V5 Chemische evenwicht H11.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1.2 zuivere stoffen en mengsels
Advertisements

Deeltjesmodel oplossingen.
Concentratie Hardheid van water ADI-waarde
Energie Reactiesnelheid Chemisch evenwicht
CHEMISCH EVENWICHT.
Soorten evenwichten 5 Havo.
Vandaag.
havo A Samenvatting Hoofdstuk 10
De verschillende fasen in de elektronische noterings- procedure.
Zoutreacties.
2. Hoe zuur is azijn? 2.1 Wat is azijn?
Klas 4. Oplosbaarheid Tabel 45 g = goed oplosbaar. m = matig oplosbaar s = slecht oplosbaar Oplosbaar  splitst in ionen Niet oplosbaar  blijft een vaste.
Energie Water stroomt.
H16. Berekeningen aan zuren en basen
Chemical equilibrium Hoofdstuk 13 Cristy, Corine, Paul, Wouter
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7.
3.1 Zwaartekracht, massa en gewicht
EVENWICHTEN STATISCH EVENWICHT DYNAMISCH EVENWICHT
De grafiek van een lineair verband is ALTIJD een rechte lijn.
3.5 Kloppen de alcoholpercentages op de verpakkingen?
§5.2 - Neerslagreacties.
Zouten in water.
mol molariteit percentage promillage ppm
Molair Volume (Vm).
Opstellen van zuur-base reacties
PH-berekeningen.
Evenwichtsvoorwaarde
Reactiesnelheid 1 4 Havo/VWO.
De Mol 2 4 Havo-VWO.
Toepassen van neerslag
Reactiesnelheid Evenwichten
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Hoofdstuk 6: QUIZ!.
7. CHEMISCHE EVENWICHTEN
De productie van ammoniak
De theorie van Brønsted
De theorie van Brønsted
Wrijvingskracht en normaal kracht toegepast
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Berekeningen aan redoxtitraties
Verstoring van het chemisch evenwicht
Oefenen met pV=nRT.
Opstellen reactievergelijkingen
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
Eigenschappen buffer pH blijft nagenoeg constant bij:
Evenwichtsvoorwaarde = Kev
Chemisch rekenen: overzicht
Evenwichten De K ev is dus afhankelijk van de temperatuur !!!! Als de temperatuur stijgt zal het evenwicht reageren naar de endotherme kant.
De weegschaal methode Een goede methode om vergelijkingen mee op te lossen Klik linksonder op deze knop om presentatie te starten. volgende VMBO - Wiskunde.
pijl rechts volgende; pijl links vorige
Berekening middel en water
Conjunctuur.
1.5 De snelheid van een reactie
3.4 Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Berekeningen aan zuren en basen
Scheikunde leerjaar 2.
De chemische concentratie
Chemisch rekenen voor oplossingen
Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7. Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager.
Zuren en basen Zwakke zuren Hfst 14.8 t/m
HO13 Chemisch evenwicht College 5a, ACH21 (HO13a) Eddy van der Linden.
HOOFDSTUK 6 ZUREN EN BASEN
Rekenen met concentratie
Scheikunde Chemie overal
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Scheikunde leerjaar 2.
Stappenplan berekeningen zuren en basen
Zouten 6.4.
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Transcript van de presentatie:

V5 Chemische evenwicht H11

H11; chemische evenwicht 2 situaties Verbranding lucifer Batterij opladen Demo 11.1 NO2 = bruin, N2O4 = kleurloos. 2 NO2  N2O4 T omhoog  meer NO2 T omlaag  meer N2O4 Chemisch evenwicht is een toestand waarbij twee tegenovergestelde reacties dezelfde reactiesnelheid hebben. Concentraties blijven constant bij dezelfde temperatuur. Statisch evenwicht of dynamisch evenwicht Tijd voordat evenwicht is bereikt = insteltijd Bij EVENWICHT is vheen=vterug

H11; chemische evenwicht H2 + CO2  H2O + CO Er is nog 75% H2 in 1 dm3 over bij ev. Bereken alle concentraties. Maken 2 t/m 5 H2 mol CO2 mol H2O mol CO mol t0 (V, B) 0,40 0,30 - Omgezet (T, O) -0,10 +0,10 tev (N, E) 0,20 0,10 [ ] 0,30M 0,20M 0,10M H2 mol CO2 mol H2O mol CO mol t0 (V, B) 0,40 0,30 - Omgezet (T, O) tev (N, E) [ ]

11.3 verdelingsevenwicht Heterogeen evenwicht (reactie aan grensvlak)

Opgave 6 d. 40% in de waterlaag. Let op volumeverhouding is gelijk. Dus 40/(40+60ml)*0,200= 0,080 g (0,40)3 x 0,20= 0,0128 e. 0,200-0,0128= 0,187 g A uit water. 0,187/0,200 x 100%= 94% f. 40/60= 2/3. Dus 100/300* 2/3= 1/ 4,5. Dus 1/ (4,5+1)x 0,200g= 0,036g A in water of 2/3 water/ether. Dus 1,5 keer zoveel in ether. 300/100 x 1,5 =4,5 keer zoveel A in ether. Dus in totaal 1/(1+4,5) x 0,200g= 0,036g A in water. Dus blijft meer inzitten

