Biologie makkelijk? QF8&NR=1 QF8&NR=1 Nee dus, je kunt het heeeeel ingewikkeld.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
5. Modellen voor atoombouw
Advertisements

VWO Hoofdstuk 16 Stereochemie
Bouw van atomen & ionen Klas 4.
Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG
Toepassen van Wetenschap
Natuurkunde, 6 Vwo Kernenergie.
Zouten.
Rutherford en meer van die geleerde mannen....
Klinische Chemie Leereenheid 4 Evelien Zonneveld 15 december 2005.
Atoombouw: griekse oudheid
Inleiding chemie Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van bijlessen en trainingen.
Herhaling hoofdstuk 5 Ioniserende straling.
De bouw van Stoffen Bestaan uit moleculen.
Hoofdstuk 7 Elektrische structuur van de halfgeleider
Polariteit scheikundeblok.
Hoofdstuk 4 Zouten.
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
H4 Zouten.
Isotopen & Massa’s Klas 4.
Atoombouw: middeleeuwen
Halfgeleider.
Voorbereiding op paragraaf 6.2 van het boek natuurkunde overal 2HV
Start scheikunde havo 4 .
Thema 5: Classificatie 1. Opdracht.
Elektrische verschijnselen
Structuur van de stof.
Geleiding in vaste stoffen
Elektriciteit 1 Basisteksten
mineralen: atoombouw 1 Mineralen
Deeltjestheorie en straling
Welkom! MHV = Meneer Havelaar Belangrijk punt: Ik ben slecht in namen dus alvast sorry voor als ik me ergens dit jaar vergis.
Welkom! MHV = Meneer Havelaar
Samenvatting H 8 Materie
Deeltjestheorie en straling
There is nothing but atoms and space, everything else is only an opinion"
1.2 Het atoommodel.
Hfst 1 paragraaf 3 Enkelvoudige ionen.
In de notities van iedere dia staan de achtergrondinformatie behorende bij de dia en bronnen van bijvoorbeeld figuren weergegeven. Navigatie: Alchemist.
Uitleg scheikundige begrippen
Hoofdstuk 1: Stoffen en deeltjes.
Radioactiviteit ©Betales
Hoe maak je een formule van een zout.
Scheikunde Chemie overal Week 1
Molecuulbouw en stofeigenschappen
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
Energie De lading van een atoom.
Chemische bindingen Kelly van Helden.
Scheikunde 4 Atoombouw Kelly van Helden.
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
Reeks 5 major Zie nano p.37 e.v..
Bindingstypen en eigenschappen van stoffen
Ionogene bindingen Chpt 6.
Overzicht lesstof toets 2. Inhoud Hoofdstuk 5: Atoombouw Hoofdstuk 6: Atoom- en Molecuulmassa Hoofdstuk 7: Chemische binding Hoofdstuk 8: Rekenen met.
HOOFDSTUK 1 STOFFEN.
Atoommodel Atoommodel Rutherford He.
Atoomtheorie Dalton Kleinste deeltje in de stof is atoom
Covalente binding Waterstof atoom atoomnummer 1 1 proton 1 elektron.
Stralingsbescherming deskundigheidsniveau 5
Wat weten we over atomen?
Doorstroom Scheikunde les 1
Atoommodel.
Atoomtheorie Dalton Kleinste deeltje in de stof is atoom
De bouw van Stoffen Bestaan uit moleculen.
H7 Materie §4 Atomen als bouwstenen
H7 Materie §4 Atomen als bouwstenen
Atoommodel Atoommodel Rutherford He.
Zouten Combinatie metaal + niet metaal Ionen Bv Natriumchloride
Apotheekassistentenopleiding
Transcript van de presentatie:

Biologie makkelijk? QF8&NR=1 QF8&NR=1 Nee dus, je kunt het heeeeel ingewikkeld maken, maar het idee is dat jullie leren nadenken over verbanden, logische gevolgen en een aantal termen. BioLOGIe is altijd LOGIsch!

Een atoom is opgebouwd uit een kern met daaromheen een elektronenwolk. Het grootste deel van het atoom bestaat uit niets. Massa lading kern: proton = 1 u 1+ lading neutron = 1 u 0 elektronenwolk elektronen= 1/2000 u1- lading atoomnummer: aantal protonen in de kern (en aantal elektronen in de wolk) massagetal: totale aantal protonen en neutronen in de kern zelfde atoomnummer en groter (of kleiner) massagetal: isotoop meer protonen en neutronen betekent dat het atoom groter is; de atoomstraal neemt toe. Atoombouw

Hoofdgroepsymbool Positieve valentie Negatieve valentie I H, Li, Na, K, Rb, Cs, Fr +1 niet mogelijk I I Be, Mg, Ca, Sr, Ba, Ra +2 niet mogelijk III B, Al, Ga, In, Tl +3 niet mogelijk IV C, Si, Ge, Sn, Pb +4-4 V N, P, As, Sb +5-3 VI S, Se, Te +6-2 VII Cl, I +7 Covalentie:het aantal elektronen dat een atoom beschikbaar heeft voor de atoombinding.

De elektronen in de buitenste schil vormen de valentie-elektronen.

Als voorbeeld: Boor zit in groep 13 van het PS. en heeft 5 elektronen, waarvan er 3 valentie-elektronen zijn (2 zitten er in de binnenste schil). Boor gaat dus makkelijk een binding aan met 3 H atomen, die elk maar 1 valentie-elektron ter beschikking heeft. Groep 14 heeft 4 valentie-elektronen (2 van de 6 in de binnenste schil) en gaan bindingen aan met 4 H-atomen. b.v. koolstof.

Bij een chemische reactie streven de atomen naar een volle buitenste schil (2 e- in de K schil (uitzondering H. Een waterstofatoom staat zijn ene e- meestal af), 8 e- in elke andere Buitenste schil) door e- op te nemen (dan ontstaat een negatief geladen ion) of door e- af te staan (dan ontstaat een positief geladen ion).