De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Prof. Dr. K. Everaert, MD, PhD Universitair ziekenhuis Gent

Verwante presentaties


Presentatie over: "Prof. Dr. K. Everaert, MD, PhD Universitair ziekenhuis Gent"— Transcript van de presentatie:

1 Prof. Dr. K. Everaert, MD, PhD Universitair ziekenhuis Gent
BLAAS - EN BEKKENBODEM Dysfuncties Prof. Dr. K. Everaert, MD, PhD Functionele Urologie Universitair ziekenhuis Gent

2 BLAAS Dysfuncties

3 BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas Detrusorcontractie - alleen tijdens de mictie - onder de controle van de wil. Detrusorcontractie buiten de mictie = heftige aandrang tot plassen ev. + urineverlies = detrusor of blaasinstabiliteiten. Hyperreflexe contracties = neurogeen blaaslijden. = Klachten van aandrang als de blaas elasticiteit verliest: fibrose of tonustoename (medicamenteus).

4 Etiologie BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas Etiologie 1) Instabiele blaascontracties: Blaasprikkeling: urineweginfecties, blaasstenen, blaasgezwellen, tumoren in het kleine bekken (uterus, darm, ovarium), endometriose. Neurogeen Afvloeistoornissen lagere urinewegen (prostaat, blaashals). Idiopatisch

5 Etiologie BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas 2) Lage uitrekbaarheid:
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas Etiologie 2) Lage uitrekbaarheid: Na radiotherapie, chronische infectie, interstitiële cystitis, tuberculose, denervatie 3) sensoriële aandrang: bekkenbodem dysfuncties prikkeling zenuwstelsel

6 Pathofysiologie BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas Pathofysiologie Secundair of verworven Neurogeen Idiopathisch: Locale reflexen in zenuwvezels rond de blaas Centrale stoornissen Stoornissen op cellulair niveau zijn Sensoriële stoornissen

7 Urgency Klachten van heftige aandrang tot mictie met of zonder urineverlies tot gevolg Urgency is belangrijkste symptoom in de ICS definitie van OAB Wordt beschouwd als meest storende component van OAB Nog geen studies over limiterend effect van urgency op activiteiten Objectief meten van urgency is moeilijk ICS = International Continence Society

8 Kliniek BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas Kliniek Pollakisurie, urgentie, drang incontinentie Reactie: minder drinken, op voorhand wateren = blaas verkleint - symptomen erger. Reactie: knieën tegen elkaar knijpen, gaan zitten op punt van een stoel - op hiel. Zo ‘s nachts en niet tijdig wakker en adequaat reageert met een bekkenbodemcontractie, = bedwateren of enuresis nocturna.

9 Kliniek BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas Kliniek Lijkt op blaasontstekingen: naast pollakisurie en aandrang, ook pijnklachten ter hoogte van het plaskanaal. Zo sfincterapparaat ze niet kan ophouden = drang incontinentie. Zo hele blaasinhoud verliest = enuresis zoniet drang incontinentie.

10 Prevalence of OAB in Patients Over 65 Years Old
Data From the National Overactive BLadder Evaluation (NOBLE) Research Program.

11 Diagnose BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas Diagnose Anamnese (= 40% van de gevallen fout! ) en een mictielijst. Tijdens de vullingsfaze trekt de detrusor instabiel samen, is de uitrekbaarheid gedaald of treedt zonder drukstijging toch een dringend gevoel op (sensoriële aandrang). Tenslotte ontstaan aandrang klachten bij heftige sfincter contracties.

12 Diagnose BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Overactieve blaas Diagnose Soms vals negatief voor instabiele contracties: uitlokkingstesten (bv staand vullen, laten hoesten of springen,…). In moeilijke gevallen holterregistratie van de blaasdrukken.

13 Etiologie BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas Etiologie myogeen neurogeen: diabetes, lage ruggenmergletsels, spina bifida, multipele sclerose, sacraal lipoom. operaties in het kleine bekken zoals sigmoidresecties, hysterectomie waarbij ook kleine zenuwtakjes van de blaas kunnen beschadigd worden.

14 Etiologie BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas Etiologie radiotherapie van het kleine bekken. blaasovervulling; postoperatief, bevalling, door foute plasgewoontes, door bekkenbodem dysfuncties. medicatie: anticholinergica, antidepressiva

15 Pathofysiologie BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas Pathofysiologie Door beschadiging van de gevoelszenuwen: patiënt voelt niet dat de blaas vult en daardoor laat hij ze overvol lopen wat de blaasspier beschadigt. Door beschadiging van motorische zenuwen of zenuwkernen is de blaas gedenerveerd.

16 Pathofysiologie BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas Pathofysiologie Door beschadiging van de spierwand van de blaas. Door onderdrukking van het zenuwstelsel van de blaas of de blaasspier door medicatie of drugs. Door inhibitie zoals bij kinderen die bang zijn om na instrumentatie te wateren uit angst voor pijn.

17 Pathofysiologie BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas Pathofysiologie Door inhibitie bij mensen die niet kunnen wateren met toeschouwers erbij of door bekkenbodem dysfuncties. Door verkeerde plasgewoontes zoals te lang ophouden. Dit zien we soms bij jonge meisjes die slechts 1 of 2 keer per dag plassen en daardoor hun blaas overrekken. We noemen dit het lazy bladder syndroom.