Opgave 6 g. 10/(10+90) x 0,200g =0,020g (0,1)3 x 0,200g = 0,00020g h. 0,200g-0,00020g= 0,1998g 0,1998g/0,200g=100% i. Uitschudden is een prima methode! Maken 7

Evenwichtsvoorwaarde Situatie 1. 1,00 mol N2O4 Situatie 2. 2,00 mol NO2 Opvallend is dat hetzelfde evenwicht ontstaat bij dezelfde temperatuur T=373K Situatie 1 (mol) Situatie 2 (mol) N2O4 NO2 V 1,00 2,00 T -0,20 +0,40 +0,80 -1,60 N 0,80 0,40

Evenwichtsvoorwaarde N2O4  2 NO2 Concentratiebreuk Evenwichtsvoorwaarde T=373K Situatie 1 (mol) Situatie 2 (mol) N2O4 NO2 V 1,00 2,00 T -0,20 +0,40 +0,80 -1,60 N 0,80 0,40 K 0,20

Evenwichten p A + q B  r C + s D Homogene evenwichten zitten in zelfde fase Heterogene evenwichten in verschillende fases Vaste stoffen en zuivere vloeistoffen worden weggelaten CaCO3(s)  CaO (s) + CO2 (g) Rekenvoorbeeld blz 69 maken en maken t/ 12

Antw exp 11.4 B 5. AgNO3(s) + SCN-  AgSCN(s) + NO3- 6. 3 NaOH(s) + Fe3+(aq)  Fe(OH)3 + 3Na+ C T omhoog, minder [FeSCN2+]. Dus endotherm is naar links D 3. Meer [Fe3+], dus K tijdelijk kleiner. Ev naar rechts. Dus meer [FeSCN] 4. Meer [SCN-], dus K tijdelijk kleiner. Ev naar rechts. Dus meer [FeSCN2+] 5. Dus neemt [SCN-] af, K tijdelijk te groot. Dus ev naar links (minder rood) 6. Dus neemt [Fe3+] af, K tijdelijk te groot. Dus ev naar links (minder rood) 7. Meer [Fe3+], dus K tijdelijk kleiner. Ev naar rechts. Dus meer [FeSCN2+] Meer [SCN-], dus K tijdelijk kleiner. Ev naar rechts. Dus meer [FeSCN2+]

Verschuiven van evenwicht N2O4  2 NO2 T omhoog  meer NO2 Ev verschuift naar endotherme kant Snelheden nemen toe zie 11.15 Katalysator toevoegen, insteltijd bekort Snelheden nemen beide gelijk toe zie 11.16

Verschuiven van evenwicht Concentratie veranderen Meer NO2, dus K tijdelijk groter. Dus ev naar links (andere kant vergelijking) totdat K bereikt is Dus alle concentraties veranderen Volume verkleining (lees concentratieverandering) Stel Volume wordt twee keer zo groot. Concentratie twee keer zo klein. Waarde van concentratiebreuk twee keer zo klein. Dus ev naar rechts (naar kant met meeste deeltjes)

Evenwicht verschuiven Temperatuur Volumeverandering Concentratie Katalysator Hoe maak je een evenwicht aflopend? A  B + C Weghalen/weg laten gaan van één component Bijv C. Dan K te klein, dus A splitst. Aflopende reactie Huiswerk voor do t/m 17 af

oplosbaarheidsprodukt AgCl(s)  Ag+(aq) + Cl-(aq) Ks= [Ag+(aq)]·[Cl-(aq)] = 1,6·10-10 Hoeveel g AgCl kan maximaal oplossen in 1L water van 298 K? Stel Ag+ en Cl- op x en los de vergelijking op X2= 1,6·10-10 dus x= 1,3·10-5 Er lost dus maximaal 1,3·10-5 mol AgCl op. 1,3·10-5 * M=143,3= 1,9·10-3g AgCl

oplosbaarheidsprodukt Bij een bepaalde temperatuur bedraagt de oplosbaarheid van bariumoxalaat, BaC2O4, 0,0781g/L. Bereken de waarde van Ks bij deze temperatuur. Bij een bepaalde temperatuur bedraagt de Ks van CaF2 1,7·10-10. Hieronder zijn de concentraties van Ca2+ en F- vermeld voor twee verschillende oplossingen: 1 [Ca2+] = 3,5·10-4; [F-] = 7,0·10-4 2 [Ca2+] = 2,7·10-9; [F-] = 0,25 Laat door berekening zien dat beide oplossingen verzadigd zijn. Welke van de twee oplossingen bevat de grootste hoeveelheid opgelost CaF2 Bereken hoeveel mol NaF per liter moet worden toegevoegd aan oplossing 1 om daaruit oplossing 2 te krijgen

oplosbaarheidsprodukt 0,0781g/M=225,3= 3,47·10-4 mol/L BaC2O4, dus ook 3,47·10-4 mol/l Ba2+ en 3,47·10-4 mol C2O42-. Ks = [Ba2+]·[C2O42-] = (3,47·10-4 )2=1,19 ·10-7 2.A [Ca2+]·[F-]2 = 3,5·10-4·(7,0·10-4)2=1,7·10-10 = Ks dus verzadigd [Ca2+]·[F-]2 = 2,7·10-9 ·(0,25)2=1,69·10-10 = Ks dus verzadigd 2.B opl A. 3,5·10-4 mol CaF2 2.C 0,25-7,0·10-4= 0,2493 mol F- dus 0,2493 mol NaF