Rechtvaardigheid, conflict en emancipatie Hoofdstuk 10 Rechtvaardigheid, conflict en emancipatie
Emancipatie Sociale beweging Groepering die op grond van gemeenschappelijke waarden en overtuigingen probeert door middel van collectieve actie maatschappelijke ontwikkeling te beïnvloeden Machtsvorming
Emancipatie Emancipatiebeweging (deel van) Sociale beweging op weg naar rechtvaardiger situatie Vanuit onrechtvaardiger omgeving Van minder naar meer macht
Rechtvaardigheid: verdelingsvraagstuk rechten en plichten Grieken Talenten en plichten Feodale tijd: standenmaatschappij ‘Dat wat is, is rechtvaardig’ Erfrecht als feodale institutie Revolutie Frans, Russisch, Chinees Vrijheid, gelijkheid, broederschap: tegen privileges
Rechtvaardigheid: verdelingsvraagstuk rechten en plichten Liberalisme Dubbel rechtvaardigheidsbegrip: iedereen formeel gelijk, beloning naar verdiensten op de markt Socialisme Tegen ongelijke startposities Behoeftecriterium
Rechtvaardigheid nu. Welke criteria? Nu stapeling rechtvaardigheidsbegrippen Verworven rechten Formele gelijkheid Verdienste Behoefte Capaciteitscriterium (verantwoordelijkheid)
Rechtvaardigheid nu. Welke criteria? Spanning verworven rechten en behoefte tegenover formele gelijkheid, verdienste en capaciteit Van verzorgingsstaat naar zorgzame samenleving Meer capaciteit Van rechtmatigheid naar meer doelmatigheid Individualisering
Achterstelling: structureel in het nadeel Per criterium Verworven rechten, voordeel bezit (huis bijv.) Formeel gelijk, tegen discriminatie Verdienste, voordeel opleiding Behoefte, voorzieningen nodig Capaciteit of vermogen, gebrek aan reden voorziening
Achterstelling: structureel in het nadeel Minoriteit en dominant Minoriteit heeft weinig invloed, weinig geïnstitutionaliseerde machtsuitoefening Minoriteit en minderheid tegenover dominant en meerderheid Doel emancipatiebeweging is maatschappelijke gelijkberechtiging minoriteit
Ontwikkeling emancipatiebeweging Minoriteit Gesocialiseerd in heersende ideologie en referentiekader Gebruik zaakwaarnemers
Ontwikkeling emancipatiebeweging 1e fase: bewustwording en afhankelijkheid Bewustwording onrechtvaardigheid Streven gelijkberechtiging: eigen referentiekader nodig Hoe? Door overtuigen van de dominant, spontane acties Resultaat: acceptatie, assimilatie of open conflict
Ontwikkeling emancipatiebeweging 2e fase: conflict en eigen identiteit Verzet en distantie, gehele sociale orde onrechtvaardig Doel van gelijkberechtiging naar bevrijding Versterken eigen identiteit, zelfstandig referentiekader, verwerping orde, revolutionair, contracultuur
Ontwikkeling emancipatiebeweging Beïnvloeding door geweld, verbreding met charismatische leiders, organisatie Probleem: niet te radicaal voor eigen achterban Reactie dominant: Acceptatie of… Tegengaan door: belachelijk maken, benadrukken algemeen belang, beperken publiciteit, criminalisering, repressieve tolerantie, fysieke repressie
Ontwikkeling emancipatiebeweging 3e fase: mars door de instituties Acceptabel alternatief geworden Eigen kracht ervaren, legitieme machtsvorming Verwerft maatschappelijke positie en bevoegdheden voor geïnstitutionaliseerde machtsuitoefening Hervormingsbeweging
Ontwikkeling emancipatiebeweging Reactie dominant Minoriteit faalt posities te verwerven Inkapselen van minoriteit Verplaatsen macht
Ontwikkeling emancipatiebeweging Fasen en fracties Gematigden tegenover radicalen Niet vanuit Verelendungstheorie verzet Emancipatieparadox: niet strijd vanuit brede beweging maar voorhoedeorganisaties die je dwingen ‘vrij te worden’ ‘Zieligheidssyndroom’