Taxonomie en systematiek Hoe krijg ik overzicht in de verscheidenheid ? Het duizelt ons: allerlei vormen en kleuren en gedragingen en geluiden.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Jachtluipaard Arthur & Steven.
Advertisements

Automatische diapresentatie.
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Thema 4 DNA Ongeslachtelijke voortplanting.
Evolutie en informatieoverdracht
De wereld van de gorzen en de kardinaalachtigen
Evolutietheorie.
Ordening en evolutie Thema 5.
Katachtigen Rijk: Animalia (Dieren)
Erfelijkheid Genotype / fenotype.
2. Wat is een soort?.
Tijger Door Jorne en Jan.
De leeuw Door Tessa en Jolien.
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Systematiek De eerste die probeerde een systematische indeling te maken was Aristoteles ( voor Christus). Bijna alle wetenschappers uit zijn tijd.
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Vijfrijkensysteem volgens Whittaker.
Systematiek LEVENDE WEZENS WORDEN GEORDEND IN VIJF RIJKEN
Ontstaan van soorten Naar de vragen
Naamgeving Naar de vragen Naar de vragen. Inhoudsopgave Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 6 Vraag 7 Vraag 8 Vraag 9 Vraag 10.
Vogels in het park Bij SBO SAM
9 Januari, Rick den Dekker Wulp, Kievit, Grutto
1 februari Robin Post Tjiftjaf, Spreeuw, Vink.
Soortenkennis 11 maart 2013 – Magdalena Organ
7 februari 2014 – Jasper Mol Merel – Zanglijster – Nachtegaal
Soortenkennis 17 februari 2014 – Frank Ouwerkerk
Thema 5: Erfelijkheid en evolutie
Thema 1. Vier rijken vergelijken
Par. 25 t/m 25.2 Ordening: het 2-rijkensysteem
De naamgeving van planten en dieren
Ordening en Evolutie ‘Het is een teken van een geschoolde geest als iemand kan nadenken over een gedachte zonder ze te aanvaarden’  Aristoteles.
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
Ordening van organismen
Darwin Charles Darwin ( ) 1831: 5-jarige wereldreis “The Beagle” 1859: “The origin of species” Uitgangspunt boek: Biologische/evolutionaire.
Hoofdstuk 43: Biodiversiteit: ordening en evolutie Nieuw: F2 in het CE, mag in SE; ook F3, dat moet in het SE. Lieveheersbeestjes: Aaibaar zijn ze zeker,
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Thema 1: Ordening Boek: biologie voor jou Vwo B2 deel 1
Geleedpotigen en gewervelden
ORDENING. celwand rijk van bacteriën rijk van de schimmels rijk van de planten rijk van de dieren celwand celkern bladgroen celwand celkern Celkern.
Charles Darwin Evolutietheorie. een geleidelijke ontwikkeling waarbij uit eenvoudig gebouwde soorten nieuwe ingewikkelder gebouwde soorten ontstaan.
PP Thema 2 ZW klas 3. §1 Organismen ordenen Een organisme is een levend wezen. Ordenen is organismen in groepen indelen. Je doet dit door naar de kenmerken.
Examentrainer 1 Inleiding in de biologie ©JasperOut.nl.
Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 1.
Klas DD31 en DD41 MBO Doetinchem
Klas DD31 en DD41 MBO Doetinchem
Thema 4 Ordening.
3 DOMEINEN Uit door endosymbiose Par. 5 blz. 112) ontstaan cellen hebben zich de huidige organismen ontwikkeld die we kunnen onderbrengen in 3 domeinen:
Niveau 3 Leerjaar 3 Docent: Yorike van der Weijden
Waar gaan we het vandaag over hebben denk je?
Huisvesting Les 1.
H02 Soorten en Populaties
Taxonomie en systematiek Hoe krijg ik overzicht in de verscheidenheid ? Het duizelt ons: allerlei vormen en kleuren en gedragingen en geluiden.
Ordening van organismen
Ordening: Indeling in de 4 rijken
Ordening Hoofdstuk 4.
Thema 5: : Evolutie (en ordening) ook wel biodiversiteit genoemd B
Thema 3 ecologie.
Voeren en verzorgen Periode 1 – Taxonomie, rasgroepen en rassen
Klas DD31 en DD41 MBO Doetinchem
1. Systematiek en naamgeving
B. Stof 2 Prokaryoten B. Stof 3 Eukaryoten
Transcript van de presentatie:

