Thema 6: Regeling Basisstof 3
Zenuwstelsel vs Hormoonstelsel Vervoer via zenuwen Werkt snel, maar kortdurig Hormoonstelsel Hormonen via bloed Werkt langzaam, maar langdurig effect
Zenuwstelsel Centrale zenuwstelsel (CZ): Grote hersenen Indeling op basis van ligging: Centrale zenuwstelsel (CZ): Grote hersenen Kleine hersenen Hersenstam Ruggenmerg Perifere zenuwstelsel: Zenuwen (motorische en sensorische)
Zenuwen vanuit het ruggenmerg
Werking CZ Prikkel Receptor (zintuig) impuls via conductor (zenuw) ruggemerg / hersenen reactie door effector (spier of klier) Prikkel = invloed uit de omgeving van een organisme Impuls = elektrisch signaal
Bouw van een zenuw Axon (Neuriet) = uitloper die impuls van het cellichaam af geleidt Dendriet = uitloper die impuls naar cellichaam toe geleidt
3 soorten zenuwcellen Sensorische zenuwcel - Van receptor naar CZ - 1 lange dendriet / 1 korte axon - Cellichaam ligt vlakbij CZ Motorische zenuwcel - Van CZ naar effector - Meerdere korte dendrieten / 1 lange axon - Cellichamen in CZ Schakelcellen - Geleiden binnen het CZ schakelcel Sensorische zenuwcel Motorische zenuwcel Bron: Biologie voor Jou
3 soorten zenuwen Zenuwcellen liggen bij elkaar in zenuwen. Hier omheen ligt bindweefsel 1. Gevoelszenuw: alleen uitlopers van sensorische zenuwcellen 2. Bewegingszenuw: alleen uitlopers van motorische zenuwcellen 3. Gemengde zenuwen: bevat beide
Cel van Schwann Depolarisatie Cellichaam Myeline schede Axon Insnoering (van Ranvier)
Impulsgeleiding Inzoomen op synapsen Bron: Biologie voor Jou
Synaps = contactplaats van zenuwcellen, waar impulsen chemisch worden doorgegeven
Impuls komt aan via presynaptische cel blaasjes met neurotransmitter gaan naar celmembraan neurotransmitter vrij in synapsspleet bij herkenning vindt impulsoverdracht plaats in de postsynaptische cel