Terminologie vloeroppervlakte van gebouwen. Hogeschool Rotterdam Ribacs
Interpretatie Vloeroppervlakten kunnen op verschillende wijze worden ingemeten en geïnterpreteerd. Door deze interpretatie kunnen voor hetzelfde gebouw de verschillende aantal m2 vloeroppervlakten tot meer dan het dubbele uiteenlopen
Meetmethode Voordat men gaat discussiëren over kosten of de prijs per m2 dient men duidelijk af te spreken welke meetmethode er wordt gehanteerd en over welke soort m2 er wordt gesproken.
Meetstaat De gemeten waarden worden verzameld in een zogenaamde meetstaat. Per fase dient de meetstaat geactualiseerd te worden. Per fase dient de meetstaat getoetst te worden aan het PvE. Meetstaat is van belang bij het afsluiten van een koop- of huurcontract.
Omschrijving per oppervlakte Het normblad NEN 2580 geeft de begripsomschrijvingen en regels voor het eenduidig bepalen van oppervlakten en inhouden van allerlei gebouwtypen en terreinoppervlakten. Deze oppervlakten van terreinen en vloeren worden bepaald als oppervlakte van hun verticale projectie op het horizontale vlak. Zij worden uitgedrukt in m2.
Terreinoppervlakte De terreinoppervlakte wordt gesplitst in; Bebouwde oppervlakte Onbebouwde oppervlakte Overbouwde oppervlakte Onderbouwde oppervlakte
vloeroppervlakte De totale vloeroppervlakte is benoemd als bruto vloeroppervlakte, deze is nader verdeeld in: Netto vloeroppervlakte van gebouwen buitenruimten Tarra vloeroppervlakte
Netto vloeroppervlakte Wordt nader verdeeld in: Installatieoppervlakte Verkeersoppervlakte Horizontaal en verticaal. Nuttige oppervlakte Gebruiksoppervlakte m.u.v. niet statische gebouwdelen. Buitenberging/stallingsruimte
Bruto vloeroppervlakte 01 De bruto vloeroppervlakte (BVO) is het totale oppervlakte van het gebouw, gemeten tot aan de buitenkant van het gebouw. Het BVO is de som van alle bruto vloeroppervlakten van alle vloerniveaus.
Bruto vloeroppervlakte In de bvo worden echter niet meegeteld: Uitstekende delen kleiner dan 0,5 m2 Schalmgaten en vides groter dan 4 m2 Kruipkelders Daken Open brand- en vluchttrappen buiten het gebouw.
Tarra oppervlakte Niet-statische bouwdelen, bijv. systeemwanden (horizontale doorsnede). Statische bouwdelen, bijv. constructie en buitenwanden (horizontale doorsnede) Ruimten lager dan 1,5 m2
Netto vloeroppervlakte De netto vloeroppervlakte is het verschil tussen bruto vloeroppervlakte en tarra vloeroppervlakte.
Installatie oppervlakte Deze oppervlakte dient voor het onderbrengen en bedienen van de technische installaties. Hiertoe behoren ook de vloeroppervlakten van toegankelijke schachten en kanalen en speciale installatieverdiepingen
Verkeersoppervlakte De oppervlakte dient voor de verkeersontsluiting en verkeersontwikkeling van het gebouw: Trappenhuizen Gangen Wachtruimten Hellingbanen Liftschachten roltrappen
Nuttige vloeroppervlakte De oppervlakte is de som der oppervlakten van ruimten primair gericht op het gebruik van het gebouw
Afdelingsoppervlakte De oppervlakte van de afdelingsruimte welke is opgebouwd uit de oppervlakte van de; Werkplek Voor circulatie t.b.v. de werkplekken onderling. Supplementaire ruimten binnen de afdeling, bijvoorbeeld: Spreekkamers en archiefruimten binnen de afdeling.
Bruto-nuttigverhouding Is een factor of kental verkregen door de bruto-vloeroppervlakte te delen door de nuttige vloeroppervlakte. Dit getal wordt als maatstaf gebruikt voor het beoordelen van hoe efficient een plattegrond is ingedeeld in bruikbare ruimten. Om tot een indicatie te komen van het bvo, uitgaande van het nuttig vloeroppervlak genoemd in het “Programma van Eisen”
NEN 2580 Bruto Netto Nuttig Afdelings Vloeropp. Werkplek inc. vloeropp. vloerop. vloeropp Looproutes tussen werkplekken 50% Supplementaire afdelingsruimte 5% Sanitaire ruimten, bergingen Speciale ruimten 15% Buitenberging, stalling Ruimten voor horizontaal en verticaal verkeer 20% Technische installatie-ruimten Tarra Niet statische bouwdelen Statische bouwdelen 10% ruimten lager dan 1,5 m (indicatieve waarde)