Taxonomie en systematiek Hoe krijg ik overzicht in de verscheidenheid ? Het duizelt ons: allerlei vormen en kleuren en gedragingen en geluiden

Er is binnen een soort grote variatie. Donax variegatus Er is binnen een soort grote variatie. Variatie zien we niet alleen bij huisdieren, maar ook in de natuur

Laat ik er eens twee uitnemen. Zoek de verschillen Laat ik er eens twee uitnemen. Zoek de verschillen. Via de link naar soortenbank. Multimedia: geluid en biotoop verschillen. tjiftjaf fitis

Tjiftjaf Veldkenmerken. 11 cm. Geslachten gelijk. Klein, hoofdzakelijk groenig of bruinig zangertje zonder duidelijke kenmerken. Verschillende (onder)soorten worden onderscheiden in het gebied, die voornamelijk verschillen in kleur, maar soms ook in geluid. Algemeenste ondersoort, collybita, heeft olijfkleurige bovendelen, beige-gele borst en flanken en wittige buik. Slagpennen met groenige randen. Onduidelijke wenkbrauwstreep, beige of gelig, donkerder oogstreep. Ondersoort abietinus uit Scandinavië grijzer van boven en witter van onderen. Iberische Tjiftjaf P. ibericus van het Iberisch Schiereiland lijkt qua kleed op collybita maar heeft andere zang; wordt tegenwoordig als aparte soort beschouwd. Poten altijd donker, soms vrijwel zwart. Verschilt van Fitis door kortere vleugels, grijzer en bruiner verenkleed, (meestal) door donkere poten, roep en gewoonte om regelmatig met vleugels en staart te trekken. Juveniel als adult, maar vaak wat geler of grijzer en meer donzig uiterlijk. Geluid. Roep ’whiet’. Zang monotoon ’tjif tjaf tjif tjaf’. Iberische Tjiftjaf heeft gevarieerdere zang, die begint en eindigt met korte ’tit’-roepjes en langgerekte ’tswie-frases’ bevat. Voorkomen. Zeer algemene zomergast. Overwintert in klein aantal. Habitat. Verscheidenheid aan habitats met bomen en struiken, zoals parken, gemengde en loofbossen. Behoeft hogere bomen dan Fitis. Voedsel. Voornamelijk insecten. Fourageert vaak op de grond. Fitis Veldkenmerken. 11 cm. Lijkt op Tjiftjaf; evenals deze zonder duidelijke kenmerken. Bovendelen bruingroen of olijfkleurig, gezicht en borst duidelijk geel, onderdelen witter. Wenkbrauwstreep onduidelijk, geel, geflankeerd door donkerder oogstreep. Handpennen steken verder voorbij tertials uit dan bij Tjiftjaf, poten meestal duidelijk bleker, wenkbrauwstreep doorgaans iets geprononceerder en kruin platter, alles bijelkaar meer indruk gevendvan een minder ronde, langere en slankere vogel. Actiever dan Tjiftjaf. Juveniel in het veld vaak te onderscheiden van adult door meer uniform geel en groen verenkleed, met name op onderdelen. Sommige adulten kunnen echter ook zeer geel zijn. Geluid. Roep ’huwiet’, tweetoniger dan Tjiftjaf. Zang vloeiende en welluidende serie van aflopende tonen. Voorkomen. Zeer algemene zomergast. Habitat. Variatie aan weelderig begroeide gebieden met struiken en lage bomen. Komt niet in uniform hoogopgaand bos voor. Voedsel. Voornamelijk insecten, die vaak na korte achtervolging of op vliegenvangerachtige manier worden gevangen.

