Opdracht 1 37 o a) 1,00 cm = 5,0 N ^ c) De lengte van F span is 5,25 cm 1,00 cm = 5 N ^ 5,25 cm = 26,5 N ^ d) De lengte van F voorwerp is 6,49 cm 1,00.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
§3.7 Krachten in het dagelijks leven
Advertisements

Snelheid op een bepaald tijdstip
Toepassingen op de stelling van Pythagoras
Uitwerking groepsopdracht H3 Kracht en moment
NEDERLANDS WOORD BEELD IN & IN Klik met de muis
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 2
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
Dynamische tijdbalk Een dynamische tijdbalk geeft een uitvergroot deel van de algemene tijdbalk weer. Hij heet dynamisch omdat hij er voor elke periode.
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
K3 Vectoren Na de les weet je: Wat een vector is
Deel 1 Het gevolg van krachten
H 7 Krachten Deel 3 Vectoren.
Hoofdstuk 1 Om te beginnen
Vergroting.
Uitwerkingen blok 4 hoofdstuk 3 versie 1
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
Omtrek is er omheen. lengte breedte breedte lengte
Elke 7 seconden een nieuw getal
Kist (massa 20 kg) staat op de grond.
Regels voor het vermenigvuldigen
Rekenregels van machten
Lineaire functies Lineaire functie
KLIK NU MET JE MUISKNOP OP: -VOORSTELLING WEERGEVEN!
Aan welke 4 zaken herken je dat een kracht werkt?
Deel 2 Krachten hebben een naam
H 7 Krachten Deel 3 krachten meten.
Hoe je krachten meet Het begrip veerconstante
Arbeid en kinetische energie
vergrotingsformule F Er zijn in de tekening 2 Gelijkvormige driehoeken
Meetonzekerheden In de natuurkunde moet je vaak een grootheid meten
Realiseer je dat in alle vier de gevallen er een Fz werkt !
Wrijvingskracht en normaal kracht toegepast
Opgave 1 a) b) zwaartekracht (N) massa (kg)
Opdracht 1 De lengte van Fres is 5,00 cm ^ 4,00 cm = 80 N ^
Opgave 1 a) b) De resulterende kracht heeft de richting van de weerstand De fiets+fietser remt af.
ribwis1 Toegepaste wiskunde – Differentieren Lesweek 7
Toegepaste mechanica voor studenten differentiatie Constructie
1x5= 2x5= 3x5= 4x5= 5x5= Om te controleren: Ga met je muiswijzer over de som tot het een handje wordt. Klik dan en je ziet het goede antwoord! 6x5= 7x5=
De tweede wet van Newton
Krachten optellen en ontbinden
Newton – VWO Statica Samenvatting.
Newton – HAVO Statica Samenvatting.
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
Kracht teken je als een pijl. Lengte pijl: grootte kracht.
30 x 40 = 1200 m2 8.1 Omtrek en oppervlakte 40 m 30 m
Hoofdstuk 6 Grafieken en formules
Opdracht: Ontbind de kracht F in twee krachten F 1 en F 2. Krachtenschaal: In de tekening stelt 1 cm steeds 15 N voor.
Hoe gaat dit spel te werk?! Klik op het antwoord dat juist is. Klik op de pijl om door te gaan!
7.WRIJVING(p189 4B).
Opgave 47 a opp beeld = 8 · opp origineel dus k = √8. lengte vergroting = √8 · 15 ≈ 42,4 cm breedte vergroting = √8 · 10 ≈ 28,3 cm b opp beeld = 12 · opp.
Wrijvingskrachten Wim Cuppens. Vraagstuk 17 (II) p. 148 Twee kratten 1 en 2 met respectievelijke massa’s m 1 = 80 kg en m 2 = 110 kg staan op een horizontaal.
Mijn spreekbeurt : De hond
De otter Mijn spreekbeurt.
Op wereldreis met de Noordse stern Anja Jansen RuG Anja Jansen RuG.
Oppervlaktematen en landmaten
Niet- rokersfaciliteiten in de Horeca. Bron: OIVO Rookvrije plaatsen? 25% 34% 31% 10% Moeilijk Eerder moeilijk Eerder gemakkelijk Gemakkelijk - 59% +
Aan welke 4 zaken herken je dat een kracht werkt?
Belastingdienst 2008.
4 Sport en verkeer Eigenschappen van een kracht Een kracht heeft:
Kruiden Niveau Schuin gedrukt niveau 4 Allium schoenoprasum
Wat is evenwicht? hoe kun je met krachten tekenen en rekenen?
Wat is evenwicht? hoe kun je met krachten tekenen en rekenen?
Conceptversie.
Hoofdstuk 3: Kracht en Beweging. Scalars en vectoren Grootheden kun je verdelen in 2 groepen  Scalars  alleen grootte  Vectoren  grootte en richting.
Hoofdstuk 7 Kracht en evenwicht.
Berekeningen in de ruimte
Paragraaf 1 – Krachten herkennen
Krachten samenstellen
Krachten samenstellen
Transcript van de presentatie:

Opdracht 1 37 o a) 1,00 cm = 5,0 N ^ c) De lengte van F span is 5,25 cm 1,00 cm = 5 N ^ 5,25 cm = 26,5 N ^ d) De lengte van F voorwerp is 6,49 cm 1,00 cm = 5 N ^ 6,49 cm = 32,4 N ^ 4,00 cm = 20,0 N ^

Opdracht 2 (met bepalen) 30 o a) Je kunt de zwaartekracht ontbinden:  op het oppervlak  aan het oppervlak De normaalkracht Het voorwerp ligt stil 3,00 cm = 500 N ^ 1,00 cm = N ^ 2,50 cm = 417 N ^ b) De wrijvingskracht 1,00 cm = N ^ 1,60 cm = 267 N ^

Opdracht 2 met berekening 30 o a) Je kunt de zwaartekracht ontbinden:  op het oppervlak  aan het oppervlak De normaalkracht Het voorwerp ligt stil b) De wrijvingskracht 30 o