SAMENVATTING NEUROGENE PATHOLOGIE Hersenletsel frontaal (suprapontien) hyperreflexie met synnergie of pseudodyssynergie Ruggenmerg (boven sacraal niveau (conus) – onder de pons) hypereflexie en dyssynergie Ruggenmerg sacraal (conus) of meer perifeer (cauda) slappe verlamming blaas en sfincter Perifeer in klein bekken slappe verlamming blaas; sensorieel defect blaas Perifeer gluteaal/perineaal slappe verlamming sfincter, sensorieel defect pudendaal
SAMENVATTING EFFERENTEN Vullingsfaze: stimulatie OS – norepinefrine - alfa en beta rec (contr blaashals, relax detrusor) inhibitie PS stimulatie som ZS (pudendus) – Ac Chol – nicotine rec (neemt toe met blaasvulling) Ledigingsfaze: inhibitie OS = relaxatie blaashals stimulatie PS – Ac Chol – muscarine rec = contr blaas inhibitie som ZS (pudendus) = relaxatie sfincter
SAMENVATTING EFFERENTEN BLAAS CONTRACTILITEIT TONUS SFINCTERAPPARAAT
SAMENVATTING AFFERENTEN A-delta gemyeliniseerde vezels, via plexus pelvinus naar sacraal (normaal vullingsgevoel) C-niet-gemyeliniseerde vezels, via nervus hypogastricus naar thoracolumbaal (pijn, retentiegevoel) Neurotransmittors, mediatoren: subs P, CGRP ATP, NO, glutamate Op c-vezels: vaniloied receptoren Bij prikkeling strechreceptoren: vullingsgevoel Bij prikkeling pijnreceptoren: vrijstelling mediatoren die andere afferenten prikkelen en zo ontstaat “sensitizatie” vb. interstitiële cystitis
SAMENVATTING NORMALE MICTIE Blaas vult – strech receptoren geprikkeld – A-delta vezels – PS stimulatie met contractie tot gevolg = “urge gevoel” “of” autonome contractiliteit blaas minder onderdrukt door OS met urge gevoel tot gevolg “en” Zo op sociaal aanvaarde locatie: PMC: inhibitie OS (tonus detrusor stijgt, blaashals relaxeert) stimulatie PS (Budge): detrusorcontractie inhibitie Onuf – sfincter relaxatie
BEKKENBODEMDISFUNCTIES RPS K. Everaert BEKKENBODEMDISFUNCTIES Reflexen Bij hoesten bekkenbodem opspannen en zal de m. sfincter urethra harder sluiten. Bij de mictie gaat de m. sfincter urethra externa gesynchroniseerd open. Bij contractie van de sfincter inhiberen we de mictie
Neuromodulatie Hoe ? Activatie van S2-3-4 dermatomen of myotomen RPS K. Everaert Neuromodulatie Hoe ? Activatie van S2-3-4 dermatomen of myotomen Myotomen: Bekkenbodem Gluteus Plantaire flexoren Dermatomen: Zadel regio Achterzijde dijen Achterzijde onderbenen
Neuromodulatie Hoe ? Hoe werkt het: Gate control theorie RPS K. Everaert Neuromodulatie Hoe ? Hoe werkt het: Gate control theorie Centrale modulatie van lagere en/of hogere centra