Geslacht Phylloscopus bestaat in Nederland uit 7 soorten Phylloscopus bonelli [Bergfluiter] Phylloscopus borealis [Noordse Boszanger] Phylloscopus collybita [Tjiftjaf] Phylloscopus inornatus [Bladkoning] Phylloscopus sibilatrix [Fluiter] Phylloscopus trochiloides [Grauwe Fitis] Phylloscopus trochilus [Fitis] Het gelacht Phylloscopis bevat in Nedrland 7 soorten

Een soort is…. Een groep organismen met veel overeenkomstige eigenschappen, die onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen

Dit zijn dus verschillende soorten, ondanks de grote overeenkomsten in kleur en vorm/bouw Het gelacht Phylloscopis bevat in Nedrland 7 soorten

En dit zijn dus geen verschillende diersoorten: 1 soort, met veel variëteiten, rassen zelfs

Tjiftjaf = Weidenlaubvogel, Zilpzalp, Chiffchaff Laat ik er eens twee uitnemen. Zoek de verschillen. Via de link naar soortenbank. Multimedia: geluid en biotoop verschillen. Tjiftjaf = Weidenlaubvogel, Zilpzalp, Chiffchaff Phylloscopus collybita (Vieillot, 1817)

Phylloscopus collybita (Vieillot, 1817) Een soortnaam bestaat uit: Phylloscopus collybita (Vieillot, 1817) De eerste beschrijver van de soort Het jaar waarin de soort voor het eerst is beschreven geslachtsnaam soortaanduiding Heel vaak wordt volstaan met de eerste twee delen: Phylloscopus collybita

Deze “binaire”naamgeving werd voor het eerst toegepast door Carolus Linnaeus in de 18de eeuw Canis lupus L.

Uitgangspunt bij de taxonomie is het taxon “soort”? Een Soort = de verzameling organismen met veel overeenkomstige eigenschappen, die in staat zijn 1) zich onderling voort te planten 2) daarbij vruchtbare nakomelingen voort te brengen. Is deze definitie altijd houdbaar?? Deense dog & Chihuahua

Naamgeving olifant Indische olifant Geslachtsnaam = Elephas Soortaanduiding = maximus Afrikaanse olifant Geslachtsnaam = Loxodonta Soortaanduiding = africana

Nog een voorbeeld: 3 soorten uit het geslacht “mees” Parus major Nog een voorbeeld: 3 soorten uit het geslacht “mees” Parus major Parus caeruleus Parus cristatus

Taxonomie is het indelen van groepen in categorieën: Elk van de categorieën noem je een taxon. Bv: het taxon “geslacht” is een subcategorie van het taxon “familie” en wordt zelf in weer kleinere taxa, de soorten, onderverdeeld. Het hoogste (tevens soortenrijkste) taxon is rijk, het laagste taxon is: soort (overigens vaak toch weer onderverdeeld in ondersoorten of rassen.

Rijk Afdeling Klasse Orde Familie Geslacht Soort Dieren Gewervelden Zoogdieren Roofdieren Katachtigen Panters (Panthera) Leeuw (leo) Dieren Gewervelden Zoogdieren Roofdieren Hondachtigen Honden (Canis) Wolven (lupus) Ondersoort: Canis lupus familiaris Ras: Poedel

Afdeling Alle Klasse Knappe Orde Oudjes Familie Fietsen Geslacht Graag Soort Snel

Is dit één soort?

Vrouwtjes wel vruchtbaar, mannetjes niet X Paard (Equus caballus) Ezel (Equus asinus) Vrouwtjes wel vruchtbaar, mannetjes niet Muilezel Muildier Moeder = paard Moeder = ezel

X

Lijger / Teeuw

Scheit / Gaap

Is dit één soort? Veenwortel

Met dit laatste voorbeeld komen we op een nieuwe term: Populatie Een populatie = een groep individuen van een soort die in een bepaald gebied een voortplantingseenheid vormen Afhankelijk van omstandigheden kunnen populaties verschillende fenotypes vertonen

Steltkluut Kent 6 populaties met verschillen in uiterlijk. Men ziet dit als 1 soort, ook al is dit nooit bewezen.

Jan van Gent kent 3 geografische rassen Jan van Gent kent 3 geografische rassen. Deze kunnen elkaar gemakkelijk bereiken, maar paren zeker niet onderling. 1 soort of niet ??

Nog een paar lastige: Hoe onderzoek ik of dit afzonderlijke soorten zijn? Bacterien, die zich niet onderling (asexueel) voortplanten? Fossielen Fungi imperfecti ? We hebben nog nooit sex waargenomen bij deze schimmels. Planten die maar eens per 100 jaar bloeien? Tegenwoordig maakt DNA-onderzoek een eind aan veel discussie over verwantschap tussen (populaties van) soorten