18 Kliniek BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas Kliniek Acuut: heftige pijn onderbuik en perineum samen met een heftige mictiedrang zoals men dit ziet bij een acute retentie. Na narcose, drugs, door inhibitie en bij jonge vrouwen met het Fowler syndroom. Chronisch: gezwel in de onderbuik, pijn in de onderbuik, perineum of de flanken (secundaire afvloeistoornis van de nieren), overloop incontinentie, pollakisurie, aandrang, stressincontinentie. Recidiverende urineweginfecties.

19 Kliniek BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas Kliniek Wanneer sensoriële pathologie de oorzaak van het probleem is, (bv. diabetische cystopathie): weinig of geen symptomen. Eerste symptomen urineweginfecties of incontinentieklachten.

20 Diagnose BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas
RPS K. Everaert BLAASDYSFUNCTIES Hypo-acontractiel blaas Diagnose Mictielijst. Uroflowmetrie met residu bepaling . Urodynamisch onderzoek: zwakke samentrekking van de detrusor en een zwakke flow.

21 BEKKENBODEM Dysfuncties

22 BEKKENBODEMDYSFUNCTIES
RPS K. Everaert BEKKENBODEMDYSFUNCTIES Deficiënte bekkenbodem Diagnose Bij stressverlies zal een straal urine uit de urethra geperst worden. Bewijs zuivere stressincontinentie kan alleen gesteld worden op een urodynamica. Inspanning gebonden urineverlies kan urodynamisch worden bewezen met een goede gevoeligheid en specificiteit.

23 BEKKENBODEMDYSFUNCTIES
RPS K. Everaert BEKKENBODEMDYSFUNCTIES Deficiënte bekkenbodem Diagnose Urineverlies, zonder detrusorcontractie, tengevolge van een valsalva manoeuvre, als de blaasdruk hoger wordt dan weerstand plaskanaal, bij een fysiologische vulling. Het urethra druk profiel, VLPP: onderzoek is weinig bruikbaar in de praktijk.

24 BEKKENBODEMDYSFUNCTIES
RPS K. Everaert BEKKENBODEMDYSFUNCTIES Hypertone bekkenbodem De bekkenbodem heeft invloed op alle organen welke er doorheen lopen door de openingen welke deze bezit: de urethra, het rectum en bij de vrouw ook de vagina. Als de tonus te hoog is of niet relaxeert tijdens de mictie, defecatie en de cohabitatie (bij de vrouw) dan zullen functies ernstig verstoord worden: dysurie, retentie, dyschezie, dyspareunie en perineale pijn = spastisch bekkenbodem syndroom.

25 BEKKENBODEMDYSFUNCTIES
RPS K. Everaert BEKKENBODEMDYSFUNCTIES Hypertone bekkenbodem Etiologie Als reactie op blaasinstabiliteiten Door overtraining van de bekkenbodem Als reactie op pijn in organen, dermatomen welke geïnnerveerd zijn door sacrale zenuwen Door gevoelsstoornissen van rectum of blaas Als reactie op seksuele problemen, verkrachting, incest Door psychologisch of psychiatrische afwijkingen Door neurogeen lijden

26 BEKKENBODEMDYSFUNCTIES
RPS K. Everaert BEKKENBODEMDYSFUNCTIES Hypertone bekkenbodem Kliniek Dysurie, retentie, dyschezie, dyspareunie, perineale pijn, pollakisurie, urgentie, en incontinentie. Bij volwassenen: klachten vrij heftig, niet steeds in verhouding tot objectieve afwijkingen. Bij kinderen soms beperkt tot bedplassen of urineverlies. Op lange termijn nierschade door recidiverende nierinfecties of vesicorenaal reflux.

27 BEKKENBODEMDYSFUNCTIES
RPS K. Everaert BEKKENBODEMDYSFUNCTIES Hypertone bekkenbodem Diagnose Anamnese en een mictielijst Uroflowmetrie (ook al is de hoofdklacht pijn of dyschezie). Urodynamisch onderzoek met sfincterdrukregistratie en mictie analyse: hoge sfinctertonus, meestal instabiele sfincter de mictie verloopt met een moeilijke start tijdens de plas blijft de sfincter samentrekken resulterend in een staccato flowpatroon of mictie in meer tijden.

28 BEKKENBODEMDYSFUNCTIES
RPS K. Everaert BEKKENBODEMDYSFUNCTIES Hypertone bekkenbodem Diagnose meestal zwakke detrusorcontractie, soms mathematisch obstructief een neurofysiologisch onderzoek van de bekken- bodem, een sfincter EMG een anale manometrie en soms een defecografie.

29 Neuromodulatie Hoe ? Activatie van S2-3-4 dermatomen of myotomen
RPS K. Everaert Neuromodulatie Hoe ? Activatie van S2-3-4 dermatomen of myotomen Myotomen: Bekkenbodem Gluteus Plantaire flexoren Dermatomen: Zadel regio Achterzijde dijen Achterzijde onderbenen

30 Neuromodulatie Hoe ? Hoe werkt het: Gate control theorie
RPS K. Everaert Neuromodulatie Hoe ? Hoe werkt het: Gate control theorie Centrale modulatie van lagere en/of hogere centra Continu of intermittent Tijdelijk of chronisch Conservatief of invasief

31 Neuromodulatie MS Perineale magnetische stimulatie
RPS K. Everaert Neuromodulatie MS Perineale magnetische stimulatie Functionele magnetische stimulatie Induceren elektrische prikkels in het zenuwstelsel en spiercontracties en kunnen potentieel neuromoduleren Alleen cohort studies 30-50% subjectief resultaat verandering urodynamische parameters


Download ppt "Prof. Dr. K. Everaert, MD, PhD Universitair ziekenhuis Gent"

Verwante presentaties


Ads door Google