 deel van 100 mensen? 1/5 deel zijn 20 mensen Dus 3/5 deel is 1/5 * 3 = 60 mensen
Regels bij economie Geldbedragen ronden wij af op centen. Bijvoorbeeld €2,99 -> dus twee decimalen. Andere aantallen rond je af op één decimaal. Tenzij anders wordt gevraagd. Geef altijd aan wat iets is, bijvoorbeeld: aantal auto’s, aantal ijsjes, aantal personen. Bij geld zet je er altijd een €-teken voor.
Wat is 1/8 deel van 320 euro? 320 euro : 8 = 40 euro. Dus 1/8 deel van 320 euro = 40 euro Wat is 5/8 deel van 320 euro? 1/8 deel is 40 euro Dus 5/8 deel is 1/8 * 5 = 200 euro
Decimalen 1 decimaal = 1,5 dus 1 cijfer achter de komma.. 2 decimalen = 1,52 dus 2 cijfers achter de komma. 3 decimalen = 1,524 dus 3 cijfers achter de